Sommige gebruikers van de Spotify-app op Android-telefoons hebben sinds kort de optie om een nieuwe automodus in de app uit te testen. Dat meldt 9to5Google. De nieuwe modus moet Car View vervangen, de automodus die in november 2021 door Spotify uit de app werd gehaald.
Uit screenshots die 9to5Google publiceerde, blijkt dat er drie modi beschikbaar zijn in de nieuwe Car Mode, een thuismodus, een zoekmodus en een bibliotheekmodus. De thuismodus bevat minder informatie dan de standaardweergave van Spotify en krijgt grotere knoppen voor onder andere albumart. De zoekfunctie lijkt enkel via spraakcommando’s aangestuurd te kunnen worden en via de bibliotheek kan er door muzieklijsten gescrold worden.
9to5Google vermeldt dat sommige Android-gebruikers een melding te zien krijgen om de nieuwe optie uit te testen zodra hun toestel verbinding maakt met een auto via bluetooth. Het is op het moment van schrijven onduidelijk of de optie ook te activeren is door iOS-gebruikers.
Googles Threat Analysis Group heeft ontdekt dat twee Noord-Koreaanse hackerscollectieven vorige maand aanvallen hebben uitgevoerd op Amerikaanse bedrijven. Ze deden dat door een kwetsbaarheid in Chrome uit te buiten. De kwetsbaarheid is sinds vorige maand gedicht.
Volgens Googles Threat Analysis Group werkten de twee groepen voor dezelfde opdrachtgever, vermoedelijk de Noord-Koreaanse overheid, en gebruiken ze dezelfde exploitkit om een kwetsbaarheid in Chrome, CVE-2022-0609, te misbruiken. Beide groepen hadden wel elk andere doelstellingen en methodieken. De kwetsbaarheid werd volgens Google op 14 februari gedicht.
Het eerste hackerscollectief ondernam een aanval, genaamd Operation Dream Job, waarbij meer dan 250 werknemers uit mediabedrijven, webhostingbedrijven en softwarebedrijven geviseerd werden. De werknemers kregen een mail toegestuurd met daarin een jobaanbieding van Disney, Google of Oracle. De mail leek van vacaturesites als Indeed of ZipRecruiter te komen en als het slachtoffer de link naar de jobverwijzing aanklikte, kreeg hij een vervalste website te zien waarin een verborgen iframe een exploitkit begon te laden.
Het tweede hackerscollectief richtte zich met Operation AppleJeus op 85 gebruikers in de cryptocurrency- en fintechindustrie. Het gebruikte volgens Google dezelfde exploitkit als de eerste groep. Volgens Google werden twee fintechbedrijven getroffen, waardoor de hackers verborgen iframes konden laden op de landingspagina van die websites. Er werden ook malafide websites gehost waarop Trojaanse paarden werden verspreid en dezelfde iframes actief waren. Die iframes verwezen ook naar dezelfde exploitkits.
De beveiligingsonderzoekers van Google achterhaalden dat de exploitkits een JavaScript-script laadden om de computers van de getroffen gebruikers te fingerprinten. Het script verzamelde informatie over het apparaat en stuurde die vervolgens door naar een server. Als aan bepaalde criteria werd voldaan, werd een exploit voor een Chrome-kwetsbaarheid toegestuurd. Als er toegang verkregen kon worden tot het systeem, werd een volgend script toegestuurd waardoor een sandboxescape mogelijk werd en verdere toegang tot het apparaat mogelijk werd. Welke handelingen de exploit daarna uitvoerde, konden de onderzoekers van Google niet achterhalen. Ze stelden vast dat de hackers meerdere maatregelen troffen die het zeer moeilijk maakten om inzicht te krijgen in het verdere verloop van de aanval.
E-mail die de hackers gebruikten tijdens Operation Dream Job
Bloomberg-journalist Mark Gurman claimt dat Apple werkt aan een hardwareabonnement waarmee het iPhones en andere hardware aan de man wil brengen voor een maandelijks bedrag. Het bedrijf zal het abonnement volgens Gurman volgend jaar introduceren.
De techjournalist sprak naar eigen zeggen met bronnen die anoniem wensen te blijven. Zij stelden dat Apple achter de schermen werk maakt van deze hardwareabonnementsformule. Als Apple het abonnement introduceert, betekent dat volgens Gurman een heuse wijziging in verkoopstrategie van het Amerikaanse bedrijf. "Apple wil het kopen van een iPhone net zo makkelijk maken als het kopen van extra iCloud-opslag of een abonnement voor Apple Music. Deze aanpak kan het bedrijf helpen om meer omzet te draaien. Het wordt klanten immers een pak eenvoudiger gemaakt om duizenden dollars te spenderen aan nieuwe Apple-producten", klinkt het.
Volgens Gurman zullen Apple-klanten hun bestaande accounts kunnen gebruiken om zich voor het abonnement in te schrijven. De journalist stelt dat het bedrijf een maandelijks bedrag zal vragen dat hoger of lager zal zijn, afhankelijk van het toestel waarvoor gekozen wordt. Het is niet duidelijk of Apple de abonnementsformule wereldwijd wil introduceren.
In 2021 gaven Belgen 12,1 miljard euro uit aan goederen en diensten via e-commerce. Dat is volgens sectorfederatie BeCommerce 18 procent meer dan in 2020. De Belg kocht vorig jaar gemiddeld 20 keer online en dat in totaal voor een gemiddeld bedrag van 1445 euro.
Volgens BeCommerce deed de Belg vorig jaar 20 procent van al zijn uitgaven online en dat resulteerde in 168 miljoen online aankopen, 35 procent meer dan in 2020. Kleding was het populairst. BeCommerce gaf geen jaarcijfers mee, maar stelt dat tijdens het vierde kwartaal van 2021 20 procent van de online aankopen kleding was. De gamingcategorie was in die periode goed voor 19 procent van de online aankopen en de entertainmentcategorie was goed voor 10 procent.
Volgens BeCommerce gebeurde 'bijna de helft' van de online aankopen van de Belgen vorig jaar met de laptop en 17 procent van de Belgen zou de smartphone hebben gebruikt om online bestellingen te plaatsen. Met die smartphone werden bestellingen geplaatst van gemiddeld 72 euro. In 2019 was dat nog 102 euro en in 2020 was dat gemiddeld 81 euro.
Aandeelhouders hebben tegen een plan van Toshiba gestemd om het bedrijf in tweeën te splitsen. Na het splitsen zou er volgens Toshiba een bedrijf overblijven dat zich richt op energie, transport en accu's, en een bedrijf dat zich richt op diensten, halfgeleiders en opslag.
Toshiba zegt de uitslag te accepteren en dat het opnieuw zal kijken naar zijn 'strategische opties'. Daarna zal er bepaald worden wat het bedrijf gaat doen. Tijdens de vergadering waarin het plan van Toshiba werd weggestemd, werd er volgens de Financial Times ook een plan besproken dat het bedrijf zou dwingen om zich door een bedrijf of investeerders te laten overnemen. Dit voorstel kwam van de op een na grootste aandeelhouder en werd ook weggestemd. Het bedrijf kondigde begin februari aan zich in tweeën te willen splitsen in een Toshiba Infrastructure Service Co. en een Device Co.
Onder Service Co. zouden energiesystemen, infrastructuur, transport, accu's en batterijen vallen. Het meerderheidsaandeel dat Toshiba in geheugenchipfabrikant Kioxia heeft, zou hierbij verkocht worden om Toshiba-aandeelhouders tegemoet te komen.
Onder Device Co. zouden de halfgeleiderproducten, apparatuur voor de productie van halfgeleiders en de harde schijven voor datacenters vallen. Volgens Toshiba's plan zou dit bedrijfsonderdeel in het boekjaar van 2023 losgetrokken worden van Service Co. Alle andere onderdelen en dochterondernemingen zouden als onderdeel van de splitsing worden afgestoten. Het gaat dan onder meer om de airconditioningstak, de tak die liften in gebouwen maakt en een bedrijfsonderdeel dat met verlichting werkt.
Het is niet duidelijk of Toshiba nu zijn plan om te splitsen gaat staken of dat wil aanpassen. Investeerders zeggen tegen de FT dat Toshiba's ceo eerder heeft gezegd iets te zien in de volledige overname van het bedrijf door een enkel bedrijf of investeerder. Het gaat al jaren slecht bij Toshiba, onder meer door mismanagement, schandalen en een mislukte stap naar kernenergie.
Dell heeft zijn XPS 15- en XPS17-laptops vernieuwd en levert deze nu met een i5 of i7 van Intels Alder Lake-generatie en DDR5-geheugen. De XPS 15 is ook leverbaar met een i9 van die twaalfde generatie.
De XPS 15 kan worden uitgevoerd met een i5-12500H met twaalf kernen, of met een i7-12700H of i9-12900HK met veertien kernen. De videokaart is een geïntegreerde Iris Xe of UHD Graphics, of een RTX 3050 met 4GB GDDR6-geheugen. Eventueel kan dit een RTX 3050 TI zijn. Voor geheugen kunnen klanten kiezen uit 8, 16, 32 en 64GB, die met uitzondering van 8GB uit twee sticks bestaan. Het geheugen is altijd DDR5 en 4800MHz.
Bij opslag kunnen klanten uit drie M.2-PCIe-ssd's kiezen: een 512GB-, een 1TB- en een 2TB-versie. Voor het 15,6"-scherm kan worden gekozen uit wel of geen touchscreen, lcd of oled en een resolutie van 1920x1200 tot 3840x2400 pixels. Alle schermen zijn 60Hz en hebben een maximale helderheid van 400 tot 500cd/m².
De XPS 15-laptops hebben een vingerafdrukscanner, drie USB Type-C-poorten waarvan één USB 3.2 ondersteunt en twee Thunderbolt 4 ondersteunen, een 3,5mm-poort en een SD-kaartslot. De laptops zijn 344,44x230,10x18,54mm groot en wegen 1,84 tot 2,1kg. Ze hebben accucapaciteiten van 56 tot 86Wh. Verder is er een 720p-camera, hebben de twee woofers en tweeters een piekvermogen van 8W en is er ondersteuning voor Wi-Fi 6 en Bluetooth 5.2.
De XPS 17 krijgt dezelfde i5 en i7 als zijn kleinere broer, maar is op het moment van schrijven niet met de i9 te configureren. Ook ontbreekt de optie voor de RTX 3050 Ti; de versie met Nvidia GeForce RTX 3050 is wel te bestellen. Die grafische kaart krijgt bovendien 60W vermogen, 20W meer dan bij de XPS 15. De keuzen voor geheugen en opslag zijn gelijk. Het 17"-scherm is te bestellen als 1920x1200-pixelexemplaar zonder touchscreen of als 3840x2400-pixelversie met touchscreen. Beide lcd's hebben een maximale helderheid van 500cd/m².
Waar de XPS 15 drie USB-Type C-poorten krijgt, wordt de XPS 17 met vier van deze poorten geleverd. Deze ondersteunen bovendien allemaal Thunderbolt 4. De verdere specificaties zijn gelijk; alleen krijgt de XPS 17 een grotere 97Wh-accu en meet de laptop 374,48x248,08x19x54mm. Deze laptop weegt 2,17 tot 2,57kg.
De XPS15 is beschikbaar vanaf 1594 euro. Zijn grotere broer is vanaf 2033 euro te koop. Beide prijzen zijn omgerekend en inclusief btw. Benelux-prijzen zijn nog niet bekend; het is ook niet bekend wanneer de laptops naar Nederland en België komen.
AMD heeft meer bekendgemaakt over de werking van FidelityFX Super Resolution 2.0 en zegt dat de techniek naar Xbox-consoles komt en ook voor enkele Nvidia-gpu's beschikbaar zal komen. FSR 2.0 is een temporal upscalingtechniek die games op een hogere resolutie kan afspelen.
Zoals AMD medio maart aankondigde, gebruikt FSR 2.0 temporal upscaling, net als Nvidia's DLSS, in plaats van de spatial upscaling van de eerste FSR-versie. Dit betekent volgens AMD dat FSR 2.0 eerder in de framepipeline voorkomt en temporal anti-aliasing vervangt. FSR 2.0 gebruikt de diepte-, motionvector- en kleurbuffers om het beeld te upscalen.
Nvidia-gpu's gebruiken aparte kernen voor de machinelearningberekeningstaken, maar AMD's gpu's beschikken niet over die aparte kernen. FSR 2.0 gebruikt daarom een door AMD gemaakt algoritme dat vormen en objecten in een beeld kan herkennen, daar verbanden in kan zien met gegevens uit eerdere frames en zo het beeld kan upscalen naar een hogere resolutie.
AMD claimt dat zo'n handgemaakt algoritme voordelen heeft boven een machinelearningalgoritme, zoals dat het handgemaakt algoritme beter te optimaliseren is. Ook kunnen meer gamers er gebruik van maken, omdat er geen gespecialiseerde machinelearninghardware nodig is, zegt het bedrijf.
FSR 2.0 krijgt verder geen Ultra Quality-modus meer, maar alleen een Quality-modus als instelling met de hoogste kwaliteit. Hierbij is de schaalfactor 1,5 en is de beeldkwaliteit 'native of beter dan native', aldus AMD. Aan de andere kant is er Performance, dat een schaalfactor van 2 heeft en vooral bedoeld is voor hogere framerates. Daartussenin is nog de Balanced-instelling, met een schaalfactor van 1,7.
Daarnaast is er de optionele Ultra Performance-instelling, waarbij ontwikkelaars kunnen kiezen of ze die willen gebruiken of niet. Die heeft een schaalfactor van 3 en biedt de hoogste framerate en een beeldkwaliteit die 'representatief' is voor de native resolutie.
Hoewel FSR 2.0 de framerates van games kan verhogen, zegt AMD dat deze voor een prestatieoverhead van maximaal 1,5ms kan zorgen binnen games. Dit hangt af van de specificaties van een pc en van de game, maar FSR 2.0 zal wel meer van grafische kaarten vragen dan FSR 1.0. In de onderstaande twee tabellen geeft AMD een indicatie van de te verwachten vertragingen met een AMD Ryzen 9 5900X, maar geeft het ook aan dat het om voorlopige voorspellingen gaat op basis van de bèta. Links is in Quality-mode, rechts in Performance-mode. Beide modi zijn inclusief auto-exposure en zonder sharpening.
Ontwikkelaars moeten ondersteuning voor FSR 2.0 handmatig toevoegen aan hun games, net als bij DLSS en FSR 1.0. De integratietijd daarvoor verschilt volgens AMD per scenario. Bij games die al DLSS 2 ondersteunen, moet het 'minder dan drie dagen' duren om FSR 2.0-ondersteuning toe te voegen. Ook integratie in Unreal Engine 4- en 5-games moet relatief snel gaan via een FSR 2.0-plug-in. Bij games die geen ondersteuning hebben voor decoupled game- en renderresoluties ofmotionvectors zou integratie vier weken of langer duren, verwacht AMD.
AMD gaat FSR 2.0 beschikbaar stellen via GitHub als api en als C++- en HLSL-broncodes. Het bedrijf komt met DirectX 12- en Vulkan-samples en een Unreal Engine 4.26-plug-in. Ontwikkelaars kunnen FSR 2.0 in de toekomst ook implementeren in Xbox-games, maar AMD kan nog niet zeggen wanneer dit zal zijn. Ook kunnen pc-gamers FSR 2.0 gebruiken op GeForce-gpu's vanaf de GTX 1070 en op Radeon-gpu's vanaf de RX 590. FSR 2.0 komt in het komende kwartaal beschikbaar voor pc-gamers.
Door Stephan Vegelien,
24 maart 2022 15:03
• 119 reacties
De komst van het datacenter van Facebook-moederbedrijf Meta lijkt op losse schroeven te staan. De nieuwe gemeenteraad is fel tegen, minister De Jonge is niet enthousiast en de Eerste Kamer wil dat de regering ingrijpt tegen de bouw. Maar dat betekent niet dat het datacenter er niet komt.
De komst van het hyperscale datacenter van Facebook-moederbedrijf Meta leek in kannen en kruiken, nadat de gemeenteraad van Zeewolde in december het bestemmingsplan wijzigde dat de komst van het datacenter mogelijk maakt. Maar nu een nieuwe, kritische gemeenteraad zich aandient, minister De Jonge niets ziet in de komst van het datacenter én de Eerste Kamer eist dat de regering de bouw tegenhoudt, lijkt het niet zo zeker dat het datacenter er nog gaat komen. Althans, als we de politiek moeten geloven. Tegelijk is het niet de politiek, maar zijn het uitvoerende overheidsorganisaties die de beslissing moeten nemen. Wat betekent dat voor de komst van het datacenter? En is de komst nog tegen te houden?
'Halverwege 2021 moet de bouw beginnen'
In juni 2020 werd de komst van een datacenter van Facebook bij Zeewolde met trots bekendgemaakt. Het was gelukt om het grote Facebook naar de polder te halen. Optimistisch dacht de gemeente dat de bouw halverwege 2021 kon beginnen. Er moesten immers nog maar drie zaken geregeld worden: er moest grond gekocht worden, de gemeente moest de bestemming van de grond wijzigen en tot slot moest Meta de vergunningen rond krijgen voor de bouw. Het bleek iets ingewikkelder dan toen geschetst.
In april 2021 werd er door de gemeente een stuk grond aangekocht, een terrein van 115 hectare. 80 hectare daarvan werd door de gemeente doorverkocht aan Meta. Voor de koop van de grond van de gemeente werd een anterieure overeenkomst opgesteld, waarin onder meer staat dat Meta de grond pas definitief zal krijgen als de officiële procedure voor de bouw is afgerond. Ook staan er eisen in over het gebruik van restwarmte, het plaatsen van zonnepanelen en een minimale impact op de omgeving.
Eisen van het Rijk
Meta heeft nog eens zo'n 80 hectare nodig, die de gemeente moet kopen van het Rijksvastgoedbedrijf. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft al juridisch afspraken met Meta en de gemeente Zeewolde gemaakt over de verkoop en de verkoopvoorwaarden. Het Rijksvastgoedbedrijf stelt namelijk harde eisen voor het bereid is om de grond te verkopen. Die zijn geborgd in de anterieure overeenkomst tussen de gemeente, Meta en de provincie Flevoland, en ze sluiten aan bij wat de gemeente eerder al met Meta afgesproken had op het gebied van duurzaamheid. Het Rijksvastgoedbedrijf wil maximale duurzaamheid en minimaal energiegebruik. Er moeten op zoveel mogelijk plekken zonnepanelen komen te liggen, onder meer op de daken van het datacenter, en er moet zo min mogelijk gebruikgemaakt worden van oppervlaktewater voor koeling. Ook zou het Rijksvastgoedbedrijf graag zien dat er werk wordt gemaakt van het hergebruiken van restwarmte uit het datacenter.
Hoe dat gerealiseerd gaat worden, moet nog wel toegelicht worden. In het bestemmingsplan is namelijk te lezen dat het dakoppervlak niet geschikt is voor zonnepanelen vanwege de aanwezige installaties en de brandveiligheid. Een groot deel van de open ruimten is ook niet geschikt, omdat die ruimten onder meer tijdens de bouw nodig zijn voor opslag, omdat ze voor toekomstige uitbreiding zijn gereserveerd of zijn gereserveerd voor open zicht en 'mitigerende maatregelen natuur'. Toch moeten die zonnepanelen er komen. Er moet een capaciteit van 13MWp aan zonnepanelen komen, die overigens nog geen één procent van het jaarlijkse energiegebruik van het datacenter kunnen opwekken.
Daarnaast moet Meta dus werk maken van het hergebruiken van restwarmte. Daarvoor gaat Meta een installatie bouwen op het terrein, die onder meer helpt om de warmte uit het datacenter te verhogen tot een warmte die herbruikbaar is. Vervolgens moeten er natuurlijk leidingen gelegd worden naar Zeewolde, zodat de inwoners er ook van kunnen profiteren. Daarvoor zijn al plannen en Meta draagt daarvan een groot deel van de kosten. Hoewel er juridisch al een overeenkomst ligt voor de verkoop, is de verkoop nog niet definitief. De komende tijd zal onderzoeksbureau TNO de plannen van Meta beoordelen om te zien of ze voldoen aan de eisen van het Rijksvastgoedbedrijf. Dan pas gaat het Rijksvastgoedbedrijf definitief over tot de verkoop. De kans dat de politiek hier nog invloed op kan uitoefenen is klein, omdat er al afgesproken is onder welke voorwaarden de verkoop kan doorgaan.
Plannen voor het komende datacenter bij Zeewolde. Meta kocht het groene, paarse en de helft van het blauwe deel van de gemeente. De rest is van het Rijk. Beeld: Gemeente Zeewolde
De vergunningen
Toch valt of staat het niet alleen met het oordeel van het Rijksvastgoedbedrijf. Natuurlijk is er het definitieve bestemmingsplan, waar de komende zes weken bezwaar tegen gemaakt kan worden, en er zijn de vergunningen voor de bouw. Daarmee ligt de bal bij de provincie Flevoland en het waterschap Zuiderzeeland. Hoewel het lijkt alsof dat betekent dat de publieke opinie via de provincie en het waterschap nog invloed kan uitoefenen op de komst, is dat in werkelijkheid vrijwel niet zo. De plannen van Meta worden door de provincie Flevoland en het waterschap op een aantal wettelijk vastgelegde zaken beoordeeld. Meta heeft inmiddels alle nodige vergunningen aangevraagd: de omgevingsvergunning, de natuurvergunning, de ontgrondingsvergunning en de watervergunning. Alle vergunningen zijn 'ontvankelijk verklaard' door de omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, die de vergunningen in opdracht van de provincie en het waterschap zal beoordelen.
Wat houdt dat nu precies in? Voor de omgevingsvergunning zal de omgevingsdienst, in opdracht van de provincie, beoordelen of de bouwwerkzaamheden voldoen aan wet- en regelgeving en geen hinder veroorzaken voor mens en milieu. Dat gebeurt in algemeenheid op de volgende punten: veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Allemaal zaken die Meta uitgebreid heeft laten onderzoeken. De omgevingsdienst wil wel nog een paar aanvullingen ontvangen die gaan over de bouw. Daar is Meta druk mee bezig. Wat die aanvullingen inhouden, dat zegt de omgevingsdienst niet.
De natuurvergunning heeft Meta bij de provincie Flevoland aangevraagd. Die is nodig omdat de bouw en de komst van het datacenter gevolgen kunnen hebben voor beschermde planten, leefgebieden en diersoorten in de omgeving. Het datacenter komt relatief dichtbij het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren te liggen en ook de Veluwe ligt niet ver weg. Ook de natuurvergunning hoeft geen groot obstakel te zijn. Met name de stikstofuitstoot bij de bouw is een punt van aandacht, maar er is al bekend dat veel minder stikstof op de Veluwe zal terechtkomen dan eerder gedacht. Aan de basis van de natuurvergunning ligt de milieueffectrapportage die Meta drie keer moest herzien. Nu die helemaal op orde is, lijkt deze vergunning ook geen probleem te worden.
Dan rest nog de ontgrondingsvergunning voor het afgraven van grond, waarin Meta omschreven heeft hoeveel er afgegraven wordt en hoe diep er gegraven wordt, welk materiaal er afgegraven wordt en hoe lang het afgraven gaat duren. In totaal wordt er 740.000 vierkante meter afgegraven, met een maximale diepte van 7,5 meter onder het maaiveld. De omgevingsdienst zal de graafwerkzaamheden toetsen op archeologie, ecologie, hydrologie, bodem en hinder voor de omgeving.
Tot slot moet het waterschap beslissen over de watervergunning, omdat Meta voor een deel oppervlaktewater nodig heeft voor de koeling. De omgevingsdienst en het waterschap hoeven voor die laatste twee geen aanvullende informatie te ontvangen van Meta. Wanneer de ontwerpbesluiten van alle vergunningen klaar zullen zijn, is nog niet bekend.
Artist's impression van het Meta-datacenter bij Zeewolde. Beeld: Gemeente Zeewolde
Als alle vergunningen rond zijn, worden die nog één keer ter inzage gelegd en kan iedereen die dat wil nog één keer bezwaar aantekenen. Dat moet bij de Raad van State, die alle bezwaren beoordeelt. Zo heeft bijvoorbeeld LTO Noord al aangegeven het bestemmingsplan aan te vechten bij de Raad van State. Daar kan natuurlijk nog van alles uitkomen en het lijkt dan ook het belangrijkste moment waarop tegenstanders de komst nog kunnen tegenhouden. Is de Raad van State toch positief in zijn oordeel én verkoopt het Rijksvastgoedbedrijf de resterende 80 hectare grond, dan staat Meta in principe niets meer in de weg om het datacenter te bouwen, zelfs niet als het aanstaande college in de gemeente Zeewolde, de Eerste Kamer en minister De Jonge tegen de komst van het datacenter zijn. Die moeten op zoek naar juridische mazen om de bouw tegen te houden. En dat gaan ze ook zeker doen. Zoals de Leefbaar Zeewolde-lijsttrekker Tom Zonneveld zegt: "Bij elke horde proberen we het proces te vertragen." Of dat ook effect gaat hebben, dat is de vraag.
Intussen staat Meta in de startblokken. Volgens Meta's planning moeten de eerste twee datahallen, een administratief en logistiek gebouw, een hoogspanningsstation en noodgeneratoren in 2023-2024 in gebruik genomen worden. Tussen 2022 en 2024 wordt ook een derde datahal gebouwd, met nog een administratief gebouw. In de periode 2023-2028 moeten de vierde en vijfde datahal gebouwd worden, met administratieve gebouwen. Het hele datacenter moet in 2028 operationeel zijn. Althans, als Meta door alle politieke weerstand nog wel naar Nederland wil komen.
Er is een patentaanvraag van Apple naar buiten gekomen die een apparaatje toont voor het laten horen en opvangen van geluid. Gebruikers kunnen dat op hun kleding dragen, waarna het apparaat gericht geluid naar de oren stuurt.
Door het geluid met beamforming uit verschillende luidsprekers te sturen beschermt het apparaatje de privacy van gebruikers, doordat anderen het geluid niet of bijna niet kunnen horen, zegt Apple. Het apparaatje zou ook verschillende microfoons hebben die door de plaats te berekenen waar het geluid vandaan komt, alleen luisteren naar de gebruiker en niet naar andere stemmen.
De bedoeling is dat gebruikers door deze oplossing geen oordopjes of koptelefoons hoeven te dragen om audio te horen. "Veel audioheadsets zijn een beetje ongemakkelijk om te dragen en kunnen de gebruiker beperken in het horen van geluiden uit de omgeving. Ook kan het communiceren met anderen lastiger zijn", aldus Apple.
In de aanvraag, die donderdag naar buiten kwam en vorig jaar is ingediend, wordt ontwerper Daniel Podhajny genoemd als primaire uitvinder. Hij werkte voor Apple onder meer bij kledingbedrijven aan technologische toepassingen.
De tekening bij de patentaanvraag laat zien dat het apparaatje boven aan de kleding gedragen kan worden, als een Communicator uit Star Trek. Het is onbekend of Apple het product echt wil maken. Bedrijven als Apple dienen veel patentaanvragen in, die lang niet alle leiden tot een echt product.
Amazon heeft twee nieuwe eero-meshrouters aangekondigd: de eero 6+ en de eero Pro 6E. Laatstgenoemde is de eerste Wi-Fi 6E-meshrouter van het bedrijf en heeft een maximale draadloze snelheid van 1,3Gbit/s. De eero 6+ is een goedkopere gigabitmeshrouter.
De eero Pro 6E krijgt een gigabitpoort en een 2,5-gigabitpoort. De meshrouter kan daarnaast de 6GHz-frequenties gebruiken binnen Wi-Fi 6E om een maximale draadloze snelheid van 1,3Gbit/s te halen. Het meshnetwerk zou maximaal 100 apparaten tegelijk ondersteunen en een enkele meshrouter biedt een bereik van maximaal 186 vierkante meter.
Een enkele eero Pro 6E is 14,2x13,8x5,1cm groot en heeft een 1GHz-dualcore-cpu, 1024MB geheugen en 4GB opslag. Eén eero Pro 6E kost omgerekend met btw 330 euro. Bundels met twee of drie routers kosten respectievelijk 550 euro en 771 euro, omgerekend met btw. Of en wanneer de meshrouters in Nederland en België beschikbaar komen, is niet duidelijk.
De eero 6+ ondersteunt in tegenstelling tot de Pro 6E geen 6GHz-frequenties en is volgens Amazons zijn goedkoopste gigabitmeshrouter. Deze heeft twee gigabitpoorten en kan een internetaansluiting bieden aan ruim 75 apparaten tegelijk. De eero 6+ heeft een bereik van 139 vierkante meter.
Eén eero 6+ meet 9,94x9,7x6,58cm en heeft dezelfde cpu- en opslagspecificaties als de eero Pro 6E, maar de helft minder geheugen. Een enkele eero 6+ kost 153 euro; bundels met twee of drie kosten 263 en 330 euro. Deze prijzen zijn omgerekend en inclusief btw.
Een vergelijking tussen de Amazon eero Pro 6E, de Pro 6 en de 6+, met twee meshrouters per platform
NASA heeft Amerikaanse bedrijven toch gevraagd een tweede commerciële maanlander te ontwikkelen. Deze maanlander zal naast SpaceX' Starship ontwikkeld worden en niet voor 2026 worden ingezet. Onder meer Blue Origin had plannen voor zo'n maanlander.
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA spreekt over 'aanvullende mogelijkheden' voor bedrijven om maanlanders te ontwikkelen. Het gaat om maanlanders die astronauten vanaf een ruimtestation in een baan om de maan naar de oppervlakte van de maan kunnen brengen en omgekeerd. Dat gebeurt via het Lunar Gateway-programma, onderdeel van NASA's Artemis-maanprogramma. Dat programma bestaat sinds 2017 en omvat naast de Lunar Gateway ook een lander die door de industrie moet worden gebouwd.
De eerste twee landingsmissies worden door SpaceX en diens Starship uitgevoerd. Het bedrijf van Elon Musk won hiervoor afgelopen april een contract van 2,89 miljard dollar. Dit gaat echter niet voor april 2025 gebeuren en daarna moet er nog een tweede 'demonstratiemissie' plaatsvinden.
De Amerikaanse overheid heeft NASA nu het budget gegeven om een tweede maanlander te laten ontwikkelen. Dat wilde de ruimtevaartorganisatie al langer, maar concrete plannen werden wegens geldgebrek opzijgezet, waardoor alleen SpaceX overbleef als partner. Twee maanlanders betekent volgens NASA dat er meer onderlinge concurrentie is en dat de organisatie bovendien niet afhankelijk is van één partij voor de Artemis-missies. De twee bedrijven moeten laten zien dat de maanlanders succesvol mensen naar de oppervlakte van de maan kunnen brengen, voordat NASA ze opdrachten gaat geven voor volgende missies.
Blue Origin, dat eerder meedeed in de race om een maanlander te ontwikkelen, was het niet eens met de beslissing om slechts één partij het landercontract te geven. Het bedrijf van Amazon-oprichter Jeff Bezos klaagde NASA in augustus dan ook aan, maar de rechter oordeelde dat NASA niets fout had gedaan. Deze rechtszaak leidde er wel deels toe dat de maanmissie met SpaceX een jaar werd uitgesteld, tot 2025.
Blue Origins eerdere ontwerp van een maanlander voor de Artemis-missies
ByteDance, het Chinese moederbedrijf van video-app TikTok, heeft toegegeven dat het in Duitsland onschuldige woorden blokkeerde. Dat gebeurde per ongeluk, betoogt het bedrijf. Het woordfilter zou te strak afgesteld zijn geweest.
ARD-tv-programma Tagesschau ontdekte de woorden bij het plaatsen van reacties op TikTok. Daarbij ging het om woorden als 'gay', 'heteroseksueel', 'homofoob' en 'porno', zo is te zien in de lijst. Ook de naam van Peng Shuai komt voor. Shuai is een Chinese professionele tennisster die een Chinese politicus beschuldigde van seksueel misbruik en vervolgens enige tijd verdween.
Volgens TikTok was het woordfilter te strak afgesteld. Zo zou de naam van de tennisster geblokkeerd zijn omdat daarin de lettercombinatie 'hua' zit, wat een Oostenrijks scheldwoord zou zijn om een vrouw als prostituee aan te duiden. Het is onduidelijk waarom het filter geen verschil zag tussen een los woord en een aaneengeschreven naam.
De blokkade van de termen is opgeheven. Die blokkade zat alleen op de reacties. Een woordfilter moet het plaatsen van reacties met ongewenste termen daarmee onmogelijk maken. Dat is een geautomatiseerd systeem en heeft geen menselijke moderatie. Het is onbekend of er in Nederland en België ook onschuldige woorden en termen op de lijst staan.
E Ink heeft de E Ink Gallery Plus-panelen aangekondigd, schermen die meer kleuren en een hoger contrast kunnen weergeven dan eerdere e-inkpanelen. Gallery Plus-schermen kunnen tot 60.000 kleuren laten zien en zijn vooral voor informatieschermen bedoeld.
De Gallery Plus-schermen kunnen tot 60.000 kleuren weergeven, waar de Triton-schermen maximaal 4096 kleuren kunnen laten zien. Het contrast ligt bovendien 40 procent hoger, met 14:1. E Ink wil de panelen in verschillende formaten gaan produceren, waaronder 13,3, 25,3 en 28 inch.
Het bedrijf richt zich met de panelen niet op e-readers en andere consumentenproducten, maar op informatieschermen voor bijvoorbeeld restaurants, winkels en in het openbaar vervoer. Hier moeten ze geprinte posters vervangen en daardoor zullen ze beter voor het milieu zijn, stelt E Ink. De panelen zouden weinig energie gebruiken. De twee grootste panelen zouden al gebruikt worden in de metro in Taipei.
De panelen gebruiken Advanced Color ePaper, een schermtype dat E Ink zes jaar geleden onthulde. Toen ging het om een 20"-paneel met een resolutie van 1600x2500 pixels. Dit scherm had ook een lage verversingssnelheid van twee seconden. Daarom zouden de panelen niet geschikt zijn voor e-readers, maar bijvoorbeeld wel voor informatieborden.
Samsung erkent het probleem van zijn smartphone S22 Ultra met de ontvangst van gps-signalen. Het werkt aan een update om dat probleem te verhelpen, zegt een moderator op Samsungs eigen forum. Het is nog onbekend wanneer de fix er zal zijn.
De moderator zegt dat Samsung zich bewust is van het probleem en werkt aan een software-update die het moet oplossen. Samsung Benelux heeft hetzelfde gezegd tegen een Nederlandse gebruiker van de telefoon die contact opnam met het bedrijf. In die verklaring staat dat de fix komt in 'een volgende onderhoudsrelease', vermoedelijk een komende beveiligingsupdate.
Gebruikers melden dat in apps als Google Maps en Waze het gps-signaal af en toe wegvalt en de telefoon dan aangeeft te 'zoeken naar gps'. Soms lost een reboot het probleem tijdelijk op, totdat het terugkeert. Het gaat vooral om de in België en Nederland verkochte versie van de telefoon met Exynos-soc van Samsung zelf.
Het is onbekend hoeveel gebruikers het probleem hebben. Het gps-probleem lijkt zich niet voor te doen met de andere S22-modellen. Samsung bracht de S22 Ultra vorige maand uit. Het gaat om een nieuwe telefoon die voorheen in de Galaxy Note-serie zou zijn geplaatst, met een pennetje dat gebruikers in de behuizing kunnen opbergen.
Intel en Nvidia zijn in gesprek over het fabriceren van Nvidia's chips. Beide partijen zeggen dat het nog lang kan duren voordat een overeenkomst definitief is. Nvidia laat nu chips maken door TSMC en Samsung. Het lijkt er niet op dat het bedrijf hiermee wil stoppen.
Welke chips Nvidia door Intel wil laten bouwen, is niet duidelijk. Nvidia's ceo Jensen Huang zegt volgens onder meer Tom's Hardware dat het zijn strategie is om binnen de leveringsketen 'diversiteit en marge' te hebben. Huang zegt niet waarom, maar waarschijnlijk wil hij hiermee de leveringsketen minder afhankelijk maken van één partij en zo de leveringszekerheid vergroten.
De ceo zegt daarbij nu tevreden te zijn met TSMC, maar daarnaast 'aangemoedigd' te zijn door het werk dat Intel doet. Daarnaast merkt hij op dat de twee bedrijven nu al veel samenwerken. Ook verwacht hij geen negatieve gevolgen als Intel straks meer over Nvidia te weten komt als het zijn chips gaat bouwen. "Intel kent al jaren onze geheimen; AMD kent al jaren onze geheimen", zegt Huang. "We delen onze roadmaps, natuurlijk vertrouwelijk. De sector heeft geleerd om zo te werken."
Hoewel Nvidia de intentie heeft om met Intel te gaan samenwerken aan het maken van Nvidia's chips, is intentie alleen niet genoeg volgens Huang. "We moeten onze technologie, bedrijfsmodellen, capaciteit en processen op één lijn krijgen. Het vergt veel tijd en diepe discussies; we zijn hier geen melk aan het kopen. Het heeft jaren gekost om onze samenwerkingen met TSMC en Samsung tot stand te brengen. Dus we zijn zeer open-minded in het overwegen van Intel."
Intels ceo Pat Gelsinger bevestigt tegen Reuters dat er gesprekken gaande zijn tussen de twee bedrijven, maar dat er nog geen tijdlijn is. Een jaar geleden kondigde Intel Foundy Services aan, een bedrijfsonderdeel dat chips voor externe bedrijven gaat produceren. Dat gaat bijvoorbeeld om x86-, Arm- en RISC-V-processors. Voor deze bedrijfstak gaat het bedrijf ook extra fabrieken bouwen, waaronder in Duitsland. Qualcomm en Amazon Web Services hebben ook al interesse getoond in Intel Foundry Services.
Spotify gaat later dit jaar een Google Play-betaalsysteem aanbieden in de Android-app. Nu leidt de app gebruikers naar een webview om een abonnement aan te schaffen. Dat zal vanaf later dit jaar in de app zelf gebeuren.
Spotify gaat de betaalmethode aanbieden in diverse landen, maar zegt niet welke dat zijn. Nu kunnen gebruikers binnen de app alleen via de webview een abonnement aanschaffen. Het gaat om een samenwerking met Google om te kijken hoe het aanbieden van twee betaalmethoden in de app zou gaan werken.
Het is nog onbekend of de prijs hoger zal zijn als gebruikers het abonnement besluiten af te rekenen via Google. Straks moet het audiostreamingbedrijf een percentage van het abonnementsgeld betalen aan Google; dat is bij de eigen betaalmethode niet het geval.
Op Android is het systeem van een webview om gebruikers te laten betalen toegestaan, op iOS is dat niet het geval. Daar verlopen betalingen verplicht via Apples betaalsysteem. Het systeem van de verplichte koppeling tussen downloadwinkel en betaalmethode staat in diverse landen onder druk. Zuid-Korea heeft een wet doorgevoerd die het toestaan van andere manieren om te betalen verplicht stelt. De Nederlandse toezichthouder ACM probeert Apple te dwingen om andere betaalmethoden toe te staan in datingapps en in de Verenigde Staten komt er wetgeving aan op dit gebied.
Huidige manier van betalen binnen Spotify op Android
Het gebruik van Apples digitale assistent Siri is in het afgelopen jaar gedaald van 40 naar 31 procent. Dat blijkt uit cijfers van de Nationale Voice Monitor van DirectResearch. Google Assistent blijft veruit het meest gebruikt.
In het onderzoek zei 31 procent van de gebruikers van digitale assistenten Siri te raadplegen, schrijft Frankwatching op basis van de nog niet gepubliceerde Voice Monitor. Dat was vorig jaar nog 40 procent. Google is marktleider in Nederland met 68 procent, al stagneert het aantal gebruikers daarvan wel. Amazon Alexa en Samsung Bixby volgen op grote afstand.
In totaal gebruikt 37 procent van de ondervraagden een spraakassistent, tegenover iets meer dan 30 procent een jaar geleden. Ook zeiden gebruikers gemiddeld iets vaker spraakassistenten te gebruiken, maar ze deden dat juist minder in de woonkamer, in de keuken, in de slaapkamer en in de auto. De meesten vragen om de weersvoorspelling of het nieuws, willen feitjes weten of vragen naar openingstijden van winkels of andere plekken om heen te gaan.
DirectResearch deed het onderzoek dan ten grondslag ligt aan de Voice Monitor in december 2021. Het was een vragenlijst die 1422 mensen hebben ingevuld. Die groep is volgens het onderzoeksbureau representatief voor de Nederlandse bevolking.
De Russische communicatietoezichthouder Roskomnadzor heeft op woensdag de toegang tot Google News vanuit Rusland geblokkeerd. De nieuwsaggregator zou toegang geven tot 'nepnieuws' rondom de oorlog in Oekraïne.
Om welk nepnieuws het gaat, is niet duidelijk, maar tegen persbureau Interfax zegt Roskomnadzor dat het om 'verschillende publicaties' gaat die 'onbetrouwbare informatie rondom de speciale militaire operatie in Oekraïne' verspreiden. Rusland noemt de oorlog in Oekraïne een 'speciale militaire operatie'.
Media die in Rusland actief zijn, mogen de Russische invasie geen oorlog of invasie noemen. Nieuwspublicaties die dit wel doen, worden gezien als verspreiders van illegale desinformatie en nepnieuws. Journalisten kunnen jarenlang in de cel worden gezet of hoge boetes krijgen.
Het is niet voor het eerst sinds de oorlog in Oekraïne dat Rusland buitenlandse platforms blokkeert of belemmert. Eerder gebeurde dat met Facebook en Twitter. Ook zijn diverse techbedrijven gestopt met de verkoop van producten en diensten in Rusland en zijn veel onafhankelijke Russische en buitenlandse journalisten het land ontvlucht. Andersom zijn de nieuwssites RT en Sputnik geband in Europa, vanwege het verspreiden van nepnieuws.
Nothing, het bedrijf van OnePlus-oprichter Carl Pei, komt binnen een paar maanden met zijn eerste smartphone. De bedoeling is een eigen ecosysteem te bouwen. De smartphonemarkt is in de afgelopen jaren bijzonder lastig gebleken om in door te breken.
Nothing hield woensdagmiddag een presentatie om zijn eerste smartphone te teasen. Die draait op Android met daaroverheen Nothing OS, een skin over Android waarin volgens Pei 'elke byte zin heeft'. Over de specificaties en het design zei Pei verder niks, maar het is al wel duidelijk dat de telefoon ledstrips aan de achterkant krijgt met een onbekende functie en zal draaien op een Qualcomm Snapdragon-soc.
Het bedrijf is een initiatief van Carl Pei, de medeoprichter van OnePlus die eind 2020 vertrok bij de Chinese fabrikant, vermoedelijk uit onvrede met de gekozen strategie. Die strategie is inmiddels duidelijk: OnePlus en OPPO zijn de facto samengegaan en delen nu naast inkoop ook de designteams en softwarecode.
Eerst oortjes
Nothing kwam in de zomer van vorig jaar met zijn eerste product: de ear(1). Dat zijn draadloze oortjes met een transparant ontwerp en ruisonderdrukking voor een relatief lage prijs van 99 euro. Er zijn er sindsdien 400.000 van verkocht. Daarmee heeft het een minuscuul marktaandeel, want in totaal gingen er rond de 350 miljoen draadloze oortjes over de toonbanken, schat het analistenbureau IDC.
Beginnen met bluetoothoortjes is logisch. Het is een groeimarkt. Mensen hebben door de slijtende accu's elke paar jaar een nieuw setje nodig en de doelgroep is iedereen met een smartphone. Daarnaast zijn de marges in die markt hoog: componenten zijn gestandaardiseerd en goedkoop te produceren, terwijl bedrijven als Apple en Samsung met hun producten de adviesprijzen redelijk hoog hebben gelegd. Dat schept ruimte om met een goedkoper product marktaandeel te winnen én marge te maken.
De smartphonemarkt is een andere tak van sport. Er zijn diverse elementen die ervoor zorgen dat het lastig zal worden voor Nothing om binnen te dringen en een plekje te veroveren op de smartphonemarkt.
Onderdelen inkopen
Om te beginnen met de onderdelen: camera's, trilmotors en accu's zijn volop in massaproductie, dus het is makkelijk om daaraan te komen. Maar grote fabrikanten als Apple, Samsung, Xiaomi en OPPO staan vooraan in de rij. Omdat ze veel meer exemplaren van een bepaald onderdeel afnemen, betalen ze bij inkoop een lagere prijs.
Dat is terug te zien bij de producten van die fabrikanten. Schermen met dezelfde karakteristieken zitten dan een jaar lang in veel producten van diverse merken. Heeft OPPO-moederbedrijf BBK goedkope 6,5"-oleds met 1080p-resolutie en 90Hz-verversingssnelheid op de kop weten te tikken? Dan zie je die schermen terug in producten van OnePlus, OPPO, Vivo en realme. Xiaomi doet hetzelfde met Poco en Redmi.
Wat je betaalt voor inkoop is belangrijk, want de marges op de smartphonemarkt zijn vaak niet hoog. Op een midrangetelefoon is de marge vaak niet meer dan een paar procent en dat komt dus uit op maximaal een paar tientjes in euro's. Als beginnende fabrikant kun je kiezen: wil je een ouder, maar goedkoper onderdeel of een duurder, nieuwer onderdeel? Met de eerste optie kun je de Chinese giganten matchen in prijs, bij de tweede in specs, maar allebei is voor een beginneling zo goed als onmogelijk.
Zoek de verschillen: OnePlus Nord N100, Oppo A53 en Realme C17
De camera's
En zelfs als je als beginnende smartphonemaker bijvoorbeeld goede camera's op de kop hebt getikt, dan begint het daar pas. Om mee te doen moet de software ook in orde zijn. Camera's in smartphones zijn in steeds mindere mate hardware en steeds meer software.
Daarbij gaat het onder meer om beeldherkenning om bijvoorbeeld gezichten, gras en lucht te onderscheiden en de instellingen bij beeldverwerking daarop af te stellen. Een fatsoenlijke nachtmodus is ook niet zomaar in elkaar gedraaid, en bij video kost het ook veel ontwikkeltijd om goede resultaten uit de camera's te krijgen.
Ga maar na: de beste smartphonecamera's zijn al jaren, al sinds software zo'n belangrijke rol speelt, in handen van grote fabrikanten als Apple en Samsung. Huawei had ook een hoog niveau bereikt, maar is ook buiten smartphones om een techgigant die veel geld kan investeren in onderzoek en ontwikkeling.
De cameraervaring is bovendien belangrijk. Elke Android-smartphone draait dezelfde apps en veel gebruikte onderdelen zijn bovendien gelijkwaardig tussen veel modellen in dezelfde prijsklasse. De cameraervaring is, vooral in het duurdere segment, een belangrijk onderdeel waarmee fabrikanten zich kunnen en willen onderscheiden.
Softwareondersteuning
Met de release van een telefoon begint het pas. Nothing bestaat pas net en een telefoon gaat al snel drie tot vijf jaar mee. Wie zegt dat Nothing er nog is als de telefoon het zal begeven? En toch is het wel belangrijk dat consumenten dat vertrouwen hebben.
Want updates en upgrades vormen een belangrijk onderdeel van de belofte bij de verkoop. Hoe lang kunnen kopers ondersteuning verwachten van Nothing? Het is een bedrijf zonder trackrecord, en een bedrijf zonder garantie op een lang bestaan. Zelfs als de belofte uitzonderlijk lang is, valt te bezien of het de fabrikant lukt om dat waar te maken.
Dat is anders dan toen Pei samen met Pete Lau OnePlus oprichtte. Toen waren updates en upgrades niet zo belangrijk en de verwachtingen van consumenten lagen toen minder hoog op het gebied van camera en softwareondersteuning.
Het ecosysteem bouwen
Nothing spreekt de ambitie uit om een ecosysteem te bouwen. Dat is iets wat veel fabrikanten willen, maar wat zelden slaagt. Apple heeft het bekendste ecosysteem met onder meer telefoons, horloges en computers die samenwerken. Samsung probeert dat ook al jaren en hoewel de apparaten tot op zekere hoogte prima kunnen samenwerken, heeft dat er nog niet toe geleid dat massa's gebruikers om die reden meerdere apparaten van Samsung aanschaffen. Xiaomi heeft veel producten en dus ook een ecosysteem, maar in hoeverre die producten elkaar versterken, is niet helemaal duidelijk.
Het probleem van een ecosysteem is dat om het overtuigend te maken, gebruikers voordelen moeten hebben van het gebruik van meerdere producten. Dat kan bijvoorbeeld met korting bij het kopen van meerdere producten. Een andere manier is het beperken van functies tot eigen apparaten. Zo werken bepaalde functies van Airpods alleen op andere Apple-apparaten en verbinden Samsung-oortjes makkelijker met Galaxy-telefoons.
Met een beperkt marktaandeel is dat lastig te verkopen. Je beperkt een product dat mogelijk populairder zou worden in functionaliteit om andere producten te pushen. Het is een kip-eiverhaal: er hebben alleen veel gebruikers voordeel van een ecosysteem als er al veel gebruikers zijn, maar als je de functionaliteit beperkt, terwijl het marktaandeel nog laag is, kun je jezelf in de voet schieten. Nothing probeert dat te ondervangen door te beloven dat producten van andere fabrikanten in hetzelfde ecosysteem komen, maar het is lastig voor te stellen wat die fabrikanten daarmee te winnen hebben. Er is nog weinig te zien geweest van de samenwerkingen, al bevatte een screenshot van Nothing OS tijdens de presentatie wel een toggle met daarin de accustatus van een Tesla-auto.
Waar je te koop bent
Het is een bekend verhaal: OnePlus begon met uitnodigingen om hun telefoons te kopen wegens grote populariteit. Althans: dat leek zo. In feite lagen de leveringen niet hoog genoeg om een deuk in een pakje smartphoneboter te slaan: het marktaandeel is nooit echt hoog geweest.
Die strategie van louter online verkopen duurde een paar jaar. Inmiddels zijn er deals met providers en retailers om de telefoons aan de man of vrouw te brengen. Dat is logisch: de meeste smartphonekopers moeten een toestel zien om het te willen kopen. Dat kan alleen als je de marketing niet alleen doet. Providers en retailers zijn waardevol voor elke smartphonemaker om een toestel te verkopen.
Nothing zal om de kosten te drukken, vermoedelijk beginnen met online verkoop en voor veel tweakers is dat afdoende: die weten de site wel te vinden. Voor veel andere smartphoneverkopers is dat anders: providers en retailers nemen telefoons in groten getale af en proberen die vervolgens zelf weer te verkopen, liefst met een marge.
Het voordeel daarvan is dat je op veel meer plekken zichtbaar bent en dus meer telefoons verkoopt. Het nadeel is dat het opzetten van die contacten en deals tijd- en geldrovend is. Het verklaart waarom OnePlus het model van online verkoop na een paar jaar liet vallen. Het is afdoende voor een start-up, maar als je groter wil worden, dan heb je meer verkooppunten nodig. Aan de andere kant is er ook een aanwijzing dat Nothing wél een deal heeft gesloten met een provider, want in een screenshot tijdens de presentatie is O2 UK te zien, een provider uit het Verenigd Koninkrijk.
Daar komt bij dat de smartphonemarkt niet langer een groeimarkt is. De taart wordt niet meer groter, dus het is zaak marktaandeel af te pakken. Daarbij zet Nothing in op concurrentie met Apple, zo zegt het. Dat lijkt onwaarschijnlijk: Apple-klanten behoren tot de trouwste klanten vanwege het ecosysteem en de bekendheid met de telefoon.
Money money money
De smartphonemarkt is eigenlijk een oligopolie geworden: een markt waarin een paar producenten het voor het zeggen hebben en de rest alleen een rol in de marge is gaan spelen. Het is zelfs grote bedrijven als Microsoft, Sony, HTC en LG niet gelukt om een blijvende voet tussen de deur te krijgen. Ook bij start-ups als Essential, waarvan Nothing de merkrechten in handen heeft, lukte het vijf jaar geleden niet.
Essential Phone
Bij Peis vorige bedrijf OnePlus lukte dat wel, maar het kon bogen op de inkoopkracht en het geld van moederbedrijf BBK. Die luxe lijkt er nu niet, al heeft Nothing wel een investering van 70 miljoen dollar in de zak.
Dat is niet niks, maar als je nagaat dat een beetje telefoon al 200 dollar kost om in elkaar te zetten, dan kunnen de verkoopambities aanvankelijk niet te hoog liggen. Met 70 miljoen dollar kun je de fabricage van 350.000 telefoons voorfinancieren en dan heb je je eigen mensen nog niet eens betaald.
Redenen waarom het wel zou lukken
Aan de andere kant maakt Nothing gebruik van particuliere investeerders, die daarmee een financieel belang hebben om Nothing een succes te zien worden. Bovendien heeft Pei veel goodwill bij enthousiastelingen uit de OnePlus-tijd.
Het bedrijf heeft bovendien met de oordopjes laten zien dat het hardware kan uitbrengen en kan distribueren op enige schaal, een behoorlijke horde voor elke start-up. Daarnaast kent Pei de smartphonemarkt én de beoogde doelgroep goed. Hij weet die bovendien goed te mobiliseren, iets dat Nothing goed kan gebruiken. OnePlus maakte bovendien jarenlang gebruik van slimme marketing en Pei gokt op hetzelfde 'community-gevoel' als OnePlus destijds deed.
Al die uitdagingen betekenen dus zeker niet dat Nothing kansloos is op de smartphonemarkt. Hoe de kansen liggen, is immers nog niet in te schatten. Het is nu lastiger dan ooit om met een start-up de smartphonemarkt te bestormen. Het wordt misschien niet makkelijk voor Nothing, maar niks is onmogelijk.
Securityplatform Okta is niet gehackt, zegt het zelf. Of toch wel. Nou ja, een klein aantal klanten. En de claims van hackers dat ze álle klanten hebben gehackt, zijn authentiek, maar overdreven. We bespreken wat we over de aanvallers weten en wat de gevolgen zijn van deze aanval.
Wie of wat is Okta?
Singlesign-onprovider Okta heeft twee zware dagen achter de rug nu de notoire hackergroep Lapsus$ beweert diep in zijn systemen te zijn doorgedrongen. Okta is een securitybedrijf uit San Francisco dat sinds 2009 actief is en in die tijd een indrukwekkend portfolio van klanten heeft opgebouwd. Het bedrijf noemt zichzelf een 'identiteitsprovider voor internet'. In de praktijk biedt het een authenticatieplatform aan waarmee organisaties aan identiteitsmanagement kunnen doen. Systeembeheerders kunnen bijvoorbeeld het singlesign-onplatform gebruiken om in een portal de toegangsrechten van alle gebruikers binnen een organisatie in te zien en te beheren. Belangrijk te vermelden is dat dat platform cloudbased is en bedrijven het dus niet in eigen beheer houden.
Het bedrijf zegt dat het 15.000 klanten heeft. Daar zouden grote namen onder vallen: T-Mobile, HP, Sonos en JetBlue zijn slechts een handjevol van die klanten, maar het bedrijf bedient ook overheidsinstellingen als de Amerikaanse FCC. Dat alles maakt Okta een aantrekkelijk doelwit voor criminelen.
Wat voor hack vond er plaats?
De relatief jonge hackergroep Lapsus$ kwam afgelopen maandag zelf naar buiten met de boude bewering dat ze Okta had gehackt. In hun openbare Telegram-kanaal deelden de hackers verschillende screenshots om die bewering te staven. Wat vooral opviel, was de vermeende omvang van de hack. Lapsus$ zou toegang hebben tot veel interne systemen van het bedrijf, van Slack en Zoom tot aan de Google Workspace-omgeving. Wat dat in de praktijk betekent, is niet helemaal duidelijk. Kunnen de hackers daarmee bij alle inboxen van alle Okta-medewerkers? Kunnen ze alle Slack-kanalen meelezen? Hoeveel daarvan zijn openbaar en hoeveel afgesloten en wat wordt daarin gedeeld?
Ernstiger is dat in de screenshots te zien is hoe de hackers de gebruikerswachtwoorden van klanten lijken te kunnen resetten. Ze tonen daarbij een screenshot van een medewerker van Cloudflare, dat heeft bevestigd Okta te gebruiken voor werknemersauthenticatie. De hackers zeggen toegang te hebben tot 'een superuser-portal met de mogelijkheid om wachtwoorden en multifactorauthenticatie van zo'n 95 procent van alle klanten te resetten'. Er is nog iets interessants te zien aan de screenshots. Op een daarvan is de datum van 21 januari 2022 te zien. De hackers zeggen op Telegram dat ze inderdaad al sinds die tijd toegang hadden tot de Okta-systemen.
In een latere Telegram-post geven de aanvallers wat meer informatie over de hack. Ze zouden met het Remote Desktop Protocol, of RDP, zijn binnengedrongen via een thinclientlaptop van een support engineer, een externe werknemer die voor een ander bedrijf werkte en wiens inloggegevens de aanvallers wisten te stelen.
De aanvallers zeggen ook dat er AWS-keys werden verstuurd via Slack. Het is niet bekend waar die toe leidden en wat de aanvallers daarmee denken te kunnen doen.
Wat zegt Okta?
Inmiddels bevestigt Okta dat het getroffen is door een hack. Die bevestiging verliep chaotisch. Op dinsdagochtend was het bedrijf nog erg stellig: "Gebaseerd op ons onderzoek tot nu toe is er geen bewijs van malafide activiteit." Wel bevestigt het bedrijf dat er in januari een 'poging werd gedetecteerd om een account van een externe klantenservicemedewerker te compromitteren'. De screenshots die Lapsus$ nu rondstuurt, houden daar verband mee, zei Okta. Het gaat om het bedrijf Sykes, een onderdeel van Sitel Group.
Okta moest al kort daarna terugkomen op zijn eerste bewering. Het bedrijf plaatste toen een uitgebreidere blogpost met daarin een tijdlijn vanaf het moment dat het de hack detecteerde, tot nu. Daaruit bleek dat de aanvallers via een RDP-sessie op de Sykes-machine toegang hadden tot allerlei interne software, zoals Jira, Slack en SalesForce. Daar zou de schade ophouden, zegt Okta. "Dit geeft geen god-like-toegang tot gebruikersdata", zegt het bedrijf, een directe tegenspraak van wat de Lapsus$-hackers claimen. Okta stelt dat een klantenservicemedewerker niet bij databases kan, geen toegang heeft tot broncode en geen gebruikers kan aanmaken of verwijderen. Overigens zegt Okta nergens of de klantenservicemedewerker de inloggegevens van gebruikersaccounts kon resetten of niet. Lapsus$ beweert van wel.
Okta droeg Sykes direct op een onderzoek te starten, maar de tijdlijn tussen de ontdekking van de inbraak tot aan de publieke melding laat grote gaten zien waarin niets gebeurde. Zo besteedde Sykes het onderzoek weer uit aan een forensisch bedrijf. Daardoor duurde het tot 28 februari voordat het onderzoek werd afgerond, maar het rapport kwam pas op 10 maart bij Sykes terecht en pas op 17 maart bij Okta zelf. Dat deed er vervolgens niets mee, totdat de screenshots van Lapsus$ online verschenen. Chief security officer David Bradbury van Okta zegt 'zeer teleurgesteld' te zijn over die planning en het bedrijf biedt er inmiddels zijn excuses voor aan. Het 'had eerder moeten handelen' nadat het het eindrapport kreeg, zegt Bradbury.
Wat zijn de (potentiële) gevolgen van deze hack?
Op het eerste gezicht lijken de mogelijke gevolgen groot te zijn. Okta is een groot bedrijf met veel grote klanten en regelt voor hen bovendien een cruciaal proces: authenticatie. Tel daarbij op dat de meeste Okta-producten cloud-based zijn en je hebt een cocktail van ellende voor klanten. Het incident is vergelijkbaar met eerdere hacks op managed service providers, zoals de hacks op Kaseya en SolarWinds.
Tot nu toe lijken grote gevolgen uit te blijven, of beter gezegd: er is nog geen bewijs voor. Sinds de hack in januari plaatsvond, heeft Lapsus$ andere bedrijven gehackt, maar er is nog geen link gelegd tussen die aanvallen en deze. Ook over deze aanval zelf is nog veel onduidelijk. Zo is nog onbekend wat precies de omvang is van wat Lapsus$ heeft gevonden.
Okta zegt zelf dat 'een klein percentage van zijn klanten potentieel getroffen is'. Het zou gaan om 'ongeveer 2,5 procent' van alle klanten. Met een totaal klantenbestand van 15.000 klanten zouden dan alsnog zo'n 375 bedrijven zijn getroffen. Of, specifieker: 366. Dat is het aantal toegangsaanvragen die via de onderaannemer werden aangevraagd op de SuperUser-applicatie die de hackers claimen te hebben overgenomen. In totaal zouden werknemers van die aannemer bij de gegevens van 366 klanten zijn gekomen.
Okta zei eerder 50 miljard gebruikersaccounts te hebbenDie slachtoffers hebben bovendien tientallen, zo niet honderden gebruikersaccounts die worden beheerd via de Okta-systemen. Het bedrijf schreef eerder nog in een whitepaper dat het in totaal meer dan 50 miljard gebruikeraccounts telt. Ook hebben die bedrijven in sommige gevallen weer hun eigen klanten. Feit blijft dat niet duidelijk is met hoeveel van die bedrijven en accounts Lapsus$ iets kan doen.
Evenmin is duidelijk of de bedrijven die door Sykes-werknemers zijn benaderd, de enige potentiële slachtoffers zijn. Als het klopt dat Okta AWS-keys in Slack had staan en de groep toegang tot inboxen had, is het niet ondenkbaar dat de hackers op termijn ook andere manieren kunnen vinden om bij klantgegevens te komen. Okta's schatting van het aantal slachtoffers is dus gebaseerd op een steekproef van het aantal werknemers dat na de hack toegang heeft opgevraagd tot een portal, en niet op telemetrie of logs. De werkelijke gevolgen zijn dus nog zeker niet vast te stellen.
Wat is de hackergroep Lapsus$?
De gevolgen zijn ook beperkt doordat Lapsus$ meestal niet erg geraffineerd te werk gaat. De groep lijkt vooral ergens te infiltreren en snel te willen scoren, maar de gevolgen zijn vaak kleiner dan je zou verwachten. De groep zei bijvoorbeeld Microsoft te hebben gehackt. Dat bedrijf bevestigde dat woensdagochtend. De buit? De broncode van zoekmachine Bing en slimme assistent Cortana. Dat is hooguit wat concurrentiegevoelige informatie, maar geen groot beveiligingsprobleem.
Lapsus$ is een wat vreemde hackergroep. De club lijkt op sommige punten goed georganiseerd te zijn - verschillende leden zijn momenteel 'met vakantie', blijkt uit een Telegram-bericht - maar lijkt weer minder professioneel te werk te gaan dan bijvoorbeeld veel ransomwaregroeperingen. Wat weten we eigenlijk over Lapsus$?
Lapsus$ kwam pas rond december in beeld. Dat gebeurde bij een hack op de Braziliaanse politie en daarna op het ministerie van Volksgezondheid in het land. Later richtte Lapsus$ zich ook op andere Braziliaanse, maar ook Portugese instanties en bedrijven. Nog later volgden onder andere een aanval op de Britse tak van Vodafone en aanvallen op twee Zuid-Amerikaanse telecomproviders. Bij die aanvallen vielen vooral de joligheid en activiteit op sociale media als Telegram en Twitter op. De groep vroeg gebruikers via een poll welke informatie ze zou moeten laten uitlekken en bij een aanval op een Braziliaanse autoverhuurder werden websitebezoekers doorgestuurd naar een pornosite. De groep heeft verder ook geen website of forum op het darkweb, zoals de meeste ransomwaregroepen hebben. In plaats daarvan laat Lapsus$ zich vooral zien via Telegram.
De groep viel bij het grote publiek op na twee prominente hacks. Begin maart liet ze broncode van Nvidia uitlekken en later van Samsung. Bij die eerste liet Lapsus$ 19GB aan data van onder andere de broncode van deeplearningtechnologie uitlekken. Bij Samsung zouden de criminelen 190GB aan data hebben laten uitlekken, onder meer broncode van bootloaders van telefoons. Die incidenten kwamen begin dit jaar naar buiten, maar het is niet duidelijk of ze verband houden met de hack op Okta.
Die prominente voorbeelden geven de vreemde dualiteit van de groep aan. Want het mag dan om grote bedrijven en een flinke buit gaan, Lapsus$ lijkt er weinig mee te verdienen. Dat gaat in tegen alles wat professionele ransomwarebendes en cybercriminelen in de afgelopen jaren zijn gaan doen: goed voorbereide campagnes uitvoeren, data stelen en versleutelen, daarna afpersen. Lapsus$ doet dat niet. De groep steelt data, maar er zijn geen aanwijzingen dat ze die versleutelt. Evenmin zijn er gevallen bekend waarbij ze geld vraagt om de gestolen data niet openbaar te maken. Ze gooit die gewoon online.
Cybersecurityexperts tasten tegenover Wired ook in het duister omtrent de motieven van de groep. Die lijkt niet uit te zijn op geld, maar vooral op de credits. Ze schept erover op op sociale media, maar daar blijft het bij. De hacks lijken ook chaotisch te verlopen. Zo viel het bedrijf Ubisoft aan. De servers van verschillende games waren toen tijdelijk uitgeschakeld, meldde de uitgever.
Dat maakt Lapsus$ ongrijpbaar. Er is bijvoorbeeld moeilijk te onderhandelen met criminelen die geen geld willen. Experts denken dat de groep nog jong is en daardoor weinig ervaring heeft in cybercrime. Ook speculeren ze dat de groep eerder een los collectief is zonder stevige organisatiestructuur, zoals dat wel het geval is bij veel ransomwaregroepen die in de laatste jaren steeds professioneler zijn geworden. Sinds donderdagochtend zijn er aanwijzingen dat de leider van de groep een zestienjarige Brit is, maar dat is nog onbevestigd. Het feit dat de groep al is geïnfiltreerd in zulke grote bedrijven, is echter een veeg teken voor de toekomst.
De leider van hackersgroep Lapsus$, die afgelopen weken onder meer binnendrong bij Nvidia, Samsung en Microsoft, zou een 16-jarige inwoner van Groot-Britannië zijn. Ook een tiener uit Brazilië zou bij de hackersgroep betrokken zijn.
De leider van Lapsus$ heeft zijn sporen slecht verborgen, zo zeggen beveiligingsonderzoekers tegen Bloomberg. Zo konden ze de 16-jarige inwoner van een plaats vlakbij Oxford traceren. Er loopt geen aanklacht tegen de tiener en hij is niet opgepakt. Afbeeldingen van zijn huis verschenen wel online.
Behalve de Brit is er ook een Braziliaan bij Lapsus$ betrokken, zo zeggen beveiligingsonderzoekers. Ook daarbij gaat het om een hacker in de tienerleeftijd. Daarnaast zouden er nog vijf andere leden zijn. De motivatie achter de hacks is nog altijd onduidelijk. In tegenstelling tot ransomwarebendes eisen ze geen losgeld en plaatsen buitgemaakte broncode simpelweg online.
De hackersgroep brak afgelopen weken onder meer in bij Microsoft, Okta, Nvidia en Samsung. Daarbij zouden ze bij de hacks hulp hebben gehad van mensen binnen de bedrijven die zij te pakken hebben genomen. Het ging in de Tweakers Podcast van deze week over de hackersgroep.
Spotify gaat zijn Clubhouse-concurrent Greenroom integreren in de app van de streamingdienst, zo zegt financieel persbureau Bloomberg. De functie zal daar Spotify Live heten en maakt het volgen van gesprekken mogelijk.
Greenroom is nu een aparte app, maar dat gaat voor de zomer veranderen, meldt Bloomberg. De functie gaat Spotify Live heten en maakt het volgen van livegesprekken mogelijk, zoals dat nu in Greenroom kan. Greenroom is de hernoemde versie van Locker Room, een concurrent voor het bekendere Clubhouse. Spotify nam het bedrijf achter Locker Room vorig jaar over.
Vermoedelijk wil Spotify met de stap de aandacht gaan vestigen op Greenroom. Dat is nu nog niet gebeurd. Het is na muziek en podcasts het derde audioformat dat in de app van Spotify te vinden zal zijn. Het Zweedse bedrijf heeft deals om voor gebruikers interessante gesprekken in de app te krijgen.
Na het initiële succes van Clubhouse begin vorig jaar kopieerden veel bedrijven het idee van live-audiogesprekken, waaraan gebruikers kunnen deelnemen. Het idee daarbij is dat enkele mensen spreken en de rest luistert, terwijl deelnemers in het publiek virtueel hun hand kunnen opsteken om ook iets te zeggen in het gesprek. De bekendste Clubhouse-alternatieven tot nu toe zijn Twitter Spaces en Discord Stage Channels. Ook onder meer Telegram, Microsofts LinkedIn en Facebook zijn bezig geweest met een live-audio-app.
De Amerikaanse uitvinder van de GIF, Steven Wilhite, is op 74-jarige leeftijd overleden. Wilhite bedacht het Graphics Interchange Format in de jaren tachtig van de vorige eeuw als medewerker van CompuServe.
Wilhite ontwikkelde GIF in zijn vrije tijd en nam het uitgewerkte idee mee naar het werk, schrijft The Verge. De standaard voor het weergeven van plaatjes via het web bestaat sinds 1987. "GIF is CompuServe's standaard voor het definiëren van gekleurde rasterafbeeldingen. Dit maakt het mogelijk om graphics van hoge kwaliteit en met hoge resolutie mogelijk te maken op verschillende hardware en is bedoeld als een mechanisme voor het uitwisselen en tonen van afbeeldingen", aldus de tekst.
De standaard staat nu vooral bekend als manier om bewegende, zich herhalende korte video's te delen. De standaard moest volgens Wilhite worden uitgesproken als 'djif'. Er staat een pagina online waar internetters een condoleance kunnen achterlaten. Wilhite stierf anderhalve week geleden op 74-jarige leeftijd aan corona.
Het beginnende elektronicabedrijf Nothing van OnePlus-oprichter Carl Pei heeft de eerste screenshots laten zien van zijn Nothing OS, een skin voor Android. De fabrikant wil in de zomer zijn eerste smartphone gaan uitbrengen. Nothing verkoopt sinds vorig jaar bluetooth-oordopjes.
De telefoon gaat phone(1) heten, zo blijkt op de homepage van Nothing. De fabrikant heeft alleen wat screenshots laten zien van de skin over Android voor de telefoon, maar laat nog niks zien van het ontwerp van de smartphone zelf. Het gaat om een toestel met Qualcomm Snapdragon-soc, zo blijkt uit het logo op de pagina. De fabrikant hield woensdag een livestream om voor het eerst over het toestel te praten.
De screenshots tonen een donkere skin met witte accenten in de interface. Wat de skin moet onderscheiden van andere uitgaves van Android, is nog onbekend. De launcher van Nothing OS komt volgende maand uit. De telefoon zelf zou ledstrips aan de achterkant hebben, maar het doel daarvoor is vooralsnog ook onduidelijk. De telefoon komt in de zomer uit.
Nothing is het nieuwe bedrijf van OnePlus-mede-oprichter Carl Pei. Hij verliet OnePlus in het najaar van 2020, vermoedelijk vanwege onvrede met de gevoerde strategie. Hij richtte samen met Pete Lau in 2013 OnePlus op als zusteronderneming van OPPO. Beide kwamen bij OPPO vandaan. Nothing is geen onderdeel van een conglomeraat. Het bedrijf bracht vorig jaar zijn eerste product uit, de ear(1)-oordopjes met transparant ontwerp.
AEG heeft nieuwe software voor zijn combimagnetron, die na een update dacht dat hij een stoomoven was. De eerste getroffen klanten meldden woensdag dat bij hen het probleem was opgelost. Daarvoor moet wel een monteur langskomen.
Omdat de combimagnetron na de update geen verbinding meer kan maken met wifi, is het probleem alleen ter plaatse op te lossen, zo zei AEG Nederland al eerder. De update kwam begin deze maand, waarna mensen met een KMK968000T-combimagnetron het apparaat niet langer konden gebruiken. Het lijkt erop dat de fabrikant software voor een verkeerd product als ota-update op het apparaat heeft gezet.
Tweaker bertine meldt op GoT dat de monteur via een USB-stick de juiste software met de fix op het apparaat zet. Ook bij een andere gebruiker heeft een monteur het probleem opgelost. Het is onbekend hoeveel gebruikers afgelopen weken met het probleem zaten.
De combimagnetron gaf foutcode F606 aan, terwijl sommige apparaten ook F254 aangaven. Dat is een foutmelding van de camera. Het betreffende apparaat heeft geen camera. Electrolux, dat de merknaam AEG in Nederland voert, zei al eerder niet eerder met dit probleem te maken hebben gehad. Hoe het bedrijf de foutieve update heeft kunnen verspreiden, is onbekend.
Foutcode AEG-combimagnetron die denkt dat hij stoomoven is, maart 2022, Bron: Elger van der Wel via NOS