De rapporteur voor het afgeronde conceptrapport over Pegasus-spyware en soortgelijke surveillance-instrumenten van het Europees Parlement, de Nederlandse D66'er Sophie in 't Veld, zegt dat Europa 'uitstekende omstandigheden' biedt voor de spyware-industrie.
Rapporteur Sophie in 't Veld lichtte tijdens een mondelinge persconferentie toe dat de spyware-industrie volledig geëuropeaniseerd is, waarbij gebruik wordt gemaakt van de Schengen-zone, de interne markt en de reputatie van het Europese label. Voorbeelden van de zeer goede omstandigheden in Europa voor de spyware-industrie zijn volgens de rapporteur een zwakke handhaving van de regels en een gebrek aan toezicht. Zodoende heeft Europa de export van spyware naar Libië, Bangladesh, Egypte en andere landen gefaciliteerd. Hier is het gebruikt tegen voorvechters van mensenrechten.
Het conceptrapport bevat korte hoofdstukken waarin verschillende lidstaten en hoe ze omgaan met spyware, centraal staan. Volgens de rapporteur is spyware in Hongarije en Polen een integraal onderdeel van een systeem dat is ontworpen om burgers, oppositieleden, critici van de regering, journalisten en klokkenluiders te controleren en onderdrukken. Volgens In 't Veld gaat het om een bewust en methodisch opgezet systeem.
In veel andere lidstaten is er minder of geen sprake van een bewust autoritair systeem, stelt de rapporteur, maar dat neemt niet weg dat alle landen de beschikking hebben over spyware en veel landen bijdragen aan deze industrie. Cyprus en Bulgarije worden gezien als hubs bij uitstek voor de export van spyware, in Luxemburg regelen spywareverkopers hun financiële zaken en Ierland is interessant wegens gunstige fiscale regels. Daarnaast zijn Italië, Frankrijk en Oostenrijk de thuislanden van verschillende makers en verkopers van spyware en hebben Nederland, België en Duitsland volgens In 't Veld min of meer aangegeven dat hun politie spyware gebruikt.
Het gebruik van spyware door lidstaten van de EU is dus wijdverbreid en in vier of vijf lidstaten is sprake van misbruik, wat volgens de onderzoekscommissie een bedreiging vormt voor de democratie. Volgens de rapporteur is het lastige dat alle landen zich bij vragen meteen verschuilen achter het argument van de nationale veiligheid, waardoor er weinig openheid en verantwoording is, en burgers moeite hebben om voor hun rechten op te komen, omdat ze voor de bewijslast informatie nodig hebben die door de autoriteiten veelal niet wordt gegeven.
Het conceptdocument is enkel gebaseerd op hoorzittingen, werkbezoeken, enquêtes door de parlementscommissie en openbare, al beschikbare bronnen, omdat geen van de officiële autoriteiten heeft willen meewerken. Daarom geeft het rapport nog geen compleet beeld en is veel niet officieel bevestigd. In 't Veld zegt erbij dat mensen die klachten hebben over de kwaliteit van het bewijs, zich moeten richten tot de autoriteiten. Volgens haar is er bij autoriteiten en lidstaten sprake van obstructie en weinig of geen transparantie.
De onderzoekscommissie die aangeduid wordt met PEGA, ofwel de enquêtecommissie om het gebruik van Pegasus en soortgelijke spyware voor surveillance te onderzoeken, gaat nu aan de slag om tot een rapport te komen. In maart volgend jaar kan de plenaire vergadering dit aannemen, maar dat kan ook juni 2023 worden.