Microsoft is van plan om eind dit jaar DirectStorage 1.1 uit te brengen. Vanaf dan kunnen ontwikkelaars de techniek implementeren in hun games. Met DirectStorage 1.1 kan de gpu asset decompression uitvoeren, wat laadtijden in games moet verkorten.
DirectStorage is een Microsoft-techniek die decompression in games moet versnellen. Spellen bevatten namelijk compressed bestanden, zoals objecten, personages en omgevingen. Wanneer het spel die bestanden nodig heeft, worden deze uitgepakt middels de cpu. Met DirectStorage 1.1 kunnen deze bestanden ook door de gpu worden uitgepakt, legt Microsoft uit.
Het voordeel is dat gpu's 'extreem efficiënt zijn in het parallel uitvoeren van herhaalbare taken', schrijft het bedrijf. Dat, gecombineerd met een snelle NVMe-schijf, zorgt ervoor dat computers bestanden sneller kunnen uitpakken. Daardoor moeten games sneller laden. Het andere voordeel is dat de cpu gebruikt kan worden voor andere taken. Microsoft heeft een eigen voorbeeld ontwikkeld waarbij een scene bijna drie keer sneller wordt uitgevoerd dan bij cpu-decompression.
Hoewel Microsoft DirectStorage 1.1 dit jaar nog uitbrengt, zal het nog even duren voor de techniek ook in games te gebruiken is. Nvidia en AMD moeten de techniek namelijk eerst in hun eigen gpu-drivers implementeren, daarnaast moet de gameontwikkelaar de functie ook ondersteunen. Microsoft zegt dat DirectStorage 1.1 het best werkt onder Windows 11 en met een NVMe-ssd. Dit laatste is nodig vanwege de grotere bandbreedte van deze schijf.
Microsoft bracht de eerste versie van DirectStorage in maart uit. Deze opslag-api maakt snellere laadtijden mogelijk door beter om te gaan met hogere i/o-requests in combinatie met NVMe-opslag. AMD bracht eerder Smart Access Storage uit, dat eveneens decompressie mogelijk maakt op de gpu.