De kostenbesparingen die in de gezondheidszorg met ehealth-producten zouden kunnen worden behaald, zouden onvoldoende met bewijs worden onderbouwd. Ehealth-producten zouden zelfs voor nieuwe problemen kunnen zorgen.
Dat stelt Aziz Sheikh van de Universiteit van Edinburgh naar aanleiding van een onderzoek naar ehealth, dat hij samen met enkele collega's uitvoerde. De onderzoekers bestudeerden wetenschappelijke stukken over ehealth-technologie. Het onderzoek wordt deze week gepubliceerd in het Britse medische tijdschrift Plos Medicine en is ook online te lezen.
In totaal werden 108 publicaties onderzocht, waarvan er 53 nader werden bestudeerd. Daarbij deelden de onderzoekers ehealth-producten in drie categorieën in. De eerste omvat het opslaan en beheren van medische gegevens, zoals bij het Nederlandse epd. In de tweede categorie vallen assisterende systemen, zoals software die helpt bij het voorschrijven van medicijnen. In de laatste categorie valt hulp op afstand.
De onderzoekers concluderen dat het wetenschappelijke bewijs voor de vermeende voordelen van ehealth-technologie in alle categorieën 'zwak' en 'inconsistent' is. Ook zou er onvoldoende bewijs zijn dat ehealth-producten daadwerkelijk kostenbesparingen in de gezondheidszorg opleveren.
Sheikh en zijn collega's stellen bovendien dat de introductie van ehealth-technologie nieuwe risico's in de gezondheidszorg met zich mee kan brengen. Zo zou een medicus te veel kunnen vertrouwen op systemen die helpen met het voorschrijven en verstrekken van medicijnen aan patiënten, zodat hij afhankelijk van deze systemen kan worden. Ook zouden medici de mogelijkheden van dergelijke software kunnen overschatten.
De Britse onderzoekers pleiten ervoor dat nieuwe ehealth-producten beter aan richtlijnen worden getoetst, waarbij ook aandacht aan de sociale en maatschappelijke invloeden van deze technologie moet worden besteed. Dit evaluatieproces zou zowel voor als na de marktintroductie moeten plaatsvinden.