Een Amerikaans bedrijf heeft een sensor ontwikkeld die op afstand een vingerafdruk kan vastleggen. Daartoe worden de horizontale en verticale polarisatie elk door een andere camera waargenomen en vervolgens over elkaar gelegd.
Het aflezen van vingerafdrukken moet van twee meter afstand kunnen, schrijft Technology Review. Het bedrijf Advanced Optical Systems ontwikkelde de scan-op-afstand, bestaande uit een lichtbron en twee camera's met een resolutie van 1,3 megapixel.
De lichtbron straalt gepolariseerd licht uit en de camera's zijn zo ingesteld dat een van de twee het horizontaal gepolariseerde licht opvangt, terwijl de andere het verticaal gepolariseerde licht in zich opneemt.
Vervolgens worden deze twee beelden over elkaar gelegd, waardoor een duidelijke afdruk met voldoende contrast ontstaat. Zonder polarisatie zou de afdruk een stuk minder goed zijn, stelt AOS. Het fotograferen van een vinger duurt één miliseconde, waarna er vier seconden wordt gedaan over het verwerken van de afdruk. Die verwerkingstijd moet in april zijn teruggebracht tot minder dan een seconde.
Momenteel kan de AIRprint, zoals het apparaat heet, slechts een afdruk van één vinger tegelijk maken. Dat moet omhoog worden geschroefd naar vijf vingers. Ook moet het mogelijk worden om een afdruk te maken als een hand zich naar de sensor toe of ervan af beweegt. Nu kan een afdruk alleen worden gemaakt als het te scannen lichaamsdeel niet beweegt en op twee meter afstand is.
De toepassing zou onder andere voor het Amerikaanse leger interessant zijn, waar vingerafdrukken moeten worden gescand bij binnenkomst van militaire locaties. Volgens Jeremy Powell, hoofd 'identiteitsoperaties' bij de Amerikaanse marine, zou de scanner ook van pas kunnen komen bij het scannen van vingerafdrukken zonder dat de persoon dat doorheeft. Daarmee kunnen personen ongemerkt worden geïdentificeerd, een toepassing die ongetwijfeld tot privacybezwaren zal leiden.