De App Store van Apple komt naar Mac OS X, zo heeft het bedrijf bekendgemaakt. Binnen drie maanden zal een desktopversie van de softwarewinkel zijn deuren openen. Apple introduceert daarnaast een nieuwe versie van iLife.
Developers die hun software via de App Store verkopen krijgen 70 procent van de inkomsten; Apple roomt de overige 30 procent af. Daarmee gelden voor de desktopversie dezelfde voorwaarden als voor de App Store voor de iPhone, iPad en iPod touch. De softwarewinkel moet gaan bestaan uit een mix van gratis en betaalde applicaties, zei Apple-ceo Steve Jobs tijdens een persconferentie.
Apps die in de Store worden aangeschaft zijn gelicenseerd voor 'al je privé-Macs', aldus Jobs. Het is daarmee onduidelijk door wie een in de App Store gekochte applicatie mag worden gebruikt: voor alle gebruikers van een computer, of alleen door de gebruiker die de aankoop heeft gedaan. De App Store biedt verder ondersteuning voor automatische updates van applicaties, net zoals bij de mobiele variant.
Naast een app-store voor Mac OS X werd tijdens de persconferentie een nieuwe versie van iLife aangekondigd. In versie 11 van het softwarepakket zijn zowel iPhoto, iMovie en Garageband voorzien van nieuwe functionaliteit. Zo kan er een keyboard aan Garageband worden gekoppeld en kunnen gebruikers trailers maken in iMovie.
Daarnaast krijgt de Facetime-app, waarmee iPhone- en iPod touch-gebruikers met elkaar kunnen videobellen, een desktop-equivalent. Facetime-gebruikers op een mobiel apparaat kunnen daarbij videobellen met desktopgebruikers, en vice versa. De desktop-versie laat gebruikers andere mensen bellen via het ingebouwde adresboek van OS X. Waarschijnlijk zulen Mac-systemen, net als de nieuwste iPods, via een mailadres aangemeld worden bij de Facetime-servers. Mac-gebruikers kunnen op de website van Apple een bèta-versie van Facetime downloaden.