Het it-budget dat in de Benelux wordt besteed aan backup- en recoverysoftware en -hardware blijft achter bij het Europese gemiddelde. Meer dan een kwart van de bedrijven zou het gevoel hebben hierin onvoldoende te investeren.
Dat meldt EMC naar aanleiding van een door onderzoeksbureau Vanson Bourne uitgevoerd disaster recovery-onderzoek, waarbij 1750 Europese bedrijven zijn ondervraagd. Volgens de cijfers geven bedrijven in de Benelux circa 8 procent van het beschikbare it-budget uit aan backup-producten die nodig zijn voor disaster recovery. Daarmee blijft de Benelux achter bij het Europese gemiddelde van 9,1 procent en is het hekkensluiter als wordt gekeken naar de doorsnee-investering: 4,2 miljoen euro tegenover een Europees gemiddelde van 6,7 miljoen euro.
Uit het EMC-onderzoek blijkt verder dat driekwart van de Europese bedrijven niet zeker is dat zij hun systemen en data kunnen herstellen mocht rampspoed hen ten deel vallen. Zeker de helft van de ondervraagden in de Benelux geeft aan dat zij in 2010 data hebben verloren; het Europese gemiddelde ligt op 20 procent. In de Benelux zou per incident 547GB verloren gaan, tegenover 387GB gemiddeld.
Als belangrijkste oorzaken van dataverlies en downtime wijzen de ondervraagden naar disfunctioneren van de hardware, gevolgd door uitvallen van stroom en softwarefalen. Downtime heeft logischerwijs gevolgen voor de productiviteit en kan leiden tot omzetverlies en vertraging in productontwikkeling. Het voornaamste probleem zou echter het verlies aan productiviteit van werknemers zijn.
Het onderzoek stelt verder dat nog circa 40 procent van de bedrijven tape gebruikt als backupmedium. Dit backupproces zou jaarlijks gemiddeld 74.000 euro kosten. Een grote meerderheid zou echter zoeken naar andere backupmogelijkheden, omdat het herstellen van data op tapes veel tijd kost en het een weinig milieuvriendelijke oplossing is.