Intel gaat met de Amerikaanse mededingingsautoriteit FTC over zijn prijsbeleid overleggen. De processorgigant wil de kritiek vanwege zijn prijsstructuur en vermeend monopoliemisbruik 'op drie continenten beëindigen'.
De Amerikaanse chipfabrikant krijgt nog altijd veel kritiek op zijn manier van zakendoen. Intel heeft wereldwijd een marktaandeel van rond de tachtig procent en zou dat niet altijd binnen de marges van de wet proberen te verdedigen. In de Verenigde Staten gaat het bedrijf nu samen met de Federal Trade Commission naar oplossingen zoeken.
AMD beschuldigde Intel onder andere van concurrentievervalsing, maar onlangs troffen de twee bedrijven een schikking: Intel betaalde 1,25 miljard dollar aan AMD, waarop dat bedrijf zijn klachten over Intels monopoliemisbruik introk. Desondanks heeft AMD nog het nodige te mopperen over het prijsbeleid van Intel, dat in bepaalde gevallen zelfs onder de kostprijs zou verkopen. De FTC zou echter ook klachten van Nvidia hebben gekregen. Dat bedrijf is onder andere niet te spreken over de manier waarop Intel zijn Atom-chipsets aan de man brengt.
Intel wil in elk geval niet met AMD over zijn prijsstructuur onderhandelen, al was het maar omdat het daarmee de Amerikaanse antitrustwetgeving zou overtreden, zo zegt woordvoerder Chuck Mulloy tegen persbureau Reuters. Volgens Mulloy staat het echter ook AMD vrij om de FTC zijn visie te geven.
Door zelf met de handelswaakhond om tafel te gaan zitten, hoopt Intel een eind te maken aan de vele beschuldigingen van oneerlijk zakendoen waar het zich in de VS tegen moet verdedigen. Het bedrijf werd bijvoorbeeld onlangs nog in de Amerikaanse staat New York aangeklaagd omdat het smeergeld aan computerbouwers zou hebben betaald. Het bedrijf wil niet alleen in de VS, maar ook in de Europese Unie, Zuid-Korea en Japan definitief schoon schip maken.