Seagate heeft onder de productnaam Pulsar zijn eerste solid state drives uitgebracht. De ssd's zijn beschikbaar met opslagcapaciteiten van 50, 100 en 200GB en zijn volgens de hardwarefabrikant primair bedoeld voor servertoepassingen.
De Pulsar-drives hebben een 2,5"-behuizing en zijn uitgerust met een sata-300-aansluiting. Intern zijn de ssd's voorzien van slc-flashchips, maar de fabrikant wil niet kwijt wie de producent van de modules is. Seagate heeft de Pulsar-ssd's uitgerust met een controller die overweg kan met trim-commando's, waarmee de prestaties van de drives ook op langere termijn op peil zouden moeten blijven.
Volgens Seagate behalen zijn ssd's maximaal 30.000 iops bij leesacties en 25.000 iops bij schrijfacties. Bij sustained-doorvoersnelheden met datablokken van 4kB worden met de 200GB-ssd respectievelijk 30.000 en 10.500 iops behaald, terwijl bij schrijfacties op het 100- en 50GB-model het maximale aantal iops op respectievelijk 5300 en 2600 ligt. De sequentiële lees- en schrijfsnelheden zouden voor alle drives uitkomen op respectievelijk 240MBps en 200MBps.
Tegenover The Register laat een medewerker van Seagate weten dat zijn Pulsar-drives op verzoek van serverfabrikanten met een sata-300-interface zijn uitgerust, en niet met de relatief nieuwe sata-600-interface. In de nabije toekomst verwacht Seagate dat ssd's voor de servermarkt van sas-interfaces zullen worden voorzien. Seagate zegt verder dat het zijn Pulsar-ssd's voorlopig aan systeembouwers zal leveren, waarbij onder andere Dell, HP en IBM belangstelling zouden hebben getoond. Seagate zou echter hebben laten doorschemeren dat het zijn eerste serie ssd's begin volgend jaar ook direct aan eindgebruikers wil verkopen. Over de prijzen heeft de hardwarefabrikant niets bekend gemaakt.