Het kabinet deelt in een 'eerste uitwerking' de voorlopige plannen voor het innen van motorrijtuigenbelasting op basis van de kilometerstand van een voertuig. Het zogenoemde rekeningrijden wordt in 2030 ingevoerd en geldt voor alle personen- en bestelauto’s.
De hervorming van de motorrijtuigenbelasting moet ervoor zorgen dat autogebruikers niet betalen voor autobezit, maar voor de gereden kilometers, zo kondigt het kabinet aan. Dit moet voor bewuster autogebruik zorgen en voor een eerlijkere verdeling van de lasten. "Dit systeem is eerlijker, want de lasten worden verdeeld naar gebruik. Automobilisten die weinig rijden, betalen minder dan automobilisten die veel rijden. Zij belasten het wegennet en de omgeving minder dan automobilisten die meer kilometers maken", aldus minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat.
Volgens het kabinet wordt de privacy van de burger in acht genomen: "Voor het heffen van de belasting hoeft alleen te worden geregistreerd hoeveel kilometers een auto jaarlijks rijdt. De overheid hoeft niet te weten waar en wanneer deze kilometers zijn gereden en dit waarborgt de privacy." Dit betekent overigens ook dat in het buitenland gereden kilometers gewoon meetellen.
Het huidige plan ziet af van privacygevoeligere plannen voor het rekeningrijden. Het gebruik van speciale camera's, de gps-verbinding van smartphones of ingebouwde systemen in voertuigen lijkt hiermee uitgesloten. Het blijft vooralsnog in het midden hoe kilometerstanden dan wel geregistreerd worden. Ook zijn de tarieven nog niet bekend, laat staan of een tarief voor alle soorten auto's geldt of dat er onderscheid tussen bijvoorbeeld benzineauto's en elektrische wagens gemaakt wordt.
Die keuzes gaat het kabinet naar eigen zeggen medio 2023 maken. Het doel is volgens de overheid om 'deze kabinetsperiode de wetgeving vast te stellen en andere voorbereidingen te treffen die nodig zijn om het nieuwe systeem in te kunnen invoeren.' Rekeningrijden is een onderdeel van het huidige regeerakkoord.