Het is al bijna een jaar geleden dat we onze eerste aantekeningen maakten voor ons achtergrondartikel over verkiezingsprogramma's van politieke partijen. In januari 2020 viel het kabinet-Rutte III en begonnen politieke partijen zich klaar te maken voor een verkiezing. Het leidde tot ronkende verkiezingsprogramma's vol mooie beloftes, maar het duurde uiteindelijk tot deze week voor er een regeerakkoord lag. Grote kans dus dat je allang bent vergeten wat de partij waar je zelf op stemde precies wilde op techgebied. Nu het regeerakkoord er ligt, is het tijd de balans op te maken. Wat beloofden de vier regeringspartijen die nu de coalitie gaan vormen, en worden die beloften ingelost? En ook belangrijk: wat wilden de andere partijen in de Tweede Kamer, en zullen die woord houden en meestemmen met onderwerpen die zij belangrijk vinden?
In dit artikel kijken we eerst naar alle ict-gerelateerde beloftes uit het coalitieakkoord met de titel 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst'. Die beloftes duiden we met wat de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie destijds in hun respectievelijke verkiezingsprogramma's beloofden. Daarna kijken we hoe de andere partijen over bepaalde standpunten denken, inclusief de kleinere partijen BIJ1, Ja21 en Volt die we in een later artikel hebben behandeld.
Hieronder kun je onze artikelen over de verkiezingsprogramma's terugvinden:
VVD | CDA |
D66 | ChristenUnie |
GroenLinks | PvdA |
SP | 50Plus |
Forum voor Democratie | Partij voor de Dieren |
PVV | SGP |
DENK | PiratenPartij |
JA21 | Volt |
BIJ1 |
Datacenters?
We zijn een techwebsite, dus de politieke duiding over nieuwe elans en bestuursculturen laten we even achterwege. Puur op technologie gericht zijn datacenters het eerste punt dat aan bod komt in het 55-pagina's tellende akkoord. De overheid wil daar strengere regels voor, die vanuit de Rijksoverheid worden opgelegd. De letterlijke passage is:
Hyperscale datacentra leggen een onevenredig groot beslag op de beschikbare duurzame energie in verhouding tot de maatschappelijke en/of economische meerwaarde. Daarom scherpen we de landelijke regie en de toelatingscriteria bij de vergunningverlening hiervoor aan.
Op dit moment wordt de plaatsing van datacenters vooral nog lokaal geregeld. Dat doen gemeentes en provincies. De nieuwe regering wil dat de Rijksoverheid meer inspraak krijgt. Dat was toevallig een van de vijf stellingen die we een jaar geleden aan alle partijen voorlegden. Van de nieuwe coalitie reageerden alleen het CDA en D66 op die vraag. Beide dachten er anders over. "Het is goed dat er een landelijke strategie is voor de plaatsing van datacenters, maar de plaatsing is uiteindelijk, net als de plaatsing van windmolens en zonneparken, een lokale aangelegenheid", zei het CDA. D66 was wél voor meer landelijke regie: "Provincies en gemeenten weten het beste welke locaties geschikt zijn. Maar het Rijk kan nationaal randvoorwaarden stellen voor slimme locaties voor datacenters." Met die randvoorwaarden bedoelt de partij energievoorziening en wat er gebeurt met restwarmte.
De VVD en ChristenUnie schreven in hun programma's niets over datacenters. Op dit punt vindt de coalitie ook veel bijstand: DENK, Forum voor Democratie, GroenLinks, de Partij voor de Dieren, SP, 50Plus en de SGP variëren in hun antwoorden van "eens" tot "belangrijk dat er landelijk overleg over wordt gevoerd". Ook Volt staat achter dit plan. Niemand schrijft het expliciet in het verkiezingsprogramma, op de Partij voor de Dieren na, maar dit kwam naar voren toen we onze stellingen aan de partijen voorlegden.
/i/2004327000.webp?f=imagenormal)
Dat de overheid nu zo hard wil optreden is niet los te zien van de ophef die het afgelopen jaar ontstond rondom de bouw van een paar grote centers. In Zeewolde bleek een datacenter van Facebook-moederbedrijf Meta bijvoorbeeld voorrang te hebben gekregen op het stroomnet. Ook tegen andere datacenters, zoals uitbreiding van die van Microsoft, kwam veel bezwaar.
Big tech
De overheid wil sowieso meer ingrijpen in de macht van grote techbedrijven. 'Big Tech' was in bijna alle verkiezingsprogramma's een populaire schietschijf. Niet gek dus dat in het regeerakkoord de volgende passage staat:
"Grote online platformen worden verantwoordelijk om desinformatie en haatzaaien op hun platforms tegen te gaan."
De regering wil de macht van bigtechbedrijven aanpakken, maar beschrijft niet duidelijk hoe
Details over hoe dat moet gebeuren zijn er nog niet. Het is ook moeilijk voor te stellen hoe dat in de praktijk vorm zou kunnen krijgen. Opvallend is dat juist over dit punt geen van de coalitiepartijen iets schreef. De aanpak van haatzaaien was alleen een punt in de verkiezingsprogramma's van Forum voor Democratie en DENK. Die laatste partij pleitte voor een Taskforce Bestrijding Digitale Discriminatie. Ook JA21 wil daar meer aandacht voor.
Als het ging over bigtechbedrijven ging het bij VVD, CDA en D66 uitsluitend over het opbreken ervan als hun marktmacht te groot werd. Daarbij maken ze de kanttekening dat dat naar verwachting alleen in Europees verband kan. Behalve de ChristenUnie pleitten alle coalitiepartijen ervoor dat die bedrijven moeten worden 'aangepakt'. De partijen willen ook dat die bedrijven in het uiterste geval kunnen worden opgesplitst. Dat laatste wordt niet benoemd in de volgende passage:
"We pakken (in Europees verband) de marktmacht en datamacht van grote tech- en platformbedrijven aan om de concurrentiepositie van bedrijven en de privacy van burgers te verbeteren."
Veel van de oppositiepartijen, waaronder GroenLinks en de PvdA, zijn het daar ook mee eens. Of de plannen ook in de praktijk kunnen worden gebracht zal afhangen van de afwerking en Europese ambities.
Ook werd een digitaks veel genoemd in de verkiezingsprogramma's. Een belasting voor bedrijven die data verzamelen dus. De digitaks komt in het hele regeerakkoord niet voor, ondanks dat zowel coalitie- als oppositiepartijen dat wilden.
Europese samenwerkingen
In het akkoord staan ook andere plannen om op Europees gebied te concurreren met de Googles, Facebooks en Amazons van de wereld. Dat moet niet alleen met restricties, maar ook door op continentaal niveau in te zetten op samenwerking om digitalisering te stimuleren:
"We nemen het voortouw en zetten in Europees verband in op versterking van de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van digitalisering, onder meer op mensgerichte inzet van kunstmatige intelligentie, digitale ethiek, ontwikkeling van digitale identiteit en cybersecurity en ‘open source’."
Ook staat er:
"Wetenschap, bedrijfsleven, ‘start-ups’, ‘scale-ups’, kenniscoalities en overheid slaan de handen ineen om de kansen die digitale technologie biedt te verzilveren. We stimuleren innovatie en investeren in chips- en sleuteltechnologieën zoals kunstmatige intelligentie en quantumcomputing."
Specifieke bedrijven worden niet genoemd, maar je hoeft geen genie te zijn om de link te leggen met bedrijven zoals ASML, zoals de VVD eerder al deed in het verkiezingsprogramma.
Veiligheid
Bij een regering met de VVD en het CDA kun je er donder op zeggen dat er veel aandacht gaat naar veiligheid. In de verkiezingsprogramma's was die aandacht al te zien, ook op het gebied van 'de cyber'. Dat is terug te zien in het regeerakkoord. Vrij letterlijk zelfs: "We versterken onze specialismen in ‘cyber’ en inlichtingen", is in het coalitieakkoord te lezen. Er zijn twee soorten veiligheid: binnenlandse opsporing, dus het werk van met name de politie en het OM, en nationale veiligheid, dus het werk van Defensie. Over dat eerste staat er:
"We versterken de expertise van de aanpak van cybercriminaliteit in alle delen van strafrechtketen."
En ook:
"Cybercriminaliteit zoals ‘ransomware’ is zeer ondermijnend. We investeren daarom in een brede meerjarige cybersecurity-aanpak en in cyberexpertise bij de politie, rechtspraak, het Openbaar Ministerie en defensie."
Ook moet er meer aandacht komen voor de 'ontwrichtende werking van anti-overheids- en antidemocratische sentimenten'. Daarvoor wil de overheid 'een robuuste inlichtingen- en veiligheidsstructuur'. Dat gaat dus niet specifiek over data, maar dat speelt daar ongetwijfeld een rol.
Er staan weinig details in het regeerakkoord over wat de coalitie precies wil doen om cybercrime tegen te gaan. Dat maakt het moeilijk de beloftes op waarde te schatten. Gaat het bijvoorbeeld om meer agenten op digitaal gebied? Of krijgen de bestaande agenten meer en betere opleidingen? Het enige detail is dat in de budgettaire bijlage van het coalitieakkoord staat dat het OM structureel 12 miljoen euro krijgt voor de 'versterking van de ict en opsporing'.
Ook in de verkiezingsprogramma's bleven die beloftes vaag. De gemene deler was dat de partijen grotendeels hetzelfde vonden. De VVD wilde meer cyberexperts bij de politie, het CDA wilde een nieuwe politieacademie die zich specifiek op digitale opsporing richt en D66 wilde meer geld om 'cyber een topprioriteit' te maken bij zowel de politie als het OM. De ChristenUnie wilde dat juist niet. Die partij wilde juist meer geld naar wijkagenten, zonder daarbij een digitale component te noemen. Van de oppositiepartijen zeggen de SP, SGP en de Partij voor de Dieren niets over meer cybergeld voor de politie.
Binnenlandse veiligheid
Net als bij de politie pleitten de VVD, CDA en D66 voor meer geld naar Defensie. Dat komt ook voor in het regeerakkoord:
"We willen dat inlichtingendiensten beter in staat zijn om hun slagkracht te benutten en hun capaciteit uitbreiden om nieuwe en toenemende digitale dreigingen en aanvallen assertief op te sporen en te bestrijden, met waarborgen voor goed en effectief toezicht en digitale burgerrechten."
En daarvoor wordt de portemonnee getrokken. Inlichtingendiensten en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid krijgen volgens de budgettaire bijlage gezamenlijk een budgetverhoging. In 2022 is daar 60 miljoen euro voor gereserveerd, in 2023 125 miljoen euro en vanaf 2024 structureel 250 miljoen euro.
Alle vier de coalitiepartijen willen dat het leger meer geld krijgt voor cyberveiligheid. Er zit wel een verschil in de aanpak: de ChristenUnie wil dat het leger alleen defensief kan optreden, maar de VVD wil dat dat ook offensief kan. Dat laatste staat nu dus ook in het akkoord. Het D66-plan voor een Europese inlichtingendienst heeft het niet gehaald.
Meerdere partijen wilden in hun verkiezingsprogramma's ook dat de beveiliging van Nederlandse infrastructuur zou verbeteren. Daarover staat in het programma de volgende passage:
"We beschermen onze bedrijven, vitale infrastructuur en economisch kapitaal beter door centraal gecoördineerde structurele samenwerking tussen onder andere het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), het Digital Trust Center (DTC), overheden, bedrijven en wetenschappers. Zij kunnen sneller en makkelijker informatie delen over digitale kwetsbaarheden en ‘hacks’."
Zowel de VVD als D66, het CDA en de CU wilden hier op de een of andere manier werk van maken. Wel zitten er veel verschillen tussen hoe ze dat willen. Zo wilde het CDA een Nationale Cybersecurity Coördinator, en wilde D66 het NCSC juist uitbreiden in plaats van het te laten samenwerken met de andere partijen. De CU noemde alleen 'wettelijke waarborging' van de bescherming van vitale infrastructuur.
In de oppositie is voor dat laatste weinig aandacht. De meeste partijen hebben het niet over een betere bescherming van specifiek die vitale infrastructuur, al zei de SGP wel dat het DTC moet uitbreiden.
Datadelen
Een ding valt met name op: opsporingsdiensten moeten volgens het akkoord meer mogelijkheden krijgen om data uit te wisselen met elkaar. Dat staat als volgt beschreven:
"Om criminaliteit goed aan te kunnen pakken is het belangrijk dat verschillende partijen (lokaal) beter kunnen samenwerken en gegevens uitwisselen. Ook zorgen we voor voldoende capaciteit en expertise om de taken beter te kunnen uitvoeren. We zorgen ervoor dat de grondslagen voor die gegevensuitwisseling met de juiste waarborgen, zoals doelbinding en proportionaliteit, zijn verankerd in de wet en dat in adequaat toezicht is voorzien."
Dat is een typisch VVD-standpunt. De partij schreef al letterlijk in het verkiezingsprogramma dat 'de privacywet een uitzondering moest krijgen' voor het bestrijden van fraude en misdaad. Het is de enige partij die dat zo letterlijk in een verkiezingsprogramma opschreef. Wel is het een stokpaardje van CDA-minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Die diende in april vorig jaar al een wetsvoorstel in om meer gegevensdeling tussen opsporingsdiensten mogelijk te maken.
Er zijn andere punten uit het regeerakkoord waar dit soort zinnetjes of woorden in doorsijpelen. Vaak is dat subtiel, zoals: "De aanpak van ondermijning wordt verstevigd door aanpassing van wetgeving, opsporing, straffen, gegevensuitwisseling en detentie."
Gezichtsherkenning
Er zijn meer punten waar dataverzameling ineens wat controversiëler werd dan met name D66 beloofde in het programma. De regering sluit bijvoorbeeld het gebruik van gezichtsherkenning in de openbare ruimte niet uit. In het afgelopen jaar is dat onderwerp steeds actueler geworden door een welles-nietes-woordenstrijd rondom het gebruik van Clearview-gezichtsherkenningstechnologie door de politie en de bijbehorende Kamervragen daarover, maar de regering zegt nu: "We passen geen gezichtsherkenning toe zonder strenge wettelijke afbakening en controle." Die wettelijke afbakening is er overigens al in de vorm van de AVG. Daarin staat dat alleen met expliciete toestemming of zwaarwegende redenen biometrische gegevens mogen worden verzameld. Dit lijkt een inleverpunt voor D66. Dat pleitte voor een totaalverbod op gezichtsherkenningscamera's. De andere regeringspartijen schreven daar niets over. Wel waren GroenLinks en de Partij voor de Dieren daar voor, en was JA21 tegen 'het totalitaire Chinese model waarbij veel camera's met gezichtsherkenning op straat hangen'.
Toezichthouders
De coalitie wil dus gezichtsherkenningscamera's blijven toestaan en meer data delen. Gelukkig is er ook aandacht voor de tegenmacht. Twee punten vallen hier op: er gaat meer geld naar de Autoriteit Persoonsgegevens en er komt een algoritmetoezichthouder, waar de AP een aanvullend budget voor krijgt. Details daarover lees je in de bijbehorende nieuwsberichten, maar waar het in het kort op neerkomt is dat de AP 'slechts' acht miljoen euro extra budget krijgt vanaf 2025 en dat de algoritmewaakhond onder de AP komt te vallen met een eigen budget van 3,6 miljoen euro. Dat is minder dan gehoopt.
Van de regeringspartijen pleitte alleen D66 specifiek voor meer geld voor de AP. De VVD en het CDA schreven daar niets over. Wel is de algemene consensus in de politiek dat de privacytoezichthouder te weinig budget krijgt om zijn taken uit te voeren. De vraag is alleen altijd geweest hoevéél extra geld de toezichthouder moest krijgen. Zelf wil de AP een verviervoudiging van het budget van 26 miljoen naar 100 miljoen, maar dat valt in de praktijk dus veel lager uit. Bovendien wordt de verhoging pas in 2025 structureel acht miljoen. De eerste jaren is dat nog minder.
Van de oppositiepartijen wilden de PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren meer geld voor de toezichthouder, net als de PiratenPartij en BIJ1.

De aparte toezichthouder op algoritmes werd onder andere genoemd in het programma van de VVD en D66. De ChristenUnie pleitte ervoor om de toezichthouder om te dopen tot een algemene toezichthouder voor digitale veiligheid, die ook toezicht op algoritmes moet houden. Oppositiepartijen zoals GroenLinks wilden ook zo'n algoritmetoezichthouder die moest toezien op het rechtmatig gebruik van algoritmes bij de overheid. Daarnaast zijn er veel partijen, zoals DENK en de PvdA, die een verbod wilden op discriminerende algoritmes of meer inzicht in de algoritmes die zowel overheden als bedrijven gebruiken. In het regeerakkoord staat niet letterlijk dat de nieuwe waakhond alleen toezicht gaat houden op algoritmes van de overheid, maar dat is wel hoe de coalitiepartijen de toezichthouder eerder dit jaar omschreven.
Regie over je eigen data
Wat het gebruik van data betreft, daarover staat in het akkoord een opvallend punt. De coalitie wil dat burgers eigenaar worden van hun eigen data. Dat moet allereerst gebeuren door mensen een 'eigen online identiteit' te geven, zo is te lezen in het akkoord, en door mensen regie te geven over hun eigen data. De coalitiepartners gaan er verder niet op in wat dit betekent, en dit is ook niet iets dat in de partijprogramma's te lezen was.
Waar het wel eerder besproken is? In een visiebrief van voormalig staatssecretaris Raymond Knops. Wij schreven daar eerder dit jaar over. Knops stelde daarin dat burgers een digitale bronidentiteit krijgen, uitgeven door de overheid, dus net als een paspoort, die vervolgens overal gebruikt kan worden om je te identificeren. En daarmee moeten burgers ook meer regie krijgen over hun online data.
Regie krijgen over je data komt nog een keer terug in het regeerakkoord, het gebied van gezondheidszorg:
"Iedereen blijft eigenaar van de eigen gezondheidsgegevens. Gegevens- en data-uitwisseling tussen patiënt/cliënt en aanbieder en aanbieders onderling wordt, conform privacywetgeving, verbeterd waarbij uniformiteit noodzakelijk is. Een goed functionerende persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) voor patiënten is het einddoel."
Dat is het enige gezondheidsonderwerp in het akkoord waar iets digitaals aan verbonden is. Het is een punt waar veel partijen achter staan. De VVD had prominent in het programma staan dat gezondheidsgegevens makkelijker konden worden uitgewisseld tussen partijen zoals zorgverzekeraars. Die kunnen data gebruiken om ziektes te voorspellen. Zelfs privacypartij D66 wilde dat zorginstellingen makkelijker met data aan de slag kunnen: "We stimuleren onderzoek naar preventie en onderzoek naar e-health door landelijke samenwerking in zogenaamde LivingLabs", schreef de partij. Ook de ChristenUnie was voorstander van meer dataverzameling in de zorg voor bijvoorbeeld het trainen van algoritmes en kunstmatige intelligentie. De meeste oppositiepartijen schrijven daar verder weinig over.
De zin 'iedereen blijft eigenaar' is wel vreemd. De regeringspartijen definiëren namelijk niet wat 'eigenaar blijven' precies betekent, en of de partijen dat per wet willen gaan bepalen. Het is op dit moment namelijk niet de regel onder de AVG: die bepaalt alleen wat er met gegevens mag gebeuren, maar niet wie er de eigenaar van is. Een aantal partijen pleitten daar in hun verkiezingsprogramma's wel voor: zij wilden dat burgers 'eigenaar van hun eigen data' moesten worden. De VVD, CDA en D66 wilden dat, net als de Partij voor de Dieren. Het is echter niet duidelijk of dit per wet wordt bepaald. Misschien moeten we het wat holistischer lezen en betekent het dat het duidelijker moet worden waar gegevens naartoe gaan. Het CDA wil wel een eigen wet die digitaal eigenaarschap regelt.
Snel internet
Er staan een paar voorbeelden in het regeerakkoord over maatschappelijke onderwerpen waar een digitale component bij komt. Dat zijn het onderwijs en internet. Over dat laatste staat in het regeerakkoord:
"Nederland wordt het digitale knooppunt van Europa en krijgt robuust, supersnel en veilig internet in alle delen van het land."
Dat is enigszins opvallend omdat geen enkele regeringspartij daar expliciet voor pleitte in zijn programma. Wel opperde de PvdA een internetverbinding van minimaal 50Mbit/s, maar dat is de enige partij die daar expliciet over sprak. BIJ1 pleitte daarnaast voor gratis internettoegang voor iedereen in Nederland. Dat zegt natuurlijk niet alles; 'snel en veilig internet' is laaghangend fruit voor een regeringscoalitie, zeker als je niet uitwijdt over hoe je dat wil bereiken of invullen.
Onderwijs
Over onderwijs is de volgende passage te lezen:
"Iedereen krijgt de kans om mee te komen door digitale kennis- en vaardigheden aan te bieden in het onderwijs en via om- en bijscholing. We pakken digibetisme gericht aan via een publiek-private strategie voor digitale geletterdheid en we verbeteren de toegankelijkheid van digitale overheidsdiensten, met behoud van alternatieven voor digitale overheidscommunicatie."
Voor het aanpakken van digibetisme trekt de coalitie vanaf 2022 jaarlijks 2 miljoen euro uit. Veel van de punten die de coalitie benoemt kwamen in verkiezingsprogramma's al aan bod. Laten we beginnen bij het laatste: vrijwel iedere partij pleit er in zijn programma expliciet voor dat overheidscommunicatie ook offline mogelijk moet zijn. Zeker in het kader van de 'nieuwe bestuurscultuur' is dit dus laaghangend fruit. Het andere punt, over het digitaliseren van overheidsdiensten, kwam amper voor in programma's.
Dan het bijspijkeren van digitale vaardigheden. De VVD wilde aandacht voor digitale vaardigheden in het onderwijs, het CDA wilde 'digitaal burgerschap' in het akkoord opnemen, van D66 moesten digitale vaardigheden een betere invulling krijgen', en de ChristenUnie wilde meer geld voor 'de digitaliseringsagenda in het onderwijs' en leraren digitaal vaardiger maken. Bij de oppositiepartijen speelt het onderwerp minder: GroenLinks, de PvdA, de SP, FvD, PvdD, PVV en SGP en DENK schreven allemaal niets over dit onderwerp in hun programma's. Alleen 50Plus had het over 'het beschikbaar stellen van digitaliseringslessen', maar niet specifiek voor het onderwijs.
Rekeningrijden
Wat je vooral niet leest in het regeerakkoord is een plan voor rekeningrijden. Daarover staat alleen het volgende:
"We introduceren in 2030 een systeem van Betalen naar Gebruik voor alle automobiliteit en stellen in deze kabinetsperiode wetgeving vast. Basis voor het systeem is de motorrijtuigenbelasting, waarvan
het tarief afhankelijk wordt gemaakt van het jaarlijks verreden aantal kilometers. De heffing is
niet tijd- en plaatsgebonden en vervangt de dan nog bestaande tol-tracés, zoals de
Westerscheldetunnel, de Kiltunnel en de voorgenomen doorgetrokken A15. Dit betekent dat
gebruikers van elektrische en fossiele auto’s beiden gaan meebetalen aan het weggebruik."
Dat zijn vage plannen waarvan we de uitwerking dus nog moeten aanzien. Veel partijen, zelfs de traditionele autorijderspartij VVD, stonden in hun verkiezingsprogramma's voorzichtig open voor rekeningrijden, maar door het plan zo vaag te houden lijkt dit toch winst voor de liberalen.
Conclusie
Op veel punten is het coalitieakkoord vaag over de uitwerking
Digitalisering heeft weliswaar een eigen passage in het regeerakkoord, maar in de praktijk staan er weinig concrete plannen in rondom het thema cyber. Uiteindelijk zal dat op details, wetgeving en samenwerking in de Tweede Kamer moeten neerkomen. Meer geld voor de politie en het leger om hun digitale capaciteiten uit te breiden is laaghangend fruit, maar wordt amper uitgelegd. Ook 'investeringen in technische industrieën' en 'een hardere aanpak van bigtechbedrijven' zijn redelijk vrijblijvend.
Dat is niet bij alle digitale punten zo. Op sommige onderdelen is het regeerakkoord concreet, en dat zijn ook punten waar de vier coalitiepartijen al in hun regeringsprogramma's beloften over deden. Meer geld voor de AP en een aparte toezichthouder voor algoritmes zijn de twee voornaamste, maar ook meer onderwijs over digitalisering valt daaronder. Opvallend zijn onderdelen waarop is ingeleverd door onder andere D66, bijvoorbeeld op het gebied van gezichtsherkenning. Ook willen de partijen dat opsporingsinstanties meer data kunnen delen, terwijl dat in veel programma's juist expliciet werd tegengegaan.
Ook de landelijke regie voor datacenters valt op. Daarover dachten het CDA en D66 heel anders. De VVD noemde er nooit iets over, maar lijkt nu na jaren van uitbesteding van veel publieke taken hierop toch landelijke regie te willen.