Onderzoekers van het Amsterdamse IViR schrijven in een analyse van het wetsvoorstel voor de zogenaamde 'hackwet' dat zij concrete waarborgen missen. Zo ontbreekt bijvoorbeeld een instelling die de uitoefening van surveillancebevoegdheden controleert.
Volgens de onderzoekers, waaronder hoogleraar Informatierecht Nico van Eijk, neemt geheime surveillance steeds verder toe. Een voorbeeld daarvan is het voorstel rond de hackwet, officieel bekend als de wet Computercriminaliteit III. Deze wet geeft de politie de bevoegdheid om op afstand computers en smartphones binnen te dringen en daar bijvoorbeeld software te installeren. Omdat dit soort bevoegdheden van grote invloed zijn op de persoonlijke levenssfeer van individuen, is het noodzakelijk voor de nodige waarborgen te zorgen om misbruik te voorkomen. Dit kan onder andere door toezicht en door transparantie, maar op die punten kan het huidige wetsvoorstel verbeterd worden, stellen de UvA-onderzoekers in hun rapport.
Zo vindt toezicht nu in individuele gevallen plaats, maar zou dit eigenlijk in alle gevallen nodig zijn. De onderzoekers dragen de mogelijkheid van een toezichtcommissie aan, bijvoorbeeld een vergelijkbaar orgaan als de CTIVD die de AIVD en MIVD controleert. Dit toezicht moet niet alleen onafhankelijk zijn, maar bovendien van tevoren plaatsvinden.
Uit de eisen van Europees recht vloeit daarnaast voort dat dit toezicht niet mag neerkomen op 'rubber stamping', waardoor rechters automatisch toegang verlenen voor de inzet van bevoegdheden. Om effectief toezicht mogelijk te maken moeten zij zorgvuldig te werk gaan en hun beslissingen motiveren. De onderzoekers voegen daaraan toe dat het controleren van de bevoegdheden in real-time mogelijk moet zijn, bijvoorbeeld tijdens de inzet ervan.
Tot slot moet het mogelijk zijn om op een transparante manier met de inzet van de hackbevoegdheden om te gaan, bijvoorbeeld door organisaties van duidelijke regels te voorzien over het publiceren van verzoeken tot medewerking. Hoewel deze eisen in het huidige rapport zijn geformuleerd door het wetsvoorstel Computercriminaliteit III, gelden deze volgens de onderzoekers ook voor andere soortgelijke voorstellen, waaronder de wetsvoorstellen voor bewaarplicht en rond herkenning van kentekenplaten.
Het 'hackvoorstel' werd eind vorig jaar bij de Tweede Kamer ingediend. Voor dat tijdstip bevatte het nog de bevoegdheid waarmee een verdachte kon worden opgedragen zijn decryptiesleutels te verstrekken. Dit onderdeel haalde de uiteindelijke versie niet. In februari vond een hoorzitting in de Tweede Kamer plaats, waarbij onder andere academici en particuliere partijen hun zienswijze gaven op het voorstel. Deze partijen uitten zich voor een groot deel zeer kritisch over het wetsvoorstel en haalden de noodzaak voor waarborgen aan. Uit de agenda van de Tweede Kamer blijkt dat het stemmen op het voorstel gepland staat tussen 6 en 8 december. Mocht de Tweede Kamer het voorstel aannemen, gaat het door naar de Eerste Kamer. Burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom startte onlangs de campagne 'stophethackvoorstel.nl'.
Tegelijkertijd is het wetsvoorstel rond de nieuwe Wiv bij de Tweede Kamer in behandeling. Daarover was zowel de Raad van State als de Raad voor de Rechtspraak kritisch.