De Nederlandse geheime dienst AIVD was onzorgvuldig bij een hack van een persoon die vermoedelijk niet meer actief was als advocaat. Dat zegt toezichthouder CTIVD. Als die persoon nog advocaat is, was de hack niet toegestaan.
De persoon bevond zich in het buitenland en de AIVD vermoedde dat hij niet meer als advocaat actief was, maar wist dat niet zeker. Dat constateert de CTIVD in zijn bespreking van specifieke gevallen tijdens onderzoek naar spionage bij journalisten en advocaten door de AIVD en militaire dienst MIVD. Omdat de AIVD niet zeker was van zijn zaak, handelde de dienst volgens de toezichthouder 'onzorgvuldig'.
De AIVD heeft de wet niet overtreden in deze zaak, vindt de toezichthouder. "De CTIVD heeft geen aanwijzingen dat deze onzorgvuldigheid heeft geleid tot onrechtmatigheden, nu de inzet van de bevoegdheid niet was gericht tegen de betrokken persoon in zijn hoedanigheid als advocaat." Bovendien kreeg de AIVD met de hack geen vertrouwelijke informatie van een advocaat in handen.
De CTIVD constateert meerdere gevallen waarin de geheime diensten telefoongesprekken van advocaten en journalisten hebben afgeluisterd. Vaak gebeurde dat indirect; een client van een advocaat of anonieme bron van een journalist is dan het onderwerp van onderzoek, maar desondanks moeten de diensten zorgvuldig daarmee omspringen. Advocaten afluisteren is verboden, terwijl er nog geen regels zijn voor bronbescherming van journalisten. Die moeten er wel komen, vindt de toezichthouder.