Volgens het toezichtsrapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is de inhoudelijke opbrengst van het onderscheppen van communicatie gering tot zeer gering. Metadata zouden waardevoller zijn dan inhoud.
De commissie geeft in het rapport aan dat deze resultaten vragen oproepen over de effectiviteit en de proportionaliteit van de bevoegdheid om niet-kabelgebonden communicatie te onderscheppen. Er wordt onderstreept dat deze bevoegdheid een vergaande inbreuk vormt op de persoonlijke levenssfeer van personen. Dit is dan ook de reden dat de CTIVD jaarlijks een toezichtsrapport uitbrengt.
Het huidige rapport gaat over de periode van maart 2014 tot februari 2015. De commissie stelt dat in 2014 de inhoudelijke opbrengst van het onderscheppen van communicatie tussen personen gering tot zeer gering is. Bij sommige operaties zou er ook helemaal geen inhoudelijke opbrengst aan te merken zijn. Ook bleek dat de verkregen informatie maar in weinig gevallen daadwerkelijk relevant was voor de operationele teams.
De AIVD onderschept informatie door ongericht niet-kabelgebonden telecommunicatie op te vangen en op te nemen, bijvoorbeeld door alle informatie te onderscheppen die via een bepaald satellietkanaal wordt verzonden. Daarna onderzoekt de dienst, na toestemming van de minister, aan de hand van verschillende selectiecriteria de verkregen informatie. De criteria zijn bijvoorbeeld gegevens over de identiteit van een persoon, een e-mailadres of telefoonnummer, of een bepaald trefwoord.
Daarbij zou het lastig zijn volledige inhoudelijke informatie te verkrijgen, omdat communicatie tussen twee partijen bijvoorbeeld niet altijd via hetzelfde satellietkanaal verloopt. Daarom is het verzamelen van metadata, zoals gespreksduur en -deelnemers, waardevoller omdat het de AIVD in staat zou stellen om een netwerk van 'targets' in beeld te brengen. De CTIVD geeft aan de daadwerkelijke waarde van metadata in een volgend rapport te onderzoeken.
Het huidige rapport laat ook zien dat de AIVD in de betreffende periode negentien procent meer taps heeft uitgevoerd dan in de periode daarvoor. De oorzaak daarvan zou het versterkt onderzoek naar 'jihadistische uitreizigers en terugkeerders' zijn. Verder zou de dienst 'doorgaans doordacht' te werk gaan bij het inzetten van de tapbevoegdheid. Toch zouden er een aantal onrechtmatigheden en onzorgvuldigheden zijn opgetreden, waaronder het onterecht afluisteren van dertien gesprekken van advocaten en het eenmalig onrechtmatig afluisteren van een gesprek met betrekking tot het seksuele leven van een persoon.