Een groep vooraanstaande wetenschappers neemt in een paper openbaar stelling tegen overheden die versleutelde communicatie door middel van backdoors willen inzien. Volgens de onderzoekers brengen zij hiermee de bescherming van de vertrouwelijkste gegevens in gevaar.
De paper werd dinsdag openbaar, een dag voordat de FBI bij de Amerikaanse overheid gaat pleiten om beter versleutelde data te kunnen inzien. De dertien auteurs - cryptografen, computerwetenschappers en beveiligingsdeskundigen - waarschuwen in hun verslag voor de nodige gevaren van het inbouwen van backdoors.
Zelfs als de backdoors ervoor zorgen dat terroristen en criminelen kunnen worden gepakt, weegt dat voordeel volgens de onderzoekers niet op tegen de gevaren. Er bestaat namelijk altijd een kans dat kwaadwillenden misbruik van de achterdeurtjes maken, met als gevolg dat ze de vertrouwelijkste informatie kunnen inzien. Daardoor kunnen de criminelen individuen ernstig schaden - iets wat onder andere de FBI juist wil voorkomen.
Bovendien, zo waarschuwen de wetenschappers verder, is de overheid de laatste tijd niet in staat gebleken om kwaadwillenden buiten de deur te houden. Zo werd er onlangs ingebroken bij het datacentrum van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Onder meer Ronald L. Rivest, de bedenker van het bekende rsa-encryptiealgoritme, vreest dat de overheid niet in staat is vertrouwelijke informatie te beschermen zonder gedegen versleuteling. Hoogleraren, cryptografen en Google- en Microsoft-medewerkers steunen hem.
De waarschuwing van de vooraanstaande wetenschappers is een herhaling van een soortgelijke discussie in 1997. Toen wilde toenmalig president Bill Clinton dat computerfabrikanten een chip in hun producten implementeerden die de regering toegang verschafte tot versleutelde communicatie. De zogeheten Clipper-chip kwam er uiteindelijk niet, omdat onderzoekers toen volgens The New York Times stelden dat de chip inbreuk maakte op de privacy.