x86-secret heeft een Pentium M-moederbord van DFI uitgetest, genaamd G5M100-N. Dit moederbord is van het formaat Mini-ITX, hetzelfde formaat dat ook door VIA wordt gebruikt voor hun EPIA- en Eden-platform. Het moederbord is bedoeld om gebruikt te worden in industriële applicaties, de kans is dus klein dat de DFI G5M100-N binnenkort ook in gewone winkels is te verkrijgen.
Het moederbord
Het moederbord maakt gebruikt van de 855GME-chipset van Intel en biedt ondersteuning aan zowel Pentium M- als Celeron M-processors. Vanwege het industriële karakter van de G5M100-N zijn er maar liefst vier seriële poorten aanwezig. Drie daarvan zijn aanwezig in de vorm van een DB9-connector, waarvan er een ook in RS423-mode kan werken. De vierde is beschikbaar via een header op het moederbord zelf. Deze kan eventueel ook dienst doen als spanningsbron voor accessoires die 5V of 12V nodig hebben. Verder heeft het moederbord vier USB-poorten en twee netwerkadapters. Vanwege het Mini-ITX-formaat is er maar één standaard PCI-slot en één mini-PCI-slot op het moederbord aanwezig. Dit mini-PCI-slot vinden we ook terug in laptops en kan dus gebruikt worden om onderdak te bieden aan bijvoorbeeld een WiFi-kaart. Het standaard PCI-slot kan in combinatie met een risercard plaats bieden aan twee PCI-kaarten.
De prestaties
Om het moederbord uit te testen, moet er natuurlijk een processor op geplaatst worden, voorzien van een koeler. Helaas zijn koelers voor het Pentium M-platform niet los verkrijgbaar. x86-secrets gebruikte daarom een standaard koeler die normaal gesproken in 1U-behuizingen wordt gebruikt en zaagde deze op maat en werd met behulp van twee boutjes vastgezet. Hierop werd een 80mm-ventilator van Enermax geplaatst. Verder werd het moederbord uitgerust met twee 256MB PC3200 geheugenmodules van Corsair. Een WiFi-adapter werd in het mini-PCI-slot geplaatst en in het PCI-slot werd een GeForce4 MX440 geplaatst. Deze moet ervoor zorgen dat de geïntegreerde grafische core geen onnodige bandbreedte van het geheugen verbruikt.
In de eerste testen wordt er gekeken hoe drie verschillende processors, een 1,3GHz Pentium M met de Dothan-core, een 1,3GHz Pentium M met de Banias-core en een 1,3GHz Celeron M ten opzichte van elkaar presteren. Erg spannend is de uitslag niet. De Dothan weet door zijn grotere L2-cache van 2MB te winnen van de Banias met 1MB L2-cache. De Celeron M is hekkensluiter vanwege zijn kleinere L2-cache van 512KB. In een tweede test wordt er gekeken hoe een 1,7GHz Pentium M met 400MHz FSB en een 2,0GHz Pentium M met 533MHz FSB zich houden ten opzichte van een 3GHz Pentium 4 met 800MHz FSB, een Athlon XP 3000+ en een Athlon 64 3000+. Hieruit blijkt dat de 2,0GHz Pentium M aardig zijn mannetje kan staan. In sommige testen weet hij zelfs de desktopprocessors voor te blijven. In een aantal andere moet hij de Pentium 4 en de Athlon 64 voor zich dulden. De 1,7GHz Pentium M strijdt over het algemeen met de Athlon XP 3000+ voor de laatste twee plaatsen.
| Pentium 4 3,0GHz | |||
| Athlon 64 3000+ | |||
| Athlon XP 3000+ | |||
Over- en onderklokken
x86-secrets test ook hoe goed de verschillende Pentium M-processors en de Celeron M zich laten overklokken en onderklokken. Dit laatste is vooral interessant voor tweakers die een stil systeem willen samenstellen. Helaas biedt het BIOS van het moederbord geen mogelijkheden om de FSB, multiplier en het voltage manueel in te stellen. Gelukkig is er het programma MSR waarmee deze wel ingesteld kunnen worden, waardoor er naar hartelust kan worden geëxperimenteerd met het onder- en overklokken van een 1,7GHz Pentium M met Dothan-core.
Het eerste experiment dat x86-secrets uitvoert bestaat uit het draaien zonder koeling. Het resultaat mag er zijn, want het systeem bleek op 1GHz nog steeds stabiel te draaien. x86-secrets raad het draaien zonder koeling wel af, want een cpu-temperatuur van 77,8 graden Celsius is waarschijnlijk niet erg gezond voor de processor. In het tweede experiment wordt er gekeken of het mogelijk is om met een koeler, maar zonder ventilator te draaien. Met succes, want de Pentium M blijk op 1,7GHz zonder actieve koeling stabiel te werken. In het derde experiment wordt er gekeken hoe goed een 1,7GHz Pentium M, met zowel de Dothan- als de Banias-core, en een 1,3GHz Celeron M zijn over te klokken. De resultaten mogen er zijn, de Dothan weet de 2,26GHz te halen, de Banias 2,08GHz en de Celeron M 2GHz.
Conclusie
Volgens x86-secrets is het DFI G5M100-N in combinatie met een Pentium M- of Celeron M-processor een heel goed alternatief voor de Mini-ITX-moederborden van VIA. Het enige nadeel is de prijs van het moederbord. Hiervoor moet maar liefst $300 worden neergelegd. De processors zelf zijn wel betaalbaar, want in Frankrijk is een 1,5GHz Celeron M voor minder dan €150,- te verkrijgen. Men doet er waarschijnlijk wel goed aan om te wachten op de Celeron M-processor met de Dothan-core. Deze is namelijk uitgerust met 1MB L2-cachegeheugen wat de prestaties ten goede zou moeten komen.


Bij de opsomming van de doelstellingen van de nieuwe plannen werd echter met geen woord gerept over copyright- of patentschending via internet. Dit blijkt niet eens een keuze van het Patent Office zelf te zijn. 





Tijdens het hoogtepunt van de internethype in 2000 werd er nog voor 440 miljoen euro in 216 nieuwe ICT-bedrijfjes gestoken. Dit waren er 54 per kwartaal, tegen slechts 5 in het eerste kwartaal van 2004. Dit lijkt het dieptepunt te zijn geweest op het gebied van risico-investeringen in de ict, omdat dankzij de verkoop van Bibit aan de Royal Bank of Scotland door Residex er weer geld is voor investeringen. Zo brengt Nesbic dit jaar nog Scarlet Telecom en Energiebedrijf.com naar de beurs, omdat beide investeerders gezamenlijk 175 miljoen euro willen vrijmaken voor investering in de ict.
Het vervangen van de huidige ‘platte’ plaatjes heeft een aantal redenen: ten eerste is de apparatuur die op dit moment gebruikt wordt voor het generen van de kaarten aan vervanging toe, ten tweede was het team van de omroep van mening dat het tijd was om gebruik te maken van de sprongen voorwaarts in de grafische technologie en het hele weerbericht op te frissen met een nieuwe look die bij de huidige tijd past. Kijkers verwachten dat hun omroep met de tijd meegaat, en dan kan het weerbericht natuurlijk niet achterblijven met tweedimensionale graphics die al tien jaar oud zijn. Doordat de weersomstandigheden nu vanuit een ander perspectief worden getoond, kunnen de kijkers daadwerkelijk zien wat er in de toekomst over hun huis zal zweven.
Dit is een stuk nauwkeuriger dan het systeem met de zonnetjes en regenwolken, die een groot gebied bedekken en statisch zijn. De driedimensionale beelden zijn beweeglijk, waardoor behalve het ruimte- ook het tijdselement nauwkeurig gepresenteerd kan worden. Omdat met deze methode de weersvoorspelling gepresenteerd kan worden via verschillende media, zoals internet en mobiele telefoons, hoopt de BBC dat dit systeem flexibeler en beter bereikbaar zal zijn voor de kijkers. In de toekomst zal het misschien mogelijk zijn voor de kijker om via het systeem zijn eigen weersvoorspellingen samen te stellen.
WiMAX is een relatief nieuwe standaard voor draadloze netwerkverbindingen, ook wel bekend onder IEEE 802.16. Deze standaard is ontwikkeld voor zogenaamde Metropolian Area Networks (MAN's) en verschilt op enkele belangrijke punten van de nu veel gebruikte IEEE 802.11-standaard. 802.16 is voornamelijk ontwikkeld voor stationaire draadloze verbindingen die de mogelijkheid bieden voor full-duplex datacommunicatie. WMAN-verbindingen zullen voornamelijk worden gebruikt voor verbindingen tussen gebouwen, terwijl IEEE 802.11-verbindingen worden gebruikt voor verbindingen naar individuele computers.
Jeff Whatcott, vice-president productmanagement bij Macromedia, verwacht ook dat ontwikkelaars deze talen door de vereenvoudiging sneller machtig zullen zijn. Er zijn in Flex Builder mogelijkheden aanwezig voor teamdevelopment, waardoor bijvoorbeeld een apart team kan werken aan het ontwerp en de UI van de applicatie en een ander team aan de benodigde achtergrondcode. Verder zijn een geïntegreerde debugger en een netwerkmonitorsysteem voor de controle van het verkeer tussen back- en frontend aanwezig. Een licentie voor Flex Builder is beschikbaar als onderdeel van het complete Flex-pakket en kost 12.000 dollar voor een dual-cpu-configuratie.