AnandTech heeft een artikel gepubliceerd waarin de architectuur van de Pentium M wordt besproken. Daarnaast worden verschillende Pentium M-processors en de Celeron M vergeleken met een aantal desktopsystemen.
De architectuur van de Pentium M
Tijdens het ontwerp van de architectuur van de Pentium M heeft Intel een beslissing genomen waaraan een groot risico hangt. In plaats van een zo snel mogelijke processor te ontwerpen heeft Intel zich een bepaalde maximum snelheid als doel gesteld. Als een gedeelte van de processor sneller kon lopen dan deze snelheid, werd dat gedeelte zo getweaked dat het langzamer loopt. Het voordeel hiervan is dat er hiermee energie kan worden bespaard. Het nadeel is echter dat het heel moeilijk wordt om processors te maken die sneller zijn dan de maximum snelheid die vooraf is bepaald. Om hogere snelheden te halen moet Intel dus vertrouwen op nieuwe productie processen.

Een ander doel dat Intel zichzelf heeft gesteld tijdens het ontwerp van de Pentium M is een laag energieverbruik. Dit betekende dat ze een kortere pipeline dan de Pentium 4 moesten gebruiken. Deze pipeline is wel langer dan die van de Pentium III-processor. Om ervoor te zorgen dat de processor geen onnodig werk verricht, is er een nieuwe branchpredictor ontworpen die 20% nauwkeuriger is ten opzichte van de Pentium III branchpredictor. Daarnaast is er gekozen om de executie-units van de Pentium III te gebruiken. Dit betekent echter dat HyperThreading nooit mogelijk zal zijn met de Pentium M-processor omdat deze niet genoeg executie-units heeft. Om er voor te zorgen dat de pipeline van de Pentium M gevuld blijft, is de Pentium M voorzien van dezelfde FSB als de Pentium 4-processor. Aangevuld met een groot L2-cache, 1MB voor de Banias en 2MB voor de Dothan, moet dit garant staan voor goede prestaties bij een laag energieverbruik.
De FSB van de Pentium M is compatibel met die van de Pentium 4-processor. Sterker nog, beide processors maken gebruik van het zelfde voetje met 478 pinnen. De lay-out van de pinnen is echter anders en ook de plaatsing van de keypinnen is anders om ervoor te zorgen dat een Pentium M-processor niet in een Pentium 4-moederbord kan worden gestoken. Dit weerhoudt fabrikanten van moederborden er echter niet van om een Pentium M-moederbord te maken die gebruik maakt van een Pentium 4-chipset.
Van de Pentium M-processor bestaan ondertussen twee architecturen. De eerste is de Banias die gefabriceerd wordt met een 130nm-proces. Zijn opvolger is de Dothan die enkele verbeteringen in de architectuur heeft meegekregen en gefabriceerd wordt met behulp van een 90nm-proces. In tegenstelling tot de Prescott heeft Intel echter geen problemen met het energieverbruik van de Dothan, vergeleken met de Banias. De Dothan verbruikt zelfs minder energie bij dezelfde snelheid. AnandTech stelt dan ook dat het hoge energieverbruik van de Prescott ten opzichte van de Northwood waarschijnlijk te wijten is aan een aantal veranderingen in de architectuur en niet aan het productieproces.

De performance van de Pentium M Dothan
AnandTech vergelijkt een Pentium M Banias, Pentium Dothan en Celeron M met een Athlon 64 3000+ (2GHz), een Athlon 64 2800+ (1,8GHz) en een 3,2GHz Pentium 4 . Omdat de gebruikte notebook voor deze tests is uitgerust met een ATi Mobile Radeon 9600, worden ook de desktops voorzien van een Radeon 9600 die op dezelfde snelheid als de Mobile Radeon is geklokt. Daarnaast worden de desktopsystemen voorzien van een harde schijf die bedoeld is voor laptops.
Uit de verschillende benchmarks blijkt dat Pentium M 755 (2GHz Dothan) erg goed presteert in bureauapplicaties. Het spelen van een spel blijkt ook geen probleem te zijn voor de Pentium M 755. Ontwerpers van software zullen ook tevreden zijn met een laptop voorzien van een Pentium M 755 processor. In al dit soort applicaties is de Pentium M 755 ongeveer even snel als een Athlon 64 3000+. Soms wat sneller, soms wat langzamer, maar veel verschil zit er niet in. Als er echter gerenderd moet worden of een video moet worden omgezet in het DivX of XviD-formaat, dan blijkt de snelheid van de Pentium M tegen te vallen. AnandTech komt dan ook tot de conclusie dat de Pentium M geen vervanger is voor een Pentium 4 of een Athlon 64-processor. AnandTech verwacht dan ook dat de opvolger van de Pentium 4-processor het beste van beiden zal combineren. Als het echter aankomt op het kiezen van een notebookprocessor dan is er eigenlijk maar een keus: de Pentium M 755.
