Afgelopen donderdag vond in New York een conferentie plaats over het gebruik van technologie in arme landen. Volgens Kofi Annan, Secretaris Generaal van de Verenigde Naties (VN), zou WiFi een goede oplossing zijn om de technologische achterstand van arme landen en regio's kleiner te laten worden. Er moet dan wel voor gezorgd worden dat andere landen hulp bieden bij het opbouwen van het draadloze netwerk. Eén van de redenen waarom arme landen een technologische achterstand hebben is het gebrek aan communicatiemogelijkheden. Dit zou opgelost kunnen worden door een duur vast netwerk aan te leggen. Een draadloos netwerk is echter gemakkelijker aan te leggen en daarnaast ook eenvoudiger te onderhouden.
Door de aanleg van het netwerk krijgen ineens veel meer mensen de mogelijkheid om zich op het internet te begeven en informatie tot zich te nemen. WiFi is zo populair geworden omdat het aanleggen van een netwerk erg eenvoudig is. Op verschillende plekken in onder andere New York, Parijs en Nederland zijn al WiFi-netwerken in de lucht. Tijdens de conferentie merkte Annan op dat bedrijven, regeringen en netwerkproviders moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat WiFi ook in arme landen een succes wordt. De meningen over het eventuele succes van draadloze netwerken in ontwikkelingslanden zijn echter verdeeld:
Pat Gelsinger, chief technology officer of chip maker Intel, said it was getting huge amounts of interest about wireless networks from many poorer nations.
"This reflects a worldwide lust for technology," he said. "We see millions of people with the potential to become wi-fi users."
[...] Mohsen Khalil, director of information and communications technology at the World Bank, sounded a cautionary note.
He said the equipment needed to use wi-fi was not cheap and the popularity of the technology might tempt some regulators to impose tariffs on its use.