Het is Nederland tot dusver niet gelukt om het omstreden voorstel voor softwarepatenten als hamerstuk af te handelen tijdens de top voor Landbouw en Visserij. De Poolse staatssecretaris voor Informatiesamenleving en Technologie, Marcinski, heeft hiervoor gezorgd. Marcinski was speciaal voor dit onderwerp naar Brussel afgereisd. Het schrappen van de stemming tijdens de landbouwtop is goed nieuws voor de tegenstanders van de softwarepatenten, aangezien de tekst nu zeer waarschijnlijk herzien zal worden. Polen is pas sinds kort lid van de Europese Unie, maar heeft desondanks de druk van andere landen om vóór het voorstel te stemmen, kunnen weerstaan.

Nederland wilde tijdens zijn voorzitterschap het voorstel dat er lag behandelen als een zogenaamd A-item, wat inhoudt dat er zonder verder discussie over gestemd zal worden. In mei kwam een akkoord tot stand over de wetgeving voor softwarepatenten. Later ontstond er hevige weerstand, onder andere vanuit Poolse en Duitse hoek, maar ook binnen de Nederlandse politiek. Uit berichten bleek dat de Tweede Kamer niet juist was geïnformeerd, waarna minster Brinkhorst werd gesommeerd om niet akkoord te gaan met dit voorstel. De minister had eerder vóór het voorstel gestemd.

Eerder op de dag was er vanuit diverse hoeken kritiek gekomen op de Nederlandse handelswijze. Op onder andere Planet Multimedia is te lezen dat de Duitse hoogleraar Karl-Friedrich Lenz vindt dat de Tweede Kamer wordt misleid door het kabinet, waarbij staatsecretaris Karien van Gennip de aanvoerder zou zijn. Volgens Lenz, die kenner is van de EU-wetgeving, zou de staatsecretaris hebben gezegd dat Nederland niet zijn stem kon wijzigen met betrekking tot softwarepatenten in een totale onthouding van stemming. Dit zou echter wel het geval zijn, aldus de hoogleraar.

Iets meer dan een week geleden heeft Oracle bekendgemaakt voor 10,3 miljard dollar concurrent PeopleSoft te hebben overgenomen. Al op de dag dat deze fusie aan het publiek en de pers gepresenteerd werd, heeft Oracle-president Charles Phillips contact gelegd met een aantal klantenorganisaties van PeopleSoft. Phillips wilde op deze manier laten zien dat hij op een positieve manier verder wil met de klanten van PeopleSoft, daarnaast heeft hij deze mogelijkheid aangegrepen om enkele gevolgen van de fusie voor de klanten toe te lichten. De verhouding tussen de klanten en Oracle was de afgelopen maanden namelijk behoorlijk verslechterd. Verder heeft het softwarebedrijf door middel van een memo aangegeven dat klanten zo weinig mogelijk negatieve effecten mogen ervaren van de fusie.

Zo zal Oracle samen met IBM en Microsoft support blijven leveren en zullen de updates voor de software in de toekomst ook "as straightforward as possible" blijven. In de memo was verder te lezen dat PeopleSoft-gebruikers zonder licentieperikelen, zoals boetes, kunnen migreren naar Oracles applicaties en databaseproducten. Vanzelfsprekend zijn IBM en Microsoft hier niet erg over te spreken, omdat deze bedrijven ook databasesoftware en andere infrastructuur hebben verkocht aan PeopleSoft-klanten. De twee bedrijven zijn daarom een eigen promotiecampagne begonnen om PeopleSoft-klanten over te halen om gebruik te gaan maken van software van IBM en Microsoft.

Apple heeft afgelopen maandag aangegeven dat het niet gaat lukken om zijn Xsan-storagemanagementsoftware dit jaar nog te introduceren. Het bedrijf had zich eerder nog voorgenomen om de Xsan-software op de laatste dag van de herfst van 2004, dat was afgelopen maandag, te releasen. Apple heeft geen reden opgegeven voor het uitstel van de storagesoftware. Xsan is bedoeld om Apples positie in de markt voor high-endcomputing te versterken. De software maakt het mogelijk om een bestandssysteem op te zetten waarbij de harde schijven zich verspreid over meerdere computers bevinden, een zogenoemd storage area network (SAN). Apple had Xsan in april aangekondigd tijdens een beurs voor de makers van televisieprogramma's. Sindsdien heeft het bedrijf zich beziggehouden met het testen en doorontwikkelen van de software. Een nieuwe releasedatum heeft het bedrijf nog niet vastgesteld.

Radiogolven uit mobiele telefoons kunnen in laboratoriumomstandigheden zorgen voor DNA-schade, zo meldt Reuters. Dit is gebleken uit een onderzoek van de Europese Unie, dat werd uitgevoerd door twaalf onderzoeksgroepen in zeven landen. Hiermee is nog niet bewezen dat mobiele telefoons gezondheidsschade veroorzaken, wel is deze uitslag aanleiding voor verder onderzoek. De teams onderzochten het effect van de gsm-straling op dierlijke en menselijke cellen in een laboratorium. In het lab werden de cellen blootgesteld aan elektromagnetische velden van 0,3 tot 2 Watt per kilo, de straling die uit telefoons komt bevindt zich vaak tussen de 0,5 en 1 Watt per kilo. Na blootstelling aan de straling vertoonde het erfelijk materiaal in de cellen een significante toename van breuken in de DNA-strengen. Deze schade kon niet in alle gevallen door de cel worden hersteld, een deel van de mutaties werd zelfs na celdeling doorgegeven aan de dochtercellen.

Op deze manier kan een hele lijn gemuteerde cellen ontstaan. DNA-mutaties zijn verantwoordelijk voor een aantal ziektes, waaronder kanker. Behalve DNA-schade werden er nog een aantal andere schadelijke effecten op de cellen gemeten. Doordat deze resultaten in een laboratorium zijn gemeten en niet geheel te vergelijken zijn met het dagelijks leven, kunnen de onderzoekers niet zeggen dat het gebruik van mobiele telefoons schadelijk is voor de gezondheid. Wel zeggen zij dat verder onderzoek op proefdieren of menselijke vrijwilligers nodig is en wordt er geadviseerd om bijvoorbeeld een headset te gebruiken, voor de zekerheid.

In Australië is een proefproject rond breedbandinternet via het stopcontact succesvol afgerond. Energieleverancier Energy Australia heeft via de zogenoemde Broadband over Powerlines-technologie (BPL) een aantal gebouwen in Newcastle, niet ver van Sydney, drie maanden lang voorzien van een verbinding met een bandbreedte van liefst 200Mbps. Volgens de energieleverancier zijn de reacties bijzonder positief. De data werden getransporteerd via een glasvezelnetwerk tot aan verschillende datastations aan de rand van stad, waarna het elektriciteitsnetwerk de klus overnam. Het is ook de bedoeling deze manier in de toekomst te blijven gebruiken: de glasvezel zo diep mogelijk in het netwerk laten 'doordringen' en het elektriciteitsnetwerk gebruiken voor de verdere verspreiding.

De voordelen spreken voor zich: de bijpassende modem kan op elk stopcontact aangesloten worden en men is niet meer afhankelijk van één of een paar telefoon- of kabelaansluitingen. Het is ook niet nodig glasvezel tot aan de voordeur aan te leggen, een nogal dure operatie, aangezien er meestal een uitgebreid elektriciteitsnet beschikbaar is. Maar er zijn ook nog hindernissen, die ervoor zorgen dat commerciële toepassingen nog niet op de deurmat liggen: de gebruikte BPL-standaard is nog niet helemaal 'gestandaardiseerd', en er kan interferentie ontstaan met radiosignalen en signalen van andere toestellen. Ook de overheid moet toestemming geven om het elektriciteitsnetwerk te gebruiken om data te transporteren.

Een paar duizend kilometer noordelijker, in Japan, is er alvast een debat gepland over dat laatste. Ook daar is het momenteel niet toegestaan om data via het stroomnet te transporteren. De overheid zal een studie laten uitvoeren om te onderzoeken of een opheffing van dit verbod problemen kan opleveren. Als dat niet zo blijkt te zijn, zal gebruik van het stroomnet voor dataoverdracht misschien al in 2006 mogelijk zijn, al zal het ook daar wellicht nog even wachten zijn op commerciële toepassingen.

In Nederland en België gaat het minder snel. Al in 2001 startte elektriciteitsleverancier Nuon in Arnhem met een proefproject, maar vorig jaar is besloten de ontwikkeling van internet via het stopcontact voorlopig te stoppen om verschillende redenen. De Europese Commissie heeft echter haar steun toegezegd aan deze vorm van breedband, dus het is mogelijk dat we de komende tijd nieuwe projecten zien in Europa. Aan de andere kant van de oceaan is de regering van president Bush in ieder geval voorstander van verschillende 'nieuwe' vormen van breedbandinternet om het hele land te kunnen bedienen, onder meer via het stopcontact.

Volgens The Inquirer is HP begonnen met een reclamecampagne in de VS om hun nieuwste Media Center-systemen aan de man te brengen. Deze computers uit de m1050e-serie maken in tegenstelling tot de andere multimediasystemen van HP gebruik van een Athlon 64-processor in de smaken 3200+, 3400+ en 3700+. HP verwijst dan ook drie of vier keer naar deze processor in de reclamespot. De wens van AMD om de Athlon 64 ook in Media Center-pc's te zien lijkt hiermee dus in vervulling te gaan.

HP is erg in zijn nopjes met de NX-bit van de AMD64-processors, die volgens HP een geavanceerde virusprotectie moet bieden. Hiermee zet HP potentiële kopers echter op het verkeerde spoor. Met de NX-bit kunnen geheugengebieden worden gemarkeerd als zijnde geheugengebieden voor gegevens, waardoor er geen code uit deze gebieden kan worden uitgevoerd. Hiermee wordt de veiligheid van een systeem een stuk verbeterd, maar het biedt uiteindelijk geen protectie tegen alle virussen. AMD werd vanwege het adverteren van de NX-bit als virusprotectie eerder nog door de Reclame Code Commissie op de vingers getikt.

Op de site van de NLIP is te lezen dat deze organisatie zijn rol in de toekomst drastisch zal gaan veranderen. De reden hiervoor is dat de organisatie van mening is dat het niet meer goed de belangen van de leden kan behartigen omdat de markt aanzienlijk is veranderd. De NLIP, een afkorting die staat voor Nederlandse Internet Providers, is opgericht in 1995 en heeft als doel het behartigen van de belangen van aangesloten providers. Bij de algemene ledenvergadering van de organisatie, die afgelopen maandag 20 december plaatsvond, is besloten dat de organisatie zich gaat heroriënteren.

0px; float: right; margin: 10px" title="NLIP logo" alt="NLIP logo">Begin december maakten Xs4all en BIT al bekend uit de NLIP te stappen. Volgens deze twee internetproviders zette de organisatie zich te weinig in voor de belangen van de leden en waren er te weinig leden om nog representatief te zijn. De providers besloten samen het ISP Overlegorgaan (ISPO) op te richten. Bij het bekend worden van het opstappen van Xs4all en BIT zei een woordvoerder van NLIP nog dat de organisatie deze stap betreurde en dat het weer de goede kant op ging na de reorganisatie van begin dit jaar. Het lijkt er nu op dat de organisatie deze mening heeft herzien.

De belangrijkste reden voor de NLIP om zich te heroriënteren is volgens het persbericht gelegen in het feit dat ten tijde van de oprichting de ISP's vooral technisch gerichte bedrijven waren. Tegenwoordig zijn ISP's echter meer bezig met het beheren en produceren van content voor op het internet en is het technische aspect minder belangrijk geworden. De NLIP zal zich niet meer profileren als belangenbehartiger voor ISP's en ook niet meer onderhandelen met bijvoorbeeld de overheid namens zijn leden. Op dit laatste punt kreeg de organisatie ook de nodige kritiek van Xs4all en BIT vanwege de onderhandelingen met de overheid over de bewaarplicht voor internetproviders, die volgens deze twee bedrijven niet in het belang van de leden werd gevoerd maar meer met als uitgangspunt om alle partijen te vriend te houden.

The Inquirer meldt dat Western Digital zijn Caviar-serie harddisks heeft verbeterd, waardoor de schijven koeler blijven. Volgens het bedrijf is warmte namelijk de belangrijkste reden dat harde schijven minder lang meegaan. De nieuwe Caviar-serie heeft volgens WD het laagste energieverbruik van alle harddisks die specifiek zijn ontwikkeld voor gebruik in desktopsystemen. Behalve het gebruik van energie en de warmteproductie is ook de geluidproductie verlaagd, aldus het bedrijf.

Western Digital laat ook weten dat er een nieuwe harddisk wordt toegevoegd aan het assortiment, namelijk de Caviar SE 320GB. Deze nieuwe harddisk, met een capaciteit van 320GB, zal volgende maand beschikbaar zijn in de winkel. Deze 320GB-schijf werkt, net als de andere modellen uit de Caviar-serie, op 7200rpm en is voorzien van een 8MB- of 2MB-buffer. De kleinere Caviar-schijven zijn per direct beschikbaar. De grootte van deze schijven bedraagt 40GB, 80Gb, 120GB, 160GB, 200GB en 250GB. De schijven zijn beschikbaar met een Serial ATA- of EIDE-aansluiting.

Op WebWereld is goed nieuws te lezen voor mensen met een dvd+/-r(w)-drive. De Stichting de Thuiskopie heeft namelijk bekend gemaakt dat de heffing voor auteursrechten op dvd+r/rw wordt verlaagd van 50 cent naar 40 cent per 4,7GB. De alternatieve variant dvd-r/rw blijft nog iets duurder. De heffing op deze laatste type media is verlaagd van 1 euro naar 60 cent. De verlaging is tot stand gekomen als gevolg van onderhandelingen tussen de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (SONT) en de Stichting de Thuiskopie. De SONT is de stichting die door de overheid is aangewezen om de hoogte van de vergoedingen vast te stellen.

De verandering is doorgevoerd omdat de markt is veranderd, zo stelt een woordvoerster van Stichting de Thuiskopie tegenover WebWereld. De regeling is namelijk aangepast aan vergelijkbare regelingen in omringende landen. Daarnaast zijn de productiekosten van de schijfjes aanzienlijk gedaald, waardoor de heffing een relatief groot deel van de totale kostprijs uitmaakte.

De heffing op blanco media wordt gebruikt om auteursrechthebbende te compenseren voor het vermeende verlies die deze groep oploopt als gevolg van het wettelijke recht om als particulier één kopie te maken van een gegevensdrager. Het ironische is dat met name de filmindustrie zijn uiterste best doet om het kopieren van dvd's zo ingewikkeld mogelijk te maken door het volledig versleutelen van de gegevens die op een dvd staan. Hierdoor is het niet zomaar mogelijk een kopie van een dvd te maken. Veel mensen zullen zich waarschijnlijk ook afvragen waarom er een verschil zit tussen de heffing op dvd+ en dvd- schijven. Volgens de Stichting de Thuiskopie is dit in lijn met de Europese regelgeving die ook in Nederland ingevoerd zal gaan worden. Uit een onderzoek zou namelijk zijn gebleken dat dvd+ samen met de daarbij behorende recorder het kopieren van beveilgd materiaal extra moeilijk maakt in vergelijking met dvd-.

In navolging van ExtremeTech heeft ook AnandTech de Viper-behuizing van MGE even onder handen genomen. Deze pre-modded computerbehuizing beschikt over een geïntegreerd lcd-scherm voor temperatuurweergave, komt standaard met een Vigor 450W-voeding en is netjes afgewerkt zonder scherpe randen. Jammergenoeg heeft men wel een schroevendraaier nodig om hardware te plaatsen. Smaken verschillen en wat de ene persoon leuk vindt, zal de andere misschien als een minpunt ervaren. Toch waagt AnandTech zich ook aan een bespreking van de buitenkant van de kast.

Zo is het jammer dat het schermpje slechts één temperatuur kan weergeven, hoewel men wel zelf kan kiezen waar de sensor geplaatst wordt. Aan de bovenkant is de Viper voorzien van twee draagbalken, waartussen zich aan de voorkant een module bevindt die plaats biedt aan de usb- en audioverbindingen. Deze module is volgens de reviewer echter wel aan de grote kant. Aan de binnenkant valt er niet veel op deze case aan te merken, behalve het ontbreken van een tool-less montagemogelijkheid. Ook opvallend is het feit dat de interne speaker zich vlak onder de laagste harde schijf bevindt, wat vanwege het magnetische effect misschien niet zo'n goed idee is.

Wat betreft de koeling is de reviewer duidelijk in zijn conclusie. De Viper kan andere high-end behuizingen gemakkelijk bijhouden wanneer alle koelmogelijkheden, waaronder de twee standaard meegeleverde 80mm-fans, gebruikt worden. Desondanks beschouwt AnandTech deze kast niet als een aanrader, aangezien de Sidewinder vergelijkbare eigenschappen biedt en over meer fans beschikt voor een lagere prijs.

Knoppix, de populairste Linuxversie die als live-cd wordt uitgebracht, zal worden opgesplitst in twee versies, zo is te lezen op de site van Yahoo! News. De twee versies waarin de distributie wordt opgesplitst betreffen een light-versie, speciaal voor langzamere (oudere) computers, en een maximum-versie die zal voorzien in een compleet besturingssysteem. Met de opsplitsing in twee versies is een eind gemaakt aan een discussie binnen de ontwikkelaars van Knoppix over de te varen koers. Er bestond namelijk controverse over het feit of de distributie 'licht' en universeel moest zijn, of zou moeten voorzien in een kant en klaar besturingssysteem.

De maximum-versie zal worden uitgebracht als bootable DVD. Voor computers die nog geen beschikking hebben over een DVD-ROM-drive is de light-versie beschikbaar. Hoewel Knoppix ten tijde van zijn introductie nog één van de eerste Linuxdistributies op live-cd was, is dit nu zeker niet meer het geval. Enkele grote producenten van Linux-distributies, zoals Novell en Gentoo, hebben inmiddels live-cd's in hun assortiment. Ook zijn er tegenwoordig een groot aantal gespecialiseerde live-cd Linuxdistributies beschikbaar, zoals ClusterKnoppix, voor clustersystemen die geen ingebouwde harddisk hebben, en Damn Small Linux, wat in een complete Linuxdistributie voorziet in slechts 50MB. Klaus Knopper, de hoofdontwikkelaar en initiatiefnemer van Knoppix laat verder nog weten dat het lastigste aspect van het ontwikkelen van Knoppix momenteel de hardwareondersteunig voor nieuwe hardware betreft. Hij doet met name zijn beklag over fabrikanten die geen specificaties vrijgegeven van een hardwarecomponent of hardware die alleen werkt met software die beschermd wordt door strenge licenties.

Aan de Technische Universiteit van Delft heeft een assistent in opleiding een jaar lang het onlangs ter ziele gegane Suprnova bestudeerd en daarover een wetenschappelijk onderbouwd rapport geschreven. Daaruit zijn enkele opmerkelijke conclusies te trekken. Zo blijkt dat slechts zeventien procent van de downloaders zijn bestanden langer dan een uur blijft delen nadat de download beëindigd is. Bovendien, zo stelt de student, was slechts de helft van de mirrors meer dan 2,1 dagen online, hoewel één persoon een game 83 dagen lang onafgebroken deelde. Wat betreft de inhoud van de downloads bleek dat er zo goed als geen 'vervuiling' optrad. Het moderatiesysteem werkte uitstekend en downloads bevatten bijna altijd wat ze beweerden te zijn.

Om het BitTorrent-systeem in leven te houden, zouden er echter methodes ontwikkeld moeten worden waarmee de meta-data niet centraal bijgehouden wordt en waardoor gebruikers verplicht worden hun downloads langer te blijven delen, aldus de raadgevingen van de student. Om deze meta-data (de .torrent-bestanden) te monitoren volstond het immers Suprnova een mirror aan te bieden. Door vervolgens spyware in de broncode van die mirror te plaatsen, was men in staat elke download te registreren en kon men op eenvoudige wijze de meta-data vervalst hebben.

nVidia heeft gisteren de PureVideo-technologie officieel voorgesteld. Dankzij de combinatie van nieuwe hard- en software kunnen videokaarten hiermee voorzien worden van betere videoweergave. Zo biedt het toevoegen van de PureVideo-technologie aan de GeForce-kaarten hardwarematige ondersteuning voor MPEG2-video's en HDTV. De video-engine maakt hiervoor gebruik van de technologie die ook in consumentenelektronica, zoals stand-alone dvd-spelers, te vinden is en zorgt zo voor een lagere cpu-belasting. Naast MPEG2 wordt echter ook WMV hardwarematig ondersteund en beschikt de technologie bovendien over extra deïnterlace-opties, gammacorrectie en real-time opnamemogelijkheden.

De softwarekant van het verhaal wordt verzorgd door nVidia's DVD Decoder. Deze decoder kreeg van Microsoft het label 'Designed for Media Center' en biedt voldoende opties om alle weergave- en opnamemogelijkheden van de bijhorende hardware optimaal te benutten. Videokaarten die uitgerust zijn met de PureVideo-technologie zijn al beschikbaar bij verschillende kaartfabrikanten en systeembouwers, aldus nVidia. AnandTech en Computerbase kregen overigens al de kans de technologie te testen.

De DVD-weergavekwaliteit wordt bij AnandTech beoordeeld met behulp van Zoom Player Pro. Meteen wordt het verschil tussen de deïnterlacing-kwaliteit van een ATi X700 Pro en de nVidia GeForce 6600GT met PureVideo duidelijk. Bij één test gaan beide kaarten echter de mist in. Wanneer een softwarematig correct gedecodeerd beeld uit 'The Big Lebowski' vergeleken wordt met de beelden geproduceerd door beide videokaarten, is de kwaliteit werkelijk teleurstellend. In een andere, vergelijkbare, test doet nVidia's technologie het dan weer uitstekend, in tegenstelling tot de X700 Pro. Ook bij het bestuderen van andere beelden blijkt de nVidia-kaart het over het algemeen iets beter te doen.

Links: ATi X700 Pro | Rechts: nVidia GeForce 6600GT met PureVideo

Ook bij het decoderen van HDTV-beeldmateriaal doet nVidia het niet slecht. Desondanks weet ATi bij het afspelen van WMV9-bestanden met behulp van een overlay een voorsprong op nVidia te behouden. Wanneer overgeschakeld wordt op VMR9 is nVidia echter de testwinnaar. Door middel van enkele truukjes slaagde men er echter in WMV9 hardware-acceleratie aan te zetten op de ATi-kaart en met enkele nog te verschijnen updates voor Windows Media Player 10, waarmee de PureVideo-mogelijkheden nog beter benut kunnen worden, te testen. In beide gevallen blijkt het cpu-gebruik bijna gehalveerd te worden.

PureVideo werd echter maar gedeeltelijk geïmplementeerd op de NV40 en NV45 en dat vertaalt zich ook naar de resultaten wanneer de GeForce 6600GT vergeleken wordt met de 6800GT. De 6800GT doet het, door het ontbreken van een WMV9-decoder, veel slechter. AnandTech besluit dan ook dat nVidia met PureVideo een zeer degelijk product neerzet, dat de concurrentie met ATi zeker aankan, maar dat de technologie nog zeker niet afgewerkt is. Uiteindelijk zijn er niet veel klachten over deze hardware, maar GeForce 6800GT-bezitters zullen teleurgesteld zijn te merken dat de 6600GT voor een lagere cpu-belasting zorgt bij het afspelen van WMV9-bestanden.

Links: Zoals het beeld moet weergegeven worden | Rechts: Zoals nVidia het beeld opbouwt