Diverse bedrijven uit de entertainmentindustrie hebben geprobeerd de huidige discussie over de Europese richtlijn voor dataretentie te gebruiken in hun strijd tegen piraterij van films en muziek. De bedrijven, waaronder Sony BMG, Disney, EMI en Universal Music, hebben zich hiervoor verenigd in de 'Creative and Media Business Alliance' (CMBA). Deze vereniging wilde dat de leidraad over de opslag van alle internetdata zo wordt aangepast dat deze ook gebruikt kan worden in de strijd tegen illegale bestandsuitwisseling. In het huidige richtsnoer wordt dataretentie alleen gebruikt in de strijd tegen online terrorisme. CMBA wil dat dit verbreed wordt naar alle criminele activiteiten via internet, en niet alleen deze zwaardere gevallen. De alliantie heeft hiervoor gelobbyd bij leden van het Europees Parlement. Afgelopen woensdag heeft het comité van het Europees Parlement dat over burgerlijke rechten gaat over dit richtsnoer gestemd. Hieruit bleek dat dit Parlement het woord ‘serious’ wil behouden bij de specificatie van de misdaden waartegen informatie uit deze dataretentie gebruikt mag worden. Niettemin heeft de CMBA hiermee de strijd niet verloren, aangezien in Europa piraterij ook onder serieuze overtredingen valt.
Naast specificatie van de toepassingsmogelijkheden is er ook gestemd over de exacte periode dat de data opgeslagen moet worden. Na stemming bleek dat het Europees Parlement de voorkeur geeft aan twaalf maanden voor zowel internet- als telefoonverkeer. Overheden van de leden van de Europese Unie hadden eerder hun voorkeur uitgesproken voor een opslagperiode van twee jaar en een half jaar voor respectievelijk telefoon- en internetverkeer. De richtlijn zal nu teruggaan naar de ministerraad, die bestaat uit afgevaardigden van de overheden van de Europese Unie. Uiteindelijk zullen het Europees Parlement en de ministerraad consensus moeten bereiken over de exacte inhoud van dit richtsnoer voor dataretentie. Volgens een woordvoerder van Groot-Brittannië, dat momenteel voorzitter is van Europese Unie, zijn de individuele overheden het oneens met bijna alle voorstellen van het Europees Parlement. De meest problematische kwesties hierbij zijn de tijdsduur van dataopslag en de eventuele onkostenvergoeding door de overheid van de kosten voor dataopslag die telefoon- en internetproviders moeten maken.