De Amerikaanse vereniging van zendamateurs ARRL vindt dat de FCC geen volledig beeld geeft van de storingen die internet via het lichtnet kan veroorzaken. Volgens de stichting zullen bpl-verbindingen radiosignalen storen.
Het grote probleem met internet via het lichtnet is dat de gebruikte bekabeling niet afgeschermd is, waardoor er een grote kans is op interferentie met radiosignalen, die onder meer in noodsituaties voor communicatie moeten kunnen worden gebruikt. De FCC wil bpl als tegenhanger voor kabelinternet en adsl inzetten, maar het lijkt erop dat alleen erg afgelegen gebieden voordeel zullen hebben bij de techniek.
Volgens de meeste stroomleveranciers in Amerika is het economisch onhaalbaar om die storingsproblemen op te lossen, waardoor diverse testprojecten zijn stilgelegd. Finland, Japan en Oostenrijk stopten al tussen 2001 en 2003 met de bpl-experimenten, steeds vanwege interferentie. In Nederland heeft Nuon enige tijd met internet via het stopcontact geëxperimenteerd, om daar na twee jaar weer mee te stoppen. De EU moedigde internet via het stopcontact in 2005 nog aan. Er werd toen gedacht dat de techniek niet langer in de kinderschoenen zou staan en dat klachten over mogelijke storingen met apparatuur de ontwikkelingen niet konden tegenhouden.
Volgens de ARRL houdt de FCC testrapporten achter waaruit zou blijken dat bpl wel degelijk storingen veroorzaakt. Bovendien zou de overheidsinstantie weigeren in te grijpen als er geklaagd wordt over storingen door bpl, wat ingaat tegen het principe van de FCC om storingsbronnen direct af te sluiten. De ARRL wijt dat aan de inconsequente wetgeving die in 2004 werd ingevoerd. De organisatie heeft daarom een rechtszaak tegen de FCC aangespannen.