/i/2006334908.png?f=imagemedium)
een chatbot op basis van een traditionele kaasschaaf
Welk gevoel blijft er achter na dit jaar van grote hype rond AI? Generatieve kunstmatige intelligentie zit of komt in elke dienst en elk stuk software dat we gebruiken, het komt in alle processors die in apparaten zitten en is of wordt een integraal onderdeel van ons digitale leven.
En toch voelt het voor veel mensen als een hype, een overdreven door marketing aangedreven ontwikkeling. Ook hier houdt het beeld van kaas stand. Veel mensen vinden kaas lekker, bijvoorbeeld in een tosti, op de pasta, op pizza of in andere gerechten. Maar zou je kaas willen hebben in alles wat je eet en drinkt? Plakje kaas in je koffie? Kaas in je aardbeienijs?
Dat geldt ook voor kunstmatige intelligentie. Net zoals er weinig mensen zijn die geen plek voor kaas zien in de keuken, ook al eet niet iedereen het, zullen er weinigen zijn die denken dat generatieve AI helemaal geen functie zal hebben.
Maar moet het overal in zitten? Vermoedelijk niet, maar dit is hoe hypes gaan. De komende tijd gaan wij en gaan bedrijven zien welke toepassingen beklijven en welke functies van AI we in de praktijk veel gebruiken. De rest zal daarna weer stilletjes verdwijnen of een kwijnend bestaan leiden.
Die cyclus van iets ontdekken en het daarna overal in willen gebruiken is menselijk en zo oud als de weg naar Rome, of nog ouder. Ooit zijn er mensen geweest die kaas hebben uitgevonden. Misschien deden die dat eerst ook overal op en overheen, tot ze ontdekten dat het bij bepaalde voedingsmiddelen beter smaakte dan bij andere. In die fase moeten we met de techsector op het gebied van generatieve AI nog komen.