Op Tweakers verschijnen dagelijks tientallen nieuwsberichten, maar bij het schrijven weten we zelden hoe het afloopt met de producten, technieken en ontwikkelingen die we bespreken. In deze rubriek lezen we oude berichten terug en kijken we hoe het verderging.
De uitbreiding van de vorige editie beviel ons wel, dus blikken we ook in deze Terug in de tijd terug op de tech van 25 jaar geleden, naast de bekende 20, 15 en 10 jaar geleden. We kijken onder meer naar agressie tegen al dan niet onschuldige computerhardware, de continue strijd met drm, een belangrijk jaar voor WikiLeaks en malware op je nieuwe pc.
25 jaar geleden: computeragressie, onlinejournalistiek en supercomputers
Heb je wel eens tegen je pc of laptop gescholden? Misschien liep die vast op een ongelegen moment, kreeg je uit het niets een blue screen te zien of wilde die ene belangrijke download maar niet opschieten. Allemaal hedendaagse pc-frustraties, maar zeker geen nieuw fenomeen. Vakbond FNV deed in het jaar 2000 namelijk al onderzoek naar zulke 'computeragressie'.
Compaq deed een jaar eerder een onderzoek naar dit soort 'computeragressie', waaruit bleek dat dit in Engeland aan de orde van de dag was. Een psycholoog noemde dergelijke agressie destijds zelfs 'een groter gevaar dan rsi', zo was vijfentwintig jaar geleden te lezen op de frontpage. Dat werd dan veroorzaakt door stress, bijvoorbeeld als een pc vastloopt op het moment dat een deadline nadert. "Met als resultaat: scheldende collega's, die in het ergste geval met apparatuur smijten." Ook helpdeskmedewerkers die te hulp schieten, zouden niet gespaard worden.
De FNV wilde met haar onderzoek nagaan of het fenomeen zich ook voordeed in Nederland en riep mensen op om hun ervaringen te delen. Later in 2000 zou de FNV een rapport met bevindingen publiceren, schreef het Nederlands Dagblad later. De uitkomst: ook in Nederland waren vastlopende computers en instabiele software reden voor een scheldkanonnade. Wekelijks zou gemiddeld 'één tot anderhalf uur verdwijnen' door computeragressie.
Nog een klassiek voorbeeld van computeragressie: Angry German Kid
Schelden op pc's was in 2000 dus al gemeengoed, maar de onlinejournalistiek nog wat minder. Tegenwoordig is de media digitaler dan ooit, maar 25 jaar geleden werd internetjournalistiek minder serieus genomen. Dat bleek ook onder digitale techmedia: CeBIT, destijds een van de grootste computer- en internetbeurzen ter wereld, liet in het jaar 2000 namelijk niet zomaar meer online media binnen.
De organisatie gaf daarbij aan dat onlinejournalisten welkom waren als ze een goedgekeurde perspas konden laten zien, hoewel dat ook wat haken en ogen had. Het Britse techmedium The Register schreef in het jaar 2000 bijvoorbeeld dat ze een perspas van de Britse journalistenvakbond NUJ nodig hadden, maar dat die vakbond toen niet samenwerkte met de grote IT-uitgeverijen uit het VK.
Op navraag van hetzelfde digitale nieuwsmedium verklaarde de CeBIT-organisatie dat de ban bedoeld was om zelfverklaarde techjournalisten met eigen, kleine homepages te weren. Uiteindelijk zou de beurs toch zwichten en alle onlinejournalisten toelaten tot de beursvloer. Eind goed al goed dus: later zouden verslagen van digitale media als Tom's Hardware op de frontpage verschijnen, die schreven over alles van Intels stand (vies eten) tot een Ziff Davis-feest (veel bier).

25 jaar geleden kocht de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, ook wel de NWO, een hagelnieuwe nationale supercomputer, die bij het rekencentrum SARA zou komen te staan. Het systeem zou uiteindelijk de naam Teras – Grieks voor ‘monster’ – meekrijgen en was fors krachtiger dan de voorgaande supercomputer: de Cray C90.
Het Teras-systeem beschikte, verdeeld over meerdere donkerblauwe serverkasten, over 1024 processors, een terabyte aan werkgeheugen en 10TB aan opslagruimte. Met deze hardware kon het systeem volgens de makers ‘ruim een biljoen berekeningen per seconde’ doen: een teraflop. Met deze oogverblindende prestaties kreeg Nederland hiermee, destijds althans, de snelste supercomputer van Europa in beheer. Het systeem werd in november 2000 afgeleverd bij SARA en kreeg jaren later nog een upgrade.
Inmiddels zijn we in Nederland enkele supercomputers verder. De huidige, Snellius, heeft momenteel een rekenkracht van 38Pflops, 38.000 keer meer dan Teras. De snelste supercomputers ter wereld hebben nog eens een veelvoud daarvan. In de recentste TOP500-lijst staat El Capitan bovenaan. Dat systeem heeft ruim 11 miljoen cpu- en gpu-cores en haalt een rekenkracht van in theorie 1,74 exaflops en is daarmee dus ruim 1,7 miljoen keer sneller dan Teras.
25 jaar geleden werkte Apple hard aan een nieuwe Power Mac G4 met een processor op 500MHz. De computer had maanden eerder al op de markt moeten komen, maar dat lukte niet. Het uitstel zou zijn veroorzaakt door slechte yields bij chipfabrikant Motorola. De chipmaker ontkende dat, maar toch was het reden voor Apple om concurrerende chipmaker IBM in te schakelen om de cpu’s te gaan produceren.
In februari gingen zelfs geruchten rond dat Apple de overstap zou maken naar een nieuwe cpu-architectuur. Een maand eerder was processor-start-up Transmeta namelijk uit de stealthmodus gekomen met zijn Crusoe-processor.
De chip was niet gebaseerd op de x86-architectuur van Intel, maar was wel volledig compatibel met de software die daarvoor was geschreven middels een geavanceerde, softwarematige vertaallaag. Het bedrijf, dat werd gerund door een voormalige Microsoft-topman en waarbij ook Linus Torvalds betrokken was, beloofde daarnaast hoge kloksnelheden en een laag stroomgebruik.
Het had voor Apple een vertrek van PowerPC betekend, maar uiteindelijk is dat er nooit van gekomen. De Power Mac G4 werd in februari 2000 opnieuw gepresenteerd en zou uiteindelijk in juli op de markt verschijnen. Pas zes jaar later zou Apple overstappen van architectuur, maar niet naar Transmeta: de techreus maakte in plaats daarvan de overstap naar x86. Jaren later, in 2020, zou het bedrijf ook die architectuur inruilen voor zelfontworpen Arm-chips.

Wat Transmeta betreft: dat bedrijf heeft nog enkele jaren processors op de markt gebracht. De Crusoe bleek in de eerste reviews wat tegen te vallen, maar werd toch gebruikt voor low-powerapplicaties. In 2003 introduceerde het bedrijf een nieuwe Efficeon-processor die twee keer beter moest presteren, hoewel ook die chip niet echt mee kon komen met de concurrentie.
Uiteindelijk zou Transmeta stoppen met eigen chips maken, en alleen technologielicenties gaan verkopen aan andere bedrijven, waaronder Intel. In 2008 werd het bedrijf overgenomen door Novafora, terwijl het patentenportfolio werd verkocht aan een investeringsbedrijf.
20 jaar geleden: Wallie, de iPod Photo en de strijd tegen drm

Als je tweakers op de kast wilde jagen twintig jaar geleden, dan moest je beginnen over digital rights management, ofwel drm. Een van de hete hangijzers in de VS in die tijd was de 'broadcast flag', een bit die aanbieders van digitale tv konden meesturen om te laten weten dat het ging om auteursrechtelijk beschermd materiaal. Vervolgens was het de bedoeling dat software zou weigeren om dat op te nemen.
Critici vonden dat de FCC op deze manier te veel te zeggen zou krijgen over alle apparatuur om opnames te maken, en een Amerikaanse rechter was het daarmee eens. De FCC, zo vond de rechter, gaat over spectrumlicenties en andere zaken die met straling te maken hebben, maar is er niet om televisies te verkopen.
Desondanks bleef de 'broadcast flag' nog enkele jaren bestaan en Microsoft bouwde het braaf in Windows Media Player in, maar met de rechterlijke uitspraak was de toekomst van deze technologie al bepaald. In 2011 gaf de FCC het op en sindsdien bestaat deze bit niet langer meer.

Wat twintig jaar geleden al ophield, is de serie van Sony-pda's. Die heette Clié, een acroniem voor creativiteit, lifestyle, innovatie en emotie. Ze draaide op Palm OS en voor de duidelijkheid: je kon er niet mee bellen of op mobiel internet surfen.
Sony produceerde pda's van 2000 tot 2005, maar ze waren niet erg succesvol. De categorie van pda's kreeg intussen concurrentie van de smartphone, die veelzijdiger was en bovendien ook op veel belangstelling van providers kon rekenen. Smartphones konden namelijk bellen en internetten, waardoor ze interessant waren om te verkopen met mobiele abonnementen. Zeker met de hoge investeringen in 3G-netwerken was dat aantrekkelijk. Sony stopte met de Clié's in 2004, maar zag nog toekomst voor pda's in Japan. Die hoop was een jaar later echter ook vervlogen.
Een productcategorie waar in 2005 nog wel muziek in zat (hehe), was de mp3-speler. De onbetwiste marktleider was ook toen al Apple, die zijn line-up van iPods geregeld van updates voorzag. Dat gebeurde ook twintig jaar geleden, toen er twee nieuwe iPods kwamen. De iPod Mini kreeg een 6GB-variant in plaats van de bestaande 4GB-variant. Bovendien ging de accuduur fors omhoog.

Daarnaast kwam er een iPod Photo met 30GB aan opslag, in aanvulling op de 60GB-variant en ter vervanging van de 40GB-versie. Die was niet alleen goedkoper, maar ook 3mm dunner. Bovendien kwam er een adapter om foto's van digitale camera's op de iPod Photo te zetten. De iPod Photo zelf was een kort leven beschoren: de vijfde generatie iPod van een half jaar later had video-ondersteuning, waarmee de Photo-variant overbodig werd. De iPod zelf kreeg nieuwe modellen tot 2009 en bleef in de schappen liggen, in de variant met clickwheel, tot 2014.
Wat nog lang niet uit de tijd is, is lithografie om chips te produceren. Intel nam twintig jaar geleden een licentie op technieken van het Nederlandse ASML. Intel had toen al fors geïnvesteerd in euv-lithografie, omdat de toen courante vorm van lithografie tegen grenzen zou aanlopen. Dat was met nodes van 90nm. Inmiddels zitten we op 3nm, hoewel de definitie toen en nu wel enigszins anders is en de 3nm van nu niet betekent dat transistors allemaal zo klein zijn. Euv is nu normaal en Intel heeft die machines staan, maar is ingehaald op dit gebied door het Taiwanese TSMC.

Euv is nog steeds heel bekend, maar dat geldt niet voor Wallie, een andere Nederlandse vinding. Wallie was een prepaidkaart die je in winkels kon kopen om online betalingen te doen. Die was er sinds 2003, maar in 2005 was de Distri Group, het bedrijf achter Wallie, failliet verklaard. Je zou denken dat dit het einde van de kaart betekende, maar Wallie ging zelfstandig verder.
Wallie heeft tot 2011 zelfstandig bestaan, maar toen nam het Oostenrijkse bedrijf Paysafecard het bedrijf over. Wallie-kaarten waren te koop tot 2011 en konden worden besteed tot 2012, maar inmiddels is een Wallie-kaart waardeloos.
15 jaar geleden: Omslagpunt WikiLeaks, verdwijnende games en Azure
2010 zou een belangrijk jaar voor WikiLeaks worden. In februari van dat jaar schreef Tweakers dat de klokkenluidersite tijdelijk offline gehaald werd omdat er meer financiering nodig was. Er zou voor dat jaar een bedrag van 200.000 dollar, toen omgerekend 144.000 euro, nodig zijn om operationeel te kunnen blijven. De non-profitorganisatie probeerde met deze ludieke actie meer donaties te werven. Dat lukte, want in dezelfde maand kwam de website met gelekt gevoelig materiaal weer online. Enkele maanden later werden de beelden van Amerikaanse luchtaanvallen op burgers en Iraakse journalisten, geclassificeerde documenten over de oorlog in Irak en Afghanistan en berichtenwisselingen tussen Amerikaanse ambassades, beter bekend als Cablegate, op het platform gepubliceerd. Dit waren enkele van de spraakmakendste onthullingen die via het platform plaatsvonden.
Maar de succesvolle financiering en de spraakmakende publicaties in dat jaar vallen wellicht in het niet vergeleken met de tegenslagen die daarop volgden. Meerdere sleutelfiguren in de organisatie stapten in 2010 namelijk op, waaronder de Duitse vertegenwoordiger van de non-profitorganisatie, Daniel Domscheit-Berg. Ook werd oprichter Julian Assange beticht van seksueel misbruik en foute beslissingen rondom de integrale publicatie van gevoelig materiaal. Toen onder meer de Amerikaanse overheid politieke druk op WikiLeaks ging uitoefenen, stopten betalingsverwerkers als PayPal, Mastercard en Visa met het verwerken van betalingen aan de organisatie waardoor de geldkraan praktisch volledig afgesloten werd. Sindsdien moet WikiLeaks donaties in bijvoorbeeld cryptovaluta ontvangen.
:strip_exif()/i/2007274654.jpeg?f=imagenormal)
Bron: Anadolu / Contributor / Getty Images
In 2019 werd Assange uiteindelijk opgepakt in de Ecuadoriaanse ambassade in Londen, nadat hij daar zeven jaar verbleef. Na verschillende rechtszaken en mogelijke uitleveringen, werd hij na een gevangenisstraf van ruim vijf jaar in principe uitgeleverd aan de Verenigde Staten, onder de schikkingsvoorwaarde dat hij voldoende gestraft was voor zijn misdaden. In juni van 2024 werd hij daarom vrijgelaten. Ondanks deze wending is WikiLeaks sinds 2021 eigenlijk niet meer actief. Toen werd de laatste publicatie gedaan, al was de laatste originele publicatie van 2019.
Ofwel, WikiLeaks is zoals het er nu naar uitziet in de praktijk gestopt. Datzelfde gold in februari van 2010 voor een aantal prominente games van Electronic Arts. Toen kondigde het bedrijf namelijk het offline halen van de multiplayerservers voor onder meer Mercenaries 2, Burnout 3, Lord of the Rings: Conquest, The Godfather en Def Jam aan. Onder dat artikel zie je menig tweaker die ontevreden is over deze gebeurtenis; het zou immers betekenen dat deze games niet meer online te spelen zijn, wat in het geval van bijvoorbeeld Burnout 3 en Lord of the Rings: Conquest een groot deel van de pret belemmert. En omdat je voor een game betaalt, zou je er ook volledige toegang toe moeten behouden, zo beweerden sommige gamers.
Die discussie veranderde in de daaropvolgende vijftien jaar nauwelijks. In 2024 bereikte die discussie zelfs een nieuw hoogtepunt met het offline halen van The Crew en een daaropvolgende protestbeweging die met Stop Killing Games als speerpunt probeert om het oneindig beschikbaar houden van games juridisch en via de politiek af te dwingen. Aankomende zomer loopt een petitiemogelijkheid voor het initiatief af en zullen we weten of de Europese Unie zich gaat buigen over het verdwijnen van games. Tot die tijd zijn gamers in ieder geval onderhevig aan het verdwijnen van spellen. Ook dat hoort er kennelijk bij als je onderdeel uitmaakt van de gamersubcultuur.
Ook vond er in 2010 een belangrijke ontwikkeling plaats rondom cloudcomputing. In het hedendaagse techlandschap is een algemene clouddienst immers niet weg te denken, maar vijftien jaar geleden zag de techwereld er nog heel anders uit. In dat jaar introduceerde Microsoft namelijk Azure in Nederland en België. De clouddienst van de techgigant moest concurreren met een andere grote speler, namelijk Amazon, dat enkele jaren eerder begon met zijn Web Services. Google kan met Cloud, dat in 2017 geïntroduceerd werd in Europa, mondjesmaat bijbenen en wint aan marktaandeel, maar niet ten koste van Azure en nauwelijks van AWS.
De verhoudingen in de cloudcomputingwereld zijn met andere woorden sinds 2010 weinig veranderd. En dat zou zomaar een probleem kunnen zijn. De gemene deler van de clouddiensten is de herkomst, namelijk de Verenigde Staten. Hoewel alle bedrijven genoeg lokale datacenters met cloudcomputingsystemen hebben, klagen instanties als het Centraal Planbureau over de Europese afhankelijkheid van Amerikaanse clouddiensten. Gegevens van EU-burgers en -bedrijven worden immers indirect aan Amerikaanse bedrijven beschikbaar gesteld.
De laatste jaren verzet Europa zich dan ook tegen de afhankelijkheid van deze clouddiensten, bijvoorbeeld met het eigen cloudplatform Gaia-X. Tot dusver, en vergeef de woordspeling, is dat Europese alternatief nog niet echt van de grond gekomen. Ook de AVG, die in 2018 in werking trad, beperkt de invloed van Amerikaanse clouddiensten enigszins door regels op te leggen over dataverwerking buiten Europa. Desondanks is de Europese cloudinfrastructuur overwegend Amerikaans en zouden we zonder die bedrijven op dit moment niet kunnen opereren zoals we dat zouden willen. Dat is in principe sinds 2010 het geval en wanneer daar verandering in komt, blijft vooralsnog gissen.
Tien jaar geleden: Malware op je nieuwe Lenovo, hack bij ASML en activiteit in de politiek
Malware is iedereen vast wel eens een keer overkomen, maar normaliter komt het doordat je zelf iets downloadt, niet omdat de pc-fabrikant het zelf meelevert. Toch is dit waar Lenovo tien jaar geleden voor door het stof ging. De software heette Superfish en scande de website die de bezoeker bezocht. Daarbij herkende de software wat er op de webpagina te zien of te lezen was. Daarna plaatste de software advertenties op de webpagina, met producten die er hetzelfde uitzagen. Door de malware konden sommige sites ook niet goed meer renderen.

Lenovo zelf gaf aan dat de software geen malware was, al bleek later dat de Superfish-tool niet heel goed was voor de veiligheid van je pc. De adware injecteerde namelijk een eigen root-SSL-certificaat in Https-verbindingen. Daarmee zou de adware communicatie van gebruikers kunnen onderscheppen, maar konden gebruikers ook niet controleren of de oorspronkelijke site wel een eigen SSL-certificaat had. Gebruikers zagen immers het door Superfish geïnjecteerde certificaat, waardoor certificaatloze sites ook ineens een SSL-certificaat hadden.
:strip_exif()/i/2000581432.png?f=thumblarge)
de site van de Rabobank
Later bleek dat je achter de privésleutel van dat SSL-certificaat van Superfish kon komen door deze te debuggen. Kwaadwillenden konden dan ook een man-in-the-middleaanval uitvoeren. Internetbankieren manipuleren, het afvangen van wachtwoorden of vertrouwelijke certificaten … Het kon allemaal, zei een beveiligingsonderzoeker tegen Tweakers.
Ook hierna bleef Lenovo benadrukken dat gebruikers niet kwetsbaar waren, om eind februari toch door het stof te gaan en een halfjaar gratis malwarebescherming aan te bieden. Lenovo-laptops zouden ook ‘schoner en veiliger’ worden, aldus het bedrijf. Een paar jaar later schikte Lenovo voor 3,5 miljoen dollar met de Amerikaanse toezichthouder FTC en gaf het bedrijf aan regelmatig beveiligingscontroles uit te voeren. Zo heeft een ‘missertje’ van tien jaar geleden nog steeds gevolgen.
We blijven in de cybersecurityhoek; in 2015 bleek ASML gehackt te zijn door Chinese staatshackers. Dat zeiden anonieme bronnen tegen Tweakers. Mogelijk was daarbij informatie gestolen over belangrijke technologie voor de productie van euv-chipmachines. Euv was toen nog een vrij nieuwe techniek die nauwelijks in de praktijk werd gebruikt voor de productie van chips. ASML was − en is − het enige bedrijf dat deze machines op grote schaal maakt; daarom is het Veldhovense bedrijf interessant voor andere bedrijven en landen. Dat was tien jaar geleden ook al zo.
Toch viel het bij die hack wel mee, aldus ASML zelf. Het bedrijf bevestigde dat de hack had plaatsgevonden, maar ontkende dat hierbij bedrijfsgeheimen waren buitgemaakt. De hackers hadden maar ‘kort’ toegang tot ASML’s systemen en stalen hierbij geen gevoelige informatie. Brandpunt Reporter zei later dat de hackers drie dagen toegang hadden tot de systemen en dat ze hun sporen grondig hadden gewist. ASML zou daardoor geen idee hebben wat er nu wel of niet gestolen was, aldus het tv-programma.
Wel is duidelijk dat deze ASML-hack niet uniek was en dat bedrijven en landen vaker achter ASML’s unieke bedrijfsgeheimen proberen te komen. Als ze het niet met malware proberen, doen ze het wel op andere manieren. Zo bleek eerder dat een ASML-medewerker geheimen van het bedrijf had gestolen, waarvoor hij in 2022 werd ontslagen. Deze geheimen had hij vermoedelijk aan China verkocht, specifiek aan Huawei. Dat was overigens ook het bedrijf waar hij later aan de slag zou gaan.
We sluiten deze Terug in de tijd af met de Nederlandse politiek. Die was in februari 2015 namelijk opvallend druk met privacy. Zo wilde de coalitie, die destijds uit ‘slechts’ de VVD en PvdA bestond, dat het toenmalige College bescherming persoonsgegevens onmiddellijk hogere boetes kon uitdelen. Tot dusver konden boetes maximaal 4500 euro zijn, maar dit moest maximaal 800.000 euro worden. Die 800.000 euro lijkt tegenwoordig een schijntje; Uber kreeg vorig jaar een boete van maar liefst 290 miljoen euro van de Autoriteit Persoonsgegevens, zoals de Nederlandse autoriteit inmiddels heet.
Die toezichthouder kan ook boetes geven als sites zonder toestemming cookies plaatsen, iets waar in 2015 een belangrijke stap bij werd gezet. Toen ging de Eerste Kamer namelijk akkoord met de ‘uitgeklede’ cookiewet. Voor analytische cookies hoeven sites geen toestemming te vragen, voor cookies die inbreuk maken op de privacy wel. Sites introduceerden hierop cookiewalls en -pop-ups, al was dit niet direct onder deze wet verplicht. Simpelweg het informeren dat er trackingcookies geplaatst werden, was toen al genoeg, mits de gebruiker een aantal keer op de site doorklikte. Pas met de introductie van de AVG is de expliciete toestemming vereist.
:strip_exif()/i/2004966966.jpeg?f=thumblarge)
Het derde ‘privacyplan’ van de Haagse politiek had te maken met het ongericht aftappen door inlichtingendiensten. Dat vonden de coalitiepartijen namelijk een goed idee. Het aftappen van specifieke verbindingen kon al, maar de diensten wilden ook in grotere hoeveelheden internetverkeer kunnen zoeken naar bepaalde informatie. Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken nuanceerde het beeld later: “Ik sluit uit dat de AMS-IX in zijn geheel wordt afgetapt.”
Ondanks kritiek van de oppositie en de Raad van State, gingen de Tweede Kamer en de Eerste Kamer akkoord met deze ‘sleepnetwet’, formeel bekend als de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Tweakers schreef in 2017 een achtergrondartikel over de aangepaste Wiv. In de jaren daarna bleef de Wiv de gemoederen bezighouden. In 2018 werd deze bijvoorbeeld aangescherpt, waarbij inlichtingendiensten expliciet moeten aangeven hoe gericht het sleepnet wordt gebruikt en mocht de verzamelde data ook niet meer zomaar drie jaar bewaard blijven. Overigens vond de toezichthouder deze voorgestelde wijzigingen ‘te vaag’. Het Europees Hof van Justitie gaf later aan dat zo’n sleepnet ‘in principe’ niet mag, alleen bij een ernstige bedreiging van de nationale veiligheid.
Hoewel er al bezwaren waren tegen de toenmalige wet, wilden de inlichtingendiensten nog meer bevoegdheden. Die kregen ze, in de vorm van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma. Ook hier schreef Tweakers, in 2022, een achtergrondartikel over. Ook hier gingen beide Kamers mee akkoord, de Eerste Kamer in 2024. De vraag is nu hoe lang ‘tijdelijk’ is en of we er in een volgende Terug in de tijd van over een aantal jaar niet nog steeds over schrijven.