Op Tweakers verschijnen dagelijks tientallen nieuwsberichten, maar bij het schrijven weten we zelden hoe het afloopt met de producten, technieken en ontwikkelingen die we bespreken. In deze rubriek lezen we oude berichten terug en kijken we hoe het verderging.
Met deze zestiende editie van Terug in de tijd kijken we naar de archieven van 2003, 2008 en 2013, specifiek het nieuws van februari uit die jaren. Zo kijken we terug naar hoe de verwachtingen waren rond gametelefoon Nokia N-Gage, lijkt ook Apple te werken aan een gaminghandheld, is er een patent op een holografisch display en lijkt het erop dat er jaren geleden al een einde kwam aan cookiepop-ups.
Twintig jaar geleden: holografische schermen, gametelefoons en het einde van Moore's law
:fill(white):strip_exif()/i/1300286469.jpeg?f=imagemedium)
Twintig jaar geleden hield de Nokia N-Gage de gemoederen flink bezig. Stel je voor dat Samsung nu in plaats van vouwbare smartphones ineens een smartphone met een heel andere vorm en fysieke controls zou uitbrengen. Dat is ongeveer wat er gebeurde met de N-Gage: de marktleider kwam ineens met een heel nieuw soort smartphone.
Maar voor wie was hij? De N-Gage zou vooral populair gaan worden onder volwassen gamers, zo schatten analisten twintig jaar geleden in. Jongeren zouden vooral gaan voor een Nintendo DS, maar als je dat eenmaal ontgroeid was, dan zou een N-Gage je ding worden.
De N-Gage bleek niet het succes waar Nokia op gehoopt had. Het schepte nog wel op over dat het een miljoen exemplaren had geleverd (kijk eens wie die nieuwstip gaf), maar dat was toen voor de marktleider een dramatisch aantal: het had een wc-rol kunnen aankondigen en dan nog waren daarvoor toen miljoenen orders in een week binnengekomen. Uiteindelijk vond de fabrikant het ook geen succes.
De gametelefoon als genre bleef een sluimerend bestaan leiden. Sony Ericsson probeerde het nog een keer met de Xperia Play twaalf jaar geleden, maar dat gametelefoons écht bestaansrecht hebben, bleek eigenlijk pas de afgelopen vijf jaar. Met onder meer de ASUS ROG-telefoons, Black Shark-modellen en meer gamingtelefoons is wel duidelijk dat er een markt is voor dit genre. Nokia had een goed idee, maar was te vroeg om het goed uit te kunnen voeren.
Over ideeën gesproken die het in telefoons niet hebben gered: Ericsson vroeg patent aan op een holografisch scherm. De auteur had een goed idee van de reden voor het ontwikkelen van de technologie. "De reden voor het aanvragen van het patent is simpel, mobieltjes worden steeds kleiner en daardoor blijft er steeds minder ruimte over voor het display en de marketing erop. Door gebruik te maken van holografische technieken komt er ruimte vrij en verder blokkeert het hologram het zicht van omstanders op het display. Hierdoor heeft de beller meteen meer privacy om de ongekuiste sms'jes van een geliefde te lezen."

Het is veilig om te veronderstellen dat de telefoon veel meer dan twintig jaar geleden in gebruik is voor 'ongekuiste' berichten, maar dat betekent niet dat we daarvoor een holografisch scherm gebruiken. Wel zijn er screenprotectors die zorgen voor wat extra privacy. Het holografische scherm kwam er niet, al zijn er wel telefoons geweest met 3D-schermen. Die waren een kort leven beschoren.
Wat wel een lang leven beschoren is, is de voorspelling dat er een einde komt aan Moore's law. Voor wie het niet kent, dat is de voorspelling dat het aantal transistors op een processor elke paar jaar verdubbelt. Dat is vernoemd naar Gordon Moore, een medeoprichter van Intel.
Moore geloofde twintig jaar geleden dat zijn wet nog wel even zou blijven gelden, maar anderen begonnen dus te voorspellen dat er snel een einde aan zou komen. Maar intussen roepen chipfabrikanten nog steeds dat de wet van Moore geldt. ASML doet dat ook, schreven we eind 2021. Gordon Moore is inmiddels 94 en de kans is dus aanwezig dat zijn wet hem zal gaan overleven.
Vijftien jaar geleden: Microsoft, Google en Apple denken aan de toekomst
Wie ook nog steeds leven, zijn de techgiganten Microsoft, Google en Apple. Zij waren vijftien jaar geleden allemaal in het nieuws, en in alle gevallen ging het om ideeën over de toekomst van draagbare elektronica.
Laten we beginnen bij Microsoft: die nam Danger over. Danger was de maker van de in de VS populaire smartphone Sidekick, die in Nederland in de winkel heeft gelegen onder de vrij hilarische naam Hiptop. De Sidekick of Hiptop was toen al in een neergaande spiraal beland, en het ging Microsoft volgens speculaties vooral om de software.
Danger had toen al een geschiedenis achter de rug. De oprichter was niemand minder dan Andy Rubin, de oprichter en naamgever van Android. Hij begon eerst met Danger en pas daarna begon hij aan Android.
Wat heeft Microsoft gedaan met die software van Danger? De Zune-phone kwam er niet. Die zat toen in de geruchtenmolen, maar interface-elementen van de Zune HD belandden wel in Windows Phone 7 in 2010 en Windows 8 in 2012.
Met de software van Danger kwam Microsoft in 2010 met de Kin-telefoons. Ondanks de grootse aankondiging, liepen de verkopen van de telefoons niet zoals gepland. De telefoons zijn nu een vaak vergeten initiatief van Microsoft om aandeel te winnen op de mobiele markt.
Dan komen we bij Googles initiatief uit februari 2008. Op telecombeurs Mobile World Congress was de eerste telefoon met Android te zien. Als je dit nu leest op een toestel met een 6,8"-scherm met 120Hz-verversingssnelheid, dan zul je moeite hebben om Android te herkennen in de software van de HTC Sooner, die zo genoemd is omdat die telefoon sneller kon uitkomen dan een toestel met touchscreen, die HTC Dream heette. Android kwam uiteindelijk ook niet in deze versie op de markt: anderhalf jaar later kwam Android 1.0 uit op de HTC Dream. De Sooner is nu een object voor verzamelaars, maar toen had je voor het eerst iets van het huidige Android kunnen zien.
Dan Apple: die had een gaminghandheld in ontwikkeling in 2008, zo schreven we vijftien jaar geleden. Het handelsmerk, simpelweg Apple, wond er geen doekjes om: het was een draagbaar apparaat met lcd om op te gamen.
Er is daarna weinig informatie naar buiten gekomen die erop wijst dat Apple serieus een dergelijk apparaat heeft overwogen. Het zag naar verluidt de iPhone als gaminghandheld. En daar is iets voor te zeggen, want de handhelds van toen zijn grotendeels vervangen door smartphones. Ook de iPad zou je met wat fantasie als gaminghandheld kunnen aanmerken, al was het duidelijk niet waar Apple op doelde in dat handelsmerk. Vermoedelijk heeft Apple die voor de zekerheid toen vastgelegd.
Apple is inmiddels wel een naam in de gamingindustrie. Het heeft de App Store, een van de grootste distrubutieplatforms voor mobiele games. Ook heeft het een eigen gameabonnement in Arcade. Maar de handheld waar veel lezers toen op hoopten, is er niet gekomen.
O, en wil je nog een voorbeeld van Nokia die zijn tijd jaren vooruit is, maar het idee niet helemaal goed uitvoert? Het toonde in 2008 een kringloopmobieltje, volledig gemaakt van gerecyclede materialen. Het was een prototype dat nooit te koop is geweest. Wel heeft het Nokia van nu, onder de vlag van HMD, nog steeds aandacht voor duurzaamheid. Sindsdien zijn onder meer marktleiders Apple en Samsung gaan opscheppen over hoe veel van hun nieuwe telefoons bestaan uit gerecyclede materialen. De smartphonesector leunt jammer genoeg nog altijd op het uitputten van onze aarde om je nieuwe gadget in elkaar te schroeven.
Tien jaar geleden: dure producten, cookiepop-ups en de Ouya-console
Met een inflatie van honderdmiljoenmiljard procent afgelopen jaar zijn we eraan gewend dat veel dingen duurder zijn dan voorheen, maar het idee dat het oneerlijk voelt hoe duur dingen zijn geworden, is van alle tijden. En de vraag blijft altijd: waarom zijn ze in andere landen wél goedkoper uit?
En dus besloot de Australische overheid dat eens te vragen aan Microsoft en Apple. Waarom zijn jullie producten hier zo duur? Zoals we toen schreven: "Ondanks dat de Australische dollar een sterkere koers vaart dan de Amerikaanse, betalen Australiërs voor een iPad met 16GB opslag 539 dollar, waar dat in de Verenigde Staten 499 dollar is. Voor Office 365 betalen Australiërs 119 dollar; Amerikanen 100 dollar. Dit probleem speelt ook in Nederland: kopers betalen hier vaak meer dan in de Verenigde Staten voor dezelfde producten, hoewel het verschil doorgaans minder groot is."
Een paar maanden later gaven de bedrijven antwoord. Dat antwoord? De hoge lonen en importkosten spelen mee bij de distributiekosten. Ook is de markt relatief klein en willen de bedrijven wel lokale sites in de lucht houden. Daarnaast speelt lokale regelgeving mee. Is dat een goed antwoord? Een deel van het antwoord laten bedrijven natuurlijk weg: prijsverhogingen buiten de VS vallen minder op. Het gebeurt nog steeds, ook in Europa. Terwijl Samsung zijn Galaxy S-telefoons in de VS dezelfde adviesprijs meegaf, kregen we in Europa bij de S23 een prijsverhoging van 100 of 150 euro. Maar Microsoft gaf in zijn antwoord ook een oplossing: als een product te duur is, dan koop je toch gewoon een ander product?
Iets kopen is optioneel inderdaad, maar pop-ups met cookiemeldingen zijn dat niet. Intussen zijn we eraan gewend, maar in 2013 was het een nieuw fenomeen en het irriteerde internetters ontzettend. Tweede Kamerleden begonnen erover te morren en minister Henk Kamp besloot nog eens te kijken naar de cookiewet die de melding verplicht stelde. "Kamp zei dat een oplossing met implied consent, waarbij gebruikers niet expliciet hoeven aan te geven dat ze akkoord zijn met het plaatsen van niet-essentiële cookies, wat hem betreft in lijn is met de wet. Als goede voorbeeld noemde hij NU.nl, dat bij de eerste bezoeken bovenin een cookiemelding toont, maar ook als een gebruiker niet op 'akkoord' klikt, gewoon cookies plaatst."
/i/2000611056.png?f=imagenormal)
Dat leidde uiteindelijk tot een wetsvoorstel voor een versoepelde cookiewet en die wijziging kwam door beide Kamers heen. Daarna begon toezichthouder ACM te handhaven, maar uit een evaluatie bleek al dat de cookiewet de privacy helemaal niet beschermt. Uiteindelijk bepaalde de ACM dat de cookiemuur, het weigeren van bezoekers die cookies niet accepteren, helemaal niet mag. Intussen zijn veel cookiemuren gesloopt en vragen veel sites, op een nettere manier dan eerst, toestemming. Irritant is het nog steeds.
Voor je op cookiepop-ups stuit, moet je natuurlijk eerst een werkende internetverbinding hebben, en die kan veel tweakers niet snel genoeg zijn. De Belgische provider Telenet sprak in 2013 de hoop uit om in 2015 of 2016 internet aan te kunnen bieden met 1Gbit/s via de kabel. Wat denk je: was Telenet sneller dan zijn inschatting, kwam de voorspelling uit of duurde het langer? Gok maar, dan gaan we het eerst hebben over de techniek erachter.
De technologie die dat mogelijk zou moeten maken, is Docsis 3.1. De theoretische snelheden daarvoor waren volgens Telenet 10Gbit/s down en 1Gbit/s up, maar dat ga je als individuele gebruiker niet direct krijgen. Voor een nieuwe Docsis-standaard heb je uiteraard wel een nieuw modem nodig. Docsis 3.1 gold als dé manier voor coax om te concurreren met glasvezel.
En dan zeggen we nu wanneer Telenet begon met het aanbieden van abonnementen met 1Gbit/s down: september 2019. Dat is toch drie tot vier jaar later dan gedacht, maar toch: het kwam er wel. Ook in Nederland is 1Gbit/s inmiddels mogelijk via de kabel.
De verwachtingen van Docsis 3.1 kwamen uit, maar soms komen er producten die de verwachtingen niet waar maken. Ouya maakte een console op basis van Android en die kreeg een eigen Storefront voor games. Het bedrijf begon maanden voor de release alvast met het keuren van apps en games in die downloadwinkel.
Het klonk als een gouden greep op papier: een console voor thuis voor een lage prijs met alle mobiele games die op Android ook draaien. Het was een Kickstarter-campagne in 2012 die ruimschoots slaagde. Hij kwam volgens planning uit in juni 2013. Het was een release waar veel tweakers naar uitkeken.
Ouya heeft niet lang bestaan als zelfstandig bedrijf. Razer nam de boel over in 2015. De downloadwinkel sloot in 2019. Een grote klapper is het ondanks het enthousiasme uit het begin nooit geworden: er zullen nog maar weinig gebruikers zijn die een Ouya onder hun tv hebben staan.