Facebook heeft een lek gerepareerd in zijn locatiedienst Places. Een hacker kon de user agent van een iPhone-browser spoofen en daardoor een database opbouwen van waar mensen op Places hadden ingecheckt.

De informatie had vooral nuttig kunnen zijn voor stalkers en demografisch onderzoekers, concludeert Nathan Whitmore, de ontdekker van het lek, op Full Disclosure. De methode werkte door de user agent van een iPhone na te maken en die een neplocatie door te laten geven aan Facebook Places. Places gaf vervolgens een lijst terug van mensen in de buurt van de neplocatie. Door dat op veel locaties te doen, kan een database worden opgebouwd van waar mensen inchecken op Places.

Het lek kon alleen worden gebruikt om een database aan te maken van checkins: het was niet mogelijk om de actuele locatie van Facebook-gebruikers te achterhalen zonder dat die gebruiker incheckte. Facebook heeft het lek deze week gedicht, waarna Whitmore de informatie over het lek publiceerde.

Places is een locatiedienst van Facebook die vergelijkbaar is met het al langer bestaande Foursquare. Door in te checken op een bepaalde plaats, kunnen Facebook-gebruikers zien welke gebruikers ook in de buurt zijn. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij evenementen. Ook kunnen bedrijven de dienst gebruiken om bijvoorbeeld korting te bieden als een gebruiker geregeld heeft ingecheckt in een winkel of horecagelegenheid. Facebook Places is vooralsnog niet beschikbaar in Nederland.

MSI heeft zijn nieuwste laptop, bedoeld voor gamers die geen desktop willen verplaatsen, voorzien van een quadcore Core i7-processor en een Geforce GTX 460M-videokaart. Ook de overige specificaties geven menig desktop het nakijken.

De laptops maken deel uit van de Mobile Gaming Series: de GT663 moet een laptop voor gamers vormen en met gemak een desktop-pc vervangen. De GT663 heeft een 15,6"-breedbeeldscherm dat wordt aangedreven door een Nvidia Geforce GTX 460M-videokaart, voorzien van 1,5GB gddr5-videogeheugen. De GTX 460M heeft 192 Cuda-cores die via een 192bit-geheugenbus in contact staan met het geheugen. De prestaties zullen vergelijkbaar zijn met een GTS 450. Het scherm is naar keus een led-backlit hd-scherm met een resolutie van 1366x720 beeldpunten of een full hd-scherm in 16:9-formaat. Wie liever op een groter extern scherm speelt, kan het beeld via hdmi of d-sub laten uitvoeren.

De processor is een Core i7-quadcore, bijgestaan door maximaal 12GB ddr3-geheugen verdeeld over drie geheugenslots. De GT663 heeft maximaal 1TB schijfruimte, verdeeld over twee 500GB-schijven in twee harddrive-bays. Een dvd-brander of blu-ray-drive, een gigabit-netwerkadapter en twee usb 3.0-poorten zijn eveneens aanwezig. De laptop meet 395x267x55mm. De door Windows 7 aangedreven GT663 weegt inclusief zijn 9cel-accu 3,5kg. MSI heeft de prijs van de laptop nog niet bekendgemaakt.

Google heeft de maker van softwaretoetsenbord BlindType overgenomen. BlindType heeft zich gespecialiseerd in de tekstvoorspelling van onscreen toetsenborden. Het is onbekend welk bedrag met de overname is gemoeid.

De makers van BlindType hebben op hun weblog laten weten voor Google te gaan werken. Volgens de software-ontwikkelaars biedt het toetsenbord geavanceerde woordvoorspelling; nauwkeurigheid zou bij het typen niet nodig zijn, omdat de software snapt welke woorden de gebruiker zou willen intikken. Hierbij claimt BlindType beter te zijn dan concurrerende softwaretoetsenborden voor smartphones. Google heeft voor zijn Android-keyboard ook een dergelijke spellingcorrectie ingebouwd, maar lijkt met het overnemen van BlindType het toetsenbord voor zijn mobiele OS op dat gebied te willen verbeteren.

De makers van BlindType hadden voor de overname plannen om hun toetsenbord als applicatie uit te brengen voor smartphonebesturingssystemen als Android en iOS van Apple. Het ligt in de lijn de verwachting dat door de overname BlindType alleen nog maar voor het Android-besturingssysteem zal verschijnen. Waarschijnlijk wil Google slechts de gebruikte techniek voor het voorspellen van woorden gebruiken voor zijn eigen Android-toetsenbord, waardoor een release als aparte applicatie achterwege zal blijven.

Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.

EA zal de naam Taliban toch niet gebruiken in Medal of Honor. Na aanhoudende kritiek op het gebruik van die naam is gekozen om de naam van de Taliban in het schietspel te wijzigen in 'Opposing Force'. Het spel komt deze maand uit.

De beslissing om de naam van de Taliban te wijzigen is volgens de makers gevallen nadat nabestaanden van Amerikaanse soldaten, die zijn gesneuveld in gevecht met de Taliban tijdens de oorlog in Afghanistan, bezwaren hadden geuit tegen het gebruik van de naam.

Er kwam de afgelopen maanden van meer kanten kritiek op het gebruik van de naam Taliban in de shooter: vooral het feit dat in de multiplayer-modus spelers de kant van Taliban konden kiezen en die hoedanigheid westerse soldaten konden neerschieten, schoot in het verkeerde keelgat. Een maand geleden nam de Britse minister van Defensie stelling tegen die keuze.

De naam Taliban lijkt vooral gevoelig te liggen, omdat de strijd tegen de Afghaanse groep tot op heden voortduurt. Het is in andere schietspellen ook mogelijk om bijvoorbeeld als nazi Amerikaanse soldaten neer te schieten, maar dat is inmiddels een geaccepteerd fenomeen. Dergelijke games spelen niet in het heden, maar veelal in de jaren veertig van de vorige eeuw. Medal of Honor moet op 15 oktober uitkomen, zo bleek deze week. Naast een pc-versie zullen er ook versies uitkomen op de Xbox 360 en PlayStation 3.

Veel gratis iPhone-applicaties uploaden het unieke id van de iPhone en loginnamen. Zo kunnen ontwikkelaars en adverteerders achter de ideniteit van gebruikers komen en hen volgen, zo beweert een Amerikaanse beveiligingsonderzoeker.

Onderzoeker Eric Smith testte 68 gratis applicaties en daarvan bleek tweederde het udid, het unieke serienummer van het toestel, te verzenden, blijkt uit de onderzoeksresultaten. Daarnaast verzonden sommige applicaties data via ssl, waardoor het niet mogelijk bleek te zien wat er precies werd verstuurd.

Veel apps die een login vereisen, sturen ook de loginnaam en echte naam mee: daardoor is het mogelijk om de identiteit van een gebruiker te koppelen aan het id van de iPhone. Ook zetten sommige applicaties cookies, waarmee iPhone-gebruikers kunnen worden gevolgd zolang ze de iPhone gebruiken. De cookies staan niet altijd in de daarvoor bestemde map van Safari, maar ook in de map van applicatie zelf. Sommige cookies vernietigen zichzelf na enkele maanden, een enkeling heeft een looptijd van twintig jaar. Daarnaast willen veel apps de locatie meesturen met de data.

Het lijkt erop dat de gratis applicaties daarmee inzicht willen verschaffen aan adverteerders over bereik en doelgroep, concludeert Smith. Hij betoogt dat de privacy van iPhone-gebruikers door dergelijke praktijken in het geding is. Omdat de iPad en iPod touch op hetzelfde OS draaien, is het waarschijnlijk dat vanaf die apparaten dezelfde informatie wordt verstuurd door applicaties.

Applicatiemakers volgen niet alleen het gedrag van iPhone-gebruikers, iets dat al eerder in het nieuws kwam. Dezelfde zorgen werden geuit door onderzoekers van twee Amerikaanse universiteiten over Android. Zowel Google als Apple hebben geen maatregelen genomen om gebruikers hun eigen privacy te laten beheren op smartphones. Het is onduidelijk of dezelfde issues ook spelen op andere smartphoneplatformen, zoals Symbian, BlackBerry of Windows Phone 7.

Het ligt voor de hand dat betaalde applicaties minder informatie doorspelen aan ontwikkelaars en adverteerders. Ontwikkelaars van gratis applicaties verdienen geld aan advertenties, terwijl klanten ontwikkelaars rechtstreeks betalen door de aankoop van een betaalde app. Smith is beveiligingsonderzoeker en werkt bij de Bucknell University in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Hij voerde zijn onderzoek uit door de iPhone te verbinden aan een pc met Windows 7. De data werd onderschept via Tshark, een netwerkanalysetool.

Benq heeft een e-reader uitgebracht in Taiwan, die omgerekend voor 232 euro te krijgen is. Het apparaat heeft een e-paper-scherm van 6", dat bovendien touch-functionaliteit heeft. Het is onzeker of de e-reader ook naar andere landen komt.

Gebruikers kunnen via de e-reader, die de naam nReader K61 draagt, behalve e-books lezen tevens een abonnement op kranten nemen. Deze worden via wifi of 3g automatisch binnengehaald. Daarnaast werkt Benq samen met andere contentproviders om tijdschriften op zijn e-reader te kunnen aanbieden. Het is daarbij mogelijk om gedownloade content door het apparaat te laten voorlezen; er is ondersteuning voor Engels en Chinees. Op het 6"-scherm is het ook mogelijk om met een bijgeleverde stylus notities te maken.

Het apparaat beschikt behalve over een 6"-scherm over 2GB ingebouwd geheugen, wat met sd-kaartjes kan worden uitgebreid. Daarnaast zijn een mini-usb-poort en een koptelefoonaansluiting ingebouwd; de nReader K61 kan daardoor tevens worden gebruikt als mp3-speler. Benq heeft zelf al 200 e-books op zijn nieuwe e-reader voorgeïnstalleerd. Het is onduidelijk welke e-bookformaten op het apparaat te gebruiken zijn, maar er zou onder andere ondersteuning voor epub zijn.

Microsoft heeft telefoonmaker Motorola aangeklaagd vanwege patentschendingen van zijn Android-smartphones. Android is in afgelopen jaar in rap tempo een mikpunt geworden voor concurrenten die menen dat hun patenten worden geschonden.

Microsoft noemt nergens de patenten die geschonden zouden zijn, maar topman Horacio Gutierrez beschrijft alleen de functies die inbreuk zouden maken op de patenten: het versturen en ontvangen van e-mail, synchroniseren van de kalender, het beheren van het opslaggeheugen en het doorgeven van informatie over de accu en ontvangst aan applicaties.

De toestellen, waarmee Motorola inbreuk zou maken op de patenten, zijn volgens Microsoft de Android-smartphones. Motorola bracht tot nog toe een kleine tiental Android-toestellen op de markt, waaronder de Droid, Milestone, Flipout, Droid 2 en Droid X.

Microsoft klaagt Motorola aan, maar is van mening dat alle Android-toestellen Microsoft-patenten schenden, zegt Gutierrez in zijn toelichting. "Onze actie is alleen bedoeld om te zorgen dat onze intellectuele eigendomsrechten waarop Android-toestellen inbreuk maken worden gerespecteerd."

Over het algemeen wachten bedrijven met patentgeschillen niet af tot de rechtbank een uitspraak doet, maar worden zaken geschikt door middel van een grote betaling of een deal om elkaars patenten te mogen gebruiken. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat Motorola om een betere uitgangspositie te hebben binnenkort Microsoft aan zal klagen wegens het schenden van patenten. Motorola maakt al decennialang mobiele telefoons en heeft veel patenten verzameld.

De aanklacht van Microsoft tegen Motorola staat niet op zich. Concurrenten hebben het afgelopen jaar veel bedrijven die zich bezighouden met Android beschuldigd van patentschendingen. HTC sloot eerder een deal met Microsoft om patenten te mogen gebruiken in ruil voor betaling van royalties over de verkoop van Android-smartphones. De Taiwanese smartphonemaker kreeg wel een aanklacht aan de broek van Apple. Oracle klaagde Google aan vanwege het gebruik van Java in Android.

De aanklachten komen op een moment dat Android is begonnen aan een grote opmars: waar in februari per dag 60.000 Android-toestellen werden geactiveerd, was dat aantal in september gestegen naar 225.000. De opmars komt door verbeterde versies van Android en meer keuze in hardware: onder meer HTC, Motorola, Samsung en Sony Ericsson kwamen met nieuwe Android-toestellen op de markt.

Sony Ericsson heeft vermoedelijk nog geen aanklacht gekregen vanwege een klein marktaandeel, terwijl Samsung met veel bedrijven in de industrie nauwe banden heeft door de levering van onderdelen. De schermen, geheugenmodules en processors van Samsung zit in hardware van vrijwel alle fabrikanten, waaronder Apple en HTC.

Het is onduidelijk wat de aanklachten op lange termijn betekenen voor Android. Als fabrikanten veel patentdeals moeten sluiten om Android-toestellen te blijven maken, wordt het minder aantrekkelijk om met Googles OS aan de gang te gaan.

Roserock Films en Gran Via Productions gaan een speelfilm maken die op de Myst-games is gebaseerd. De film gaat uit van het achtergrondverhaal van de games, dat behalve in de games ook al in een aantal romans uiteen werd gezet.

Volgens de website van het Amerikaanse mediatijdschrift Variety gaan de productiemaatschappijen samenwerken om de film tot stand te brengen. Ze gaan het script verfilmen dat door de leden van de Mysteria Film Group is geschreven. Op basis van dat script wist de MFG in juli 2009 de filmrechten in handen te krijgen van Myst: The Book of Ti’ana, een van de romans die naar aanleiding van de games van ontwikkelaar Cyan Worlds zijn verschenen. De ontwikkelaar bezit niet alleen de rechten op de games, maar ook op de boeken, die mede geschreven zijn door Rand Miller, ook het creatieve brein achter de games. Wanneer de film klaar moet zijn, is niet bekend.

Myst is een serie grafisch vernieuwende avonturengames waarvan het eerste deel in 1993 verscheen voor Apple-computers. De eerste game verscheen op het destijds nieuwe medium cd-rom en bestond uit gerenderde beelden van de omgeving. Spelers konden met de muis klikken op delen van de wereld om een nieuw voorgerenderd beeld voorgeschoteld te krijgen. Cyan leverde in 1997 de opvolger Riven af, waarna de ontwikkeling van Myst III: Exile aan Presto Studios werd uitbesteed. Na Riven richtte Cyan zich op de ontwikkeling van de onlinegame Uru: Ages Beyond Myst, die in 2003 zou verschijnen. De ontwikkeling van Uru verliep moeizaam. De game verscheen uiteindelijk als offlinegame, hoewel het onlinegedeelte in 2007 als Myst Online: Uru Live alsnog het licht zou zien. De game is inmiddels opensource. De perikelen rond Uru brachten Cyan in financiële problemen. De ontwikkelaar maakt tegenwoordig games voor de iPhone.