Vandaag heeft AMD het Socket 939-platform voor Athlons geïntroduceerd, samen met vier nieuwe Athlon 64-processors: de FX-53, 3500+, 3700+ en 3800+. Deze zijn allen geschikt voor het nieuwe processorvoetje, uitgezonderd de Athlon 64 3700+ die alleen geschikt is voor Socket 754-moederborden. De Athlon FX-53 is uitgerust met 1MB L2-cachegeheugen en loopt op 2,4GHz. De Athlon 64 3500+ en 3800+ zijn uitgerust met 512kb aan L2-cache en draaien op respectievelijk 2,2GHz en 2,4GHz. De Athlon 64 3700+ draait ook op 2,4GHz. Omdat deze maar met een single-channel-geheugencontroller is uitgevoerd heeft deze van AMD een groter L2-cache gekregen van 1MB.

AMD heeft het nieuwe socket geïntroduceerd om verschil te kunnen maken tussen non-registered en registered DDR-geheugen. Processors die geschikt zijn voor Socket 940 zijn eigenlijk niks anders dan Opterons en hebben daardoor registered DDR-geheugen nodig om te functioneren. Dit geheugen is echter duurder dan non-registered DDR-geheugen. Voor de consument is het dus een stuk interessanter om non-registered geheugen te gebruiken. Socket 940-moederborden zijn echter niet ontworpen om dit soort geheugen te accepteren. Daarom moet er worden gezorgd dat een processor met een registered geheugencontroller niet op een moederbord dat ontworpen is voor non-registered geheugen kan worden geprikt en visa versa. Het resultaat is de geboorte van het Socket 939.
Uiteraard zijn de vier nieuwe processors door de verschillende grote hardwaresites uitvoerig uitgetest. Een van de betere verslagen hiervan is te lezen op AnandTech, waarin de 3700+ helaas niet deel neemt. In de test worden de nieuwe processors vergeleken met andere processors van AMD en Intel. Uit de standaard tests blijkt dat de FX-53 het best presteert, op de voet gevolgd door de 3800+. Vaak worden de snelste Intel processors achter zich gelaten door beiden, hoewel er soms een fictieve Athlon 64 FX-55 voor nodig is om Intels snelste Pentium 4-processor, de 3,4GHz Extreme Edition, te verslaan.
Wat de test van AnandTech echter interessant maakt is het feit dat deze ook de verschillen tussen de verschillende sockets heeft gemeten. Met andere woorden, hoe snel is een 2,2GHz Athlon 64-processor met 1MB L2-cache als deze in een Socket 754, 939 of 940 wordt geplaatst. Hieruit blijkt dat de verschillen in snelheid tussen de voetjes niet erg groot is, in sommige gevallen zelfs alleen maar meetbaar en niet merkbaar. De verschillen zijn wel consequent: Socket 754 is altijd het langzaamste en Socket 939 is altijd het snelste. AnandTech heeft ook de performance van de nieuwe Athlon 64 3500+ vergeleken met de oudere Athlon 64 3400+. Hoewel beide processors op 2,2GHz draaien hebben ze toch een andere rating omdat de 3500+ met 512KB L2-cache en een dual-channel geheugencontroller is uitgerust, terwijl de 3400+ 1MB L2-cache en een single-channel geheugencontroller heeft. Als er wordt gekeken naar het verschil in performance blijkt dat AMD genoeg redenen heeft gehad om de Socket 939-versie van een hogere speedgrade te voorzien dan de Socket 754-versie.
Andere testen zijn te vinden op een van de volgende sites:
Zowel het geheugen, als het optische station en de harde schijf zijn gemakkelijk toegankelijk, wat upgraden mogelijk maakt. In de benchmarks moet de laptop anderen, met snellere processors, voor laten gaan. De ATi Mobility Radeon 9600 weet in 3DMark de concurrenten goed bij te benen. Dat ieder nadeel zijn voordeel heeft, blijkt in de testen waarin het batterijverbruik wordt gesimuleerd. De Gigabyte zet nog niet eerder vertoonde scores weg en kan in de zware test bijna vijf uur op de batterij meegaan. De conclusie is een positieve. De combinatie van een goede mobiele videokaart en een lang batterijleven bevalt goed; de laptop lijkt een lang leven beschoren. Daarom krijgt de N601 de zilveren bekroning.




Schwartz beweert niet, zoals Bill Gates wel heeft 



De eerste test bestaat uit het uitproberen van de mogelijkheden met betrekking tot anistropic filtering, waarbij de nVidia-kaart geen 16x anistropic filtering aankan in tegenstelling tot de Radeon. Vervolgens bekijkt men de kwaliteit van de antialiasingkwaliteiten en hier neemt de GeForce op papier de overhand, met 8x antialiasing in tegenstelling tot 6x bij de Radeon. In de praktijk blijkt uit een ingezoomde screenshot van het spel Serious Sam echter dat er tussen 4x en 8x niet zo'n duidelijk verschil zichtbaar is bij de kaart uit de nVidia-stal.

In een samenvatting besluit de reviewer dat beide kaarten sterke prestaties neerzetten, maar dat de nVidia de MR9600 toch steeds wist te overtreffen. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat de Radeon-kaart ook zes maanden eerder uitgebracht werd dan de GeForce en dat de MR9700 de kloof weet te overbruggen. Wie nu een laptop met een MR9600-, MR9700- of GeForce Go5700-chip aanschaft mag een zeer degelijke beeldkwaliteit en uitstekende prestaties verwachten.
Als hart van het systeem koos hij voor een AMD-processor. De Athlon XP 2600+ is met zijn 2,08GHz even snel als onze keuze in de mei-editie van de Best Buy Guide maar moet het met een lagere FSB stellen. Als moederbord koos hij er een met een nForce2 Ultra 400-chipset. Deze chipset, waarvoor ook in onze BBG gekozen werd, heeft ondersteuning voor dual-channel DDR400-geheugen; Dylan koos het Biostar M7NCD Pro-moederbord. Net als de Asus waarvoor wij kozen biedt dit bord meteen ook een 56k-modem, 100Mbit-ethernet, geluid en RAID-ondersteuning. De geheugenbanken worden door Tom's Hardware bevolkt met twee reepjes Kingston-RAM, meerbepaald 256MB Kingston DDR 400MHz PC3200 SDRAM. Vergelijkbaar met onze keuze van fabrikant TwinMos.
Misschien wel het belangrijkste onderdeel voor de gamer is de grafische kaart. Omdat men met een budget van 1000 dollar nu eenmaal concessies moet doen is er gekozen voor de Radeon 9600 XT, toch wel een klasse lager dan onze Sapphire Radeon 9800 Pro met 128MB geheugen. Over luidsprekers of een headset wordt dan weer met geen woord gerept in deze bouwgids. Vreemd, aangezien geluid voor de echte gamer minstens even belangrijk is als een vloeiende weergave van het beeld.