Parlementariërs in Rusland willen onder druk van een lobby van Russische bedrijven wetgeving invoeren die voip-diensten zoals Skype aan banden moet leggen. De bedrijven zouden een gevaar voor de staatsveiligheid vormen.

Volgens een aantal Russische telecombedrijven moeten de diensten van Skype en andere voip-aanbieders door de overheid gereguleerd worden, omdat de bedrijven in buitenlandse handen zijn en mogelijk een bedreiging voor de Russische staatsveiligheid vormen. Zo zou de Russische politie grote moeite hebben om voip-verbindingen te kunnen afluisteren. Bovendien stellen de voorstanders van een strenge regulering van voip-aanbieders dat diensten als Skype zorgen voor aanzienlijk minder inkomsten bij de Russische telecombedrijven. In 2012 zou meer dan veertig procent van alle telefoongesprekken in Rusland via internetverbindingen worden afgehandeld, zo stellen zij, waardoor de inkomstenderving nog groter dreigt te worden.

Een commissie zal de komende maanden een wetsvoorstel gaan uitwerken die het aanbieden van voip-diensten moet reguleren, zo meldt The New York Times. In de overheidscommissie hebben onder andere topmannen van enkele Russische telecombedrijven zitting, naast een aantal leden van Verenigd Rusland, de partij van Poetin. Naar verwachting zal het wetsvoorstel over twee maanden klaar zijn, waarna het in stemming kan worden gebracht.

Mvix heeft in de VS een mediaspeler op de markt gebracht waarvan de firmware als opensource is vrijgegeven. Ontwikkelaars kunnen bovendien 500 dollar verdienen als de fabrikant een nieuwe applicatie of feature op de Mvix Ultio plaatst.

Met het wedstrijdelement hoopt Mvix externe ontwikkelaars aan te zetten om de functionaliteit van de speler verder te vergroten. De speler is gebaseerd op een niet nader gespecificeerde chipset van Realtek en draait op Linux. Naast het afspelen van video-, audio- en filmbestanden heeft Mvix in de Ultio een bittorrentclient geplaatst.

De behuizing biedt ruimte aan een 3,5" harddisk, maar content kan ook gestreamed worden via de ethernetpoort of een optionele wifi-module. Verder kunnen er opslagmedia aan de usb 2.0 host-poort worden gehangen, terwijl de usb-slave-aansluiting het mogelijk maakt om de Ultio direct aan een pc te koppelen. Naast een hdmi 1.3-uitgang beschikt de Ultio over zowel component- als composiet-aansluitingen. Verder is een optische s/pdif- en een rca-aansluiting aanwezig om het audiosignaal uit te kunnen sturen. De mediaspeler van Mvix kost in de VS 169 dollar zonder harddisk, terwijl een versie met een 1TB-harddisk 259 dollar moet opbrengen. Of de speler ook in Europa zal verschijnen, is nog onbekend.

De plannen voor de inrichting van Microsofts winkelketen lijken op straat te liggen. De softwaregigant zou zijn winkels vooral willen gebruiken als 'showcase' voor WIndows 7, Xbox 360, Windows Media Center en Windows Mobile.

Een concept, afkomstig van de firma Lippincott, voor de inrichting van de winkels die Microsoft wil opzetten, is in handen gekomen van Gizmodo. De shops zouden elementen lenen van al bestaande winkels van onder andere Apple, Nike en Sony. Zo moeten de winkels volgens het concept opgesierd worden met een digital media wall die langs de muren van de gehele winkel moet doorlopen. Verder willen de ontwerpers demo-installaties neerzetten van Microsofts Surface-computers en moeten pc's de kunsten van Media Center en Windows 7 gaan tonen. Ook staan in de plannen al demonstraties gepland voor Project Natal en het geheime project met de codenaam Pink.

De winkels van Microsoft moeten volgens de plannen van de softwaregigant niet zozeer een direct verkoopkanaal vormen - al zijn in het concept zelfs boodschappentassen met het Microsoft-logo meegenomen - maar vooral dienen als een showcase naar de consument. De eerste winkels zouden in het najaar hun deuren moeten openen. Microsoft laat in reactie op het gelekte concept van Lippincott weten dat het gaat om een concept en dat meerdere bedrijven plannen hebben gemaakt voor de winkels van de softwaregigant, en dat er nog geen definitieve besluiten zijn genomen over de inrichting.

Het Britse parlementslid Andrew MacKinlay is van plan om af te treden uit onvrede over het feit dat het parlement de uitlevering van de van hacken verdachte Gary McKinnon aan de Verenigde Staten niet tegen wilde houden.

De thans 43-jarige McKinnon wordt ervan verdacht dat hij in 2001 en 2002 bijna honderd computers van het Amerikaanse leger heeft gekraakt, en de Verenigde Staten hebben om zijn uitlevering gevraagd. McKinnon ontkent de feiten niet, maar verzet zich tegen zijn uitlevering en wil in zijn eigen land berecht worden. Ook betogen zijn advocaten dat hij uitlevering psychisch niet aan kan, maar de regering is tot dusver ongevoelig gebleken voor dit argument.

Een jarenlange gang langs allerlei juridische instanties heeft McKinnon nog altijd niets opgeleverd, maar in het parlement kreeg hij wel steun. Niet alleen vonden veel parlementariërs uitlevering onterecht, maar met het uitleveringsverdrag als zodanig waren ze ook niet erg tevreden. Het werd na de aanslagen van 11 september 2001 afgesloten als wapen in de strijd tegen het terrorisme, maar dat is het niet echt geworden; van de 57 mensen die Groot-Brittanië tussen 2004 en 2008 heeft uitgeleverd aan de VS, werd er slechts één verdacht van terrorisme. Ook de eenzijdigheid was een bron van onvrede: het is veel makkelijker om Britten uit te leveren aan de VS dan andersom.

Er leek zich in het Lagerhuis een meerderheid af te tekenen voor herziening van het verdrag, toen 74 leden van de regerende Labourpartij zich hier voor uitspraken, zo meldt The Times. Bij de stemming over de desbetreffende motie stemden er echter maar tien voor, zodat deze werd verworpen. De regering had zich tegen de motie verklaard en voor de meeste Labour-voorstanders was dit een reden om toch maar tegen te stemmen. MacKinlay beklaagde zich bitter over deze slaafse trouw aan de partijleiding. Hij verklaarde dat hij "teleurgesteld was in het parlement" en bij de volgende verkiezingen zou opstappen, zo meldt de Daily Telegraph.

Nu het parlement hem niet heeft willen steunen, rest McKinnon alleen nog een beroep op het High Court, dat komende week een oordeel over de zaak zal vellen.

Het zou zwaar schorten aan de beveiliging van Apples nieuwste iPhone, de 3GS. Volgens een 'hacker', tevens ontwikkelaar voor de iPhone, kan versleutelde data eenvoudig van de telefoon worden gehaald en ontcijferd worden.

Die mening is Jonathan Zdziarski toegedaan: hij claimt dat de iPhone binnen zakelijke omgevingen 'waardeloos' is. Met enkele freeware-tools zouden versleutelde gegevens volgens Zdziarski binnen twee minuten gekraakt kunnen worden. Persoonlijke informatie als creditcardgegevens, die volgens Apple dankzij versleuteling veilig zou zijn opgeslagen, zou op de 3GS even makkelijk te stelen zijn als op de 3G en originele iPhone, die beide versleuteling ontberen.

Volgens Zdziarski is twee minuten voldoende tijd om versleutelde gegevens te stelen: in die tijd kan dankzij jailbreaking-software als PurpleRa1n een ssh-client geïnstalleerd worden, waarna versleutelde data met behulp van eenvoudige software naar een pc gekopieerd kan worden. Binnen drie kwartier zou de gehele geheugeninhoud van de iPhone 3GS overgeheveld kunnen worden.

De encryptiemogelijkheden van de nieuwste iPhone zouden juist reden zijn voor veel bedrijven het toestel voor hun medewerkers aan te schaffen. Volgens Apple-coo Tim Cook zouden tientallen grote bedrijven tienduizenden iPhones voor hun personeel besteld hebben, mede aangespoord door de beveiliging van de smartphone. Ook is, naast de mailapplicatie, software beschikbaar om Office-documenten te bekijken en te bewerken: een groot risico, zo vindt Zdziarski.

Volgens de cio van een bedrijf waar de medewerkers iPhones gebruiken, loopt het allemaal zo'n vaart niet: de telefoons zouden gebruikt worden voor communicatie met sociale en zakelijke contacten en er zouden geen bedrijfskritische documenten worden bekeken of bewerkt. Desalniettemin zouden bedrijven de beveiligingsrisico's van de iPhone 3GS niet mogen onderschatten, meent Zdziarski.

Een Japanse hoogleraar heeft twee robots ontwikkeld die de beginselen van honkbal onder de knie zouden hebben. De ene robot is gemaakt om de bal te werpen, terwijl de tweede een knuppel kreeg en de bal mag slaan.

De robots zijn het werk van Masatoshi Ishikawa, een hoogleraar aan de universiteit van Tokyo. Hij ontwierp beide mechanische honkbalspelers niet in het evenbeeld van menselijke honkballers: de robots zijn niet veel meer dan mechanische armen. De werper heeft drie vingers aan zijn mechanische hand waarmee een schuimrubberen bal wordt vastgehouden. De pitcher is in staat de bal negen van de tien keer in de slagzone te laten belanden, waarbij een snelheid van ongeveer veertig kilometer per uur wordt gehaald.

De slagman is niet alleen uitgerust met een knuppel: een sensor detecteert de geworpen ballen en de elektronica van de robot beoordeelt vervolgens of de bal in de slagzone werd geworpen. Wanneer dat het geval is, raakt de robot bijna honderd procent van de goede pitches. Volgens de geestelijk vader, Ishikawa, vergen de robots hoge precisie, wat de nodige uitdagingen bij de constructie opleverde.

Toekomstige versies van de robots moeten de werper de bal sneller, tot ongeveer honderdvijftig kilometer per uur, laten gooien en bovendien zouden effectballen mogelijk gemaakt moeten worden. De slagman zou in een volgende versie de bal op willekeurige plaatsen op het honkbalveld moeten kunnen plaatsen.