Twee medewerkers van de Stanford-universiteit hebben een opensource-camera ontwikkeld die ontwikkelaars de ruimte moet geven hun eigen firmware en software voor de camera te schrijven. Op termijn moeten ook consumenten profiteren.
In eerste instantie zal de Stanford-camera, die door zijn ontwikkelaars Marc Levoy en Andrew Adams de Frankencamera genoemd wordt, alleen aan vakgenoten beschikbaar gesteld worden. Wie werkzaam is in het vakgebied computational photography, of het verbeteren en uitbreiden van digitale fototechnieken, kan de opensource-camera gebruiken en eigen software en firmware schrijven. Daarmee kunnen basale functies van de camera, zoals focus, diafragma en sluitertijd, worden ingesteld.
Daarnaast zouden ook algoritmes geschreven kunnen worden, waarmee de camera beelden kan schieten die tot dusver alleen in laboratoria of met behulp van nabewerking op de computer mogelijk zijn. Hierbij valt te denken aan zogenoemde high dynamic range-fotografie, waarbij consumentencamera's een overbelichte en onderbelichte foto van hetzelfde onderwerp combineren tot één foto.
Onder de motorkap is het prototype voorzien van de beeldchip uit een Nokia N95 smartphone en het moederbord bestaat uit een soc van Texas Instruments. De gebruikte lenzen zijn van Canon en de behuizing werd door beide Stanford-heren zelf gemaakt. In een jaar tijd zou het prototype moeten evolueren tot een camera die door een oem-fabrikant voor minder dan duizend dollar vervaardigd zou moeten worden.