Microsofts Alex Kipman heeft tijdens een presentatie op de CES duidelijk gemaakt dat de beweginsgevoelige controller 15 procent van de rekenkracht van de Xbox 360-cpu gebruikt. Bovendien heeft Microsoft een chip vervangen door software.
Alex Kipman, Microsofts lead developer voor Natal, geeft op de CES demonstraties van de bewegingsgevoelige controller. Hij heeft daarbij aangegeven dat Natal 50MB op de harde schijf van de Xbox 360 in beslag neemt, en dat het gebruik van de software 10 tot 15 procent van de rekenkracht van de cpu verbruikt.
De software herkent volgens Kipman 32 verschillende lichaamsdelen. Het systeem scant 30 camerabeelden per seconde om daar lichaamsdelen in te herkennen. De software probeert bovendien ontbrekende informatie aan te vullen; zo kan de software uit de positie van bovenlichaam, schouder en bovenarm afleiden dat een hand zich achter de rug bevindt. Dat is vooral belangrijk als een game met verschillende personen tegelijk gespeeld wordt en spelers voor elkaar langs bewegen.
Eerder deze week wist GamesIndustry te achterhalen dat Microsoft het Natal-systeem nu volledig softwarematig heeft gemaakt. Het systeem was in eerste instantie uitgerust met een processor die een skeletstructuur in het lichaam van spelers kon herkennen. Het vervangen van de chip door software moet ervoor zorgen dat Natal goedkoper kan worden en dat Microsoft makkelijker achteraf updates kan uitvoeren. Een mogelijk nadeel is dat de software voor meer lag bij het interpreteren van de videobeelden zorgt, maar volgens de bronnen van GamesIndustry blijft de lag ook met het gebruik van software minder dan 100ms, even lang als met de chip.