De Britse 'Pentagon-hacker' Gary McKinnon wordt niet aan de Verenigde Staten uitgeleverd. De minister van binnenlandse zaken heeft de uitlevering geblokkeerd om humanitaire redenen. De 46-jarige McKinnon zou ernstig ziek en suïcidaal zijn.
Volgens Theresa May, minister van binnenlandse zaken, blijkt uit medische rapporten dat McKinnon, die lijdt aan het syndroom van Asperger, zelfmoord zou proberen te plegen als hij aan de Verenigde Staten wordt uitgeleverd. Hierdoor zouden de mensenrechten van McKinnon in gevaar komen en daarom zegt de minister te hebben besloten gebruik te maken van haar discretionaire bevoegdheid om de uitlevering te blokkeren wegens humanitaire redenen.
Nu de uitlevering aan de VS definitief van tafel is, moet het Britse openbaar ministerie bepalen of en zo ja hoe McKinnon in het Verenigd Koninkrijk wordt berecht. Daarnaast wil May een onafhankelijke commissie, een forum bar geheten, oprichten, die bij toekomstige zaken moet bekijken of bij een uitleveringsverzoek berechting binnen het Verenigd Koninkrijk mogelijk is. Hierdoor moeten dergelijke kwesties minder vertraging oplopen.
De Brit wordt in de Verenigde Staten verdacht van het hacken van computersystemen die toebehoorden aan het Pentagon en de NASA. Hij was naar eigen zeggen op zoek naar bewijzen over het bestaan van ufo's. Desondanks verzochten de VS tien jaar geleden al om zijn uitlevering. McKinnon riskeerde een gevangenisstraf van maximaal 60 jaar in de VS. De hacker greep alle juridische en politieke middelen aan om uitzetting te voorkomen. In 2011 liet het openbaar ministerie weten dat McKinnon in eigen land berecht zou kunnen worden.