Volgens onderzoeker Charles Miller, die enkele lekken in de iPhone-software ontdekte, moet Apple de opensourcesoftware die het gebruikt vaker updaten, zodat veiligheidsgaten niet in Mac OS X blijven zitten, terwijl ze elders al opgelost zijn.
Miller heeft zijn bevindingen met betrekking tot de door hem gevonden veiligheidsgaten in de iPhone afgelopen week tijdens de BlackHat-conferentie gepresenteerd. Volgens de onderzoeker is opensourcesoftware even veilig als programmatuur waarvan de broncode niet publiek beschikbaar is. In beide gevallen is het noodzakelijk om bekende veiligheidslekken te dichten, zeker als er al patches beschikbaar zijn. Dat doet Apple echter niet altijd even trouw, aldus Miller. Apple zou er daarom goed aan doen om zijn opensource-applicaties sneller te updaten. In de laatste security-update van het bedrijf was driekwart van de fixes overigens bestemd voor opensourceprogrammatuur.
Een van de door de onderzoeker gevonden lekken zat in WebKit, de renderengine van de iPhone-browser. Het betreffende veiligheidsgat was een jaar geleden al gedicht door de opensource-ontwikkelaars, maar Apple had die patch niet in zijn code opgenomen. Verder is de Samba-code in Mac OS X al bijna twee jaar amper veranderd, waardoor veiligheidslekken dus ook niet gedicht zijn. Deze twee lekken zijn exemplarisch voor het falende patchbeleid van Apple, aldus Miller.