Op Tweakers verschijnen dagelijks tientallen nieuwsberichten, maar bij het schrijven weten we zelden hoe het afloopt met de producten, technieken en ontwikkelingen die we bespreken. In deze rubriek lezen we oude berichten terug en kijken we hoe het verderging.
In de 45e editie van Terug in de tijd blikken we terug naar artikelen uit juni 2000, 2005, 2010 en 2015. We zien onder meer dat Amazon in financiële moeilijkheden verkeert, dat Apple IBM inruilt voor Intel, dat platenmaatschappijen een klopjacht openen op LimeWire en dat er een akkoord is gesloten over een einde aan roamingtarieven.
25 jaar geleden: 'Slechtste' Windows-release, Amazon bijna failliet en video's streamen op je Nokia
Juni 2000 was een grote maand voor Microsoft, in de eerste plaats vanwege de voltooiing van de release-to-manufacturingversie van Windows Millennium Edition. Deze opvolger van Windows 98 was de laatste versie voor consumenten die gebruikmaakte van de Win9x-codebase (ook al was dat destijds nog onzeker) en de laatste die gebaseerd was op DOS.
Hoewel het besturingssysteem pas in september dat jaar zou uitkomen, waren er vóór die tijd al wat aanwijzingen dat Windows ME misschien niet de allerbeste upgrade zou worden. Zo werd er gesproken over problemen met het updaten van het bios: door het gebrek aan een native MS-DOS-modus was het erg omslachtig om met de klassieke DOS-commando's een bootdisk te maken. Ook de traagheid en vele bugs en crashes zorgden ervoor dat Windows ME tegenwoordig door velen wordt beschouwd als de slechtste Windows-versie. Het zakelijke Windows 2000, dat in hetzelfde jaar werd uitgebracht, en vooral Windows XP werden een stuk beter ontvangen, deels doordat ze waren gebaseerd op het stabielere Windows NT.

Behalve het afronden van een belabberde Windows-release maakte Microsoft deze maand ook nog keuzes die wél goed uitpakten. Op gamegebied bijvoorbeeld, want zo'n anderhalf jaar voordat het bedrijf de Xbox uitbracht, kocht Microsoft al zijn eerste grote gamestudio: Bungie. Hoewel Microsoft sindsdien aan één stuk door gamestudio's heeft overgenomen (met als duurste aankoop Activision Blizzard voor 68 miljard dollar) was Bungie misschien ook meteen de beste gamegerelateerde overname van de techreus. Die gamemaker was op dat moment bezig met de ontwikkeling van Halo en door de overname werd dat spel tijdelijk exclusief als launchtitel voor de Xbox uitgebracht. De shooter is een van de populairste Xbox-games geworden en zorgde er bijna eigenhandig voor dat Microsoft zijn mannetje wist te staan tussen gevestigde concurrenten Sony en Nintendo. Alleen de opvolger van de shooter, uit 2004, wist meer Xbox-gameschijfjes te verkopen.
Microsoft hield maar niet op, want het bedrijf introduceerde deze maand ook nog zijn eigen programmeertaal: C-Sharp (C#). Tweakers omschreef de taal als 'een mengeling van C, C++ en de pluspunten van Java daaraan toegevoegd'. Microsoft hoopte een gebruiksvriendelijker alternatief van het populaire C++ te leveren. Hoewel C# redelijk wat succes heeft weten te behalen, heeft de programmeertaal de populariteit van zijn drie grote inspiratiebronnen niet weten te benaderen.
Oké, dat was wel even genoeg Microsoft. Laten we ons eens richten op een andere techgigant: Amazon. Dat bedrijf had 25 jaar geleden al aardig wat naamsbekendheid opgebouwd, maar heel financieel gezond was het nog niet. Sterker nog: er waren aanwijzingen dat Amazon op het randje van faillissement stond. De – destijds nog vooral – online boekhandel verbraste geld als water en zou nog maar genoeg reserves hebben om het negen maanden uit te houden.
Amazon wuifde het gerucht echter al gauw weg en zei niet eens in de buurt van een faillissement te zijn. Inmiddels weten we natuurlijk dat het nooit zover is gekomen, maar ook is duidelijk dat het weinig had gescheeld. Journalist Brad Stone onthulde in zijn boek The Everything Store uit 2013 dat Amazon een maand vóór het barsten van de internetzeepbel een flinke smak geld had opgehaald van investeerders, anders had de webwinkel de instortende markt aan het begin van het millennium waarschijnlijk niet overleefd. Later pakte de e-commercepionier het anders aan door zijn teams te verkleinen en het winkelaanbod flink te verhogen. Deze keuzes zorgden er mede voor dat Amazon eind 2001 voor het eerst winst wist te boeken.
Een andere techpionier die 25 jaar geleden wél (nog) winst boekte is Nokia, dat in datzelfde jaar in het nieuws kwam omdat de fabrikant zou werken aan de mogelijkheid om video's te streamen op mobiele telefoons. De optie zou 'binenkort' [sic] beschikbaar komen voor een nieuwe Nokia draaiend op het mobiele besturingssysteem EPOC (later hernoemd naar Symbian OS). Nokia werkte daarvoor samen met RealNetworks, dat met de RealPlayer eerder al een van de eerste mediaspelers uitbracht waarmee het mogelijk was om video's via het internet te streamen.

De Tweakers-redacteur van dienst was sceptisch over dit concept, 'want wie gaat er nou video kijken op zo'n piepklein schermpje?' Toch kwam er twee jaar na het bericht daadwerkelijk een Nokia uit met een ingebouwde RealPlayer: de 9210i Communicator. Video's konden via gprs (2,5G) worden gestreamd naar het horizontale 640x200-4,5”-display, maar door het vele bufferen en de lage beeldkwaliteit werd dat nog niet een groot succes. Later verschenen er wel 3G-mobieltjes met een ingebouwde flashplayer, zoals van het Japanse NTT DoCoMo, maar pas nadat Nokia's N95 en Apples eerste iPhone in 2007 ondersteuning boden voor YouTube werd het streamen van video's naar telefoons écht mainstream.
20 jaar geleden: Apples overstap op Intel, wifi in de trein en Videoland goes digital
Over Apple gesproken: twintig jaar geleden liet dat bedrijf officieel weten over te stappen van IBM naar Intel als chipleverancier van zijn Mac-apparaten. De Macs maakten tot dan toe gebruik van het PowerPC-platform, maar Apple zou ontevreden zijn geweest over de prestaties van deze chips. Ook zou het bedrijf energiezuinigere cpu's willen voor zijn instaplaptops, maar die had IBM niet in huis. Apple was intern al jaren bezig met de transitie naar Intels x86-architectuur. Alle versies van Mac OS X van de vijf jaar daarvoor waren al compatibel met x86-hardware. IBM werd echter naar verluidt pas op het laatste moment ingelicht over het besluit.
:strip_exif()/i/2007588176.jpeg?f=imagenormal)
Toch waren er nog wel wat zorgen, want wat zou deze overstap betekenen voor alle Mac OS X-applicaties die nog draaiden op PowerPC? Een jaar later, toen de eerste MacBooks en iMacs met Intel-cpu's verschenen, hadden we het antwoord: met de emulator Rosetta was het toch mogelijk om een groot deel van de oudere programma's te runnen, al ging dat wel ten koste van de prestaties. Ook waren écht oude programma's, die nog draaiden op OS 9 of ouder, niet compatibel met Rosetta. Dat betekende onder meer het definitieve einde voor Mac OS Classic.
Vijftien jaar later vond er een soortgelijke verschuiving plaats: Apple ruilde Intel in voor zijn eigen op Arm gebaseerde processors. De vermeende reden voor dit besluit doet ook wat belletjes rinkelen: Apple zou niet tevreden zijn met de prestatiewinsten van Intels afgelopen processorgeneraties.
Waar menigeen ook ontevreden over is, is de matige wifiverbinding in NS-treinen. Toch klonk draadloos kunnen internetten in treinen twintig jaar geleden nog als een utopie. Er waren toen al wel aanwijzingen dat dit op korte termijn mogelijk zou worden. De NS liet weten een betaalde wifidienst in Utrecht Centraal te willen testen op basis van de infrastructuur van KPN. In de daaropvolgende maanden werd de dienst uitgebreid naar andere stations in Nederland. Treinreizigers moesten kraskaarten aanschaffen vanaf vijf tot dertig euro, waarmee ze een uur tot een maand lang overal in het station toegang kregen tot het draadloze netwerk. In 2013 werd de internetdienst op NS-stations gratis gemaakt.
Dit experiment maakte ook de weg vrij voor wifi in de treinen zelf, waarmee in december van 2005 voor het eerst werd getest. Hierbij was het al meteen de bedoeling dat het gebruik van wifi gratis zou zijn, maar dat ging niet meteen van een leien dakje. Iedere trein uitrusten met gratis draadloos internet was namelijk een flinke kostenpost. De NS wilde deze kosten terugverdienen door tegelijk schermen op te hangen met reisinformatie en reclame, maar de reclame-inkomsten bleken tegen te vallen. In 2007 staakte de treinmaatschappij daarom deze wifiplannen.
Kort daarna besloot de Nederlandse overheid om deze financiële last dan maar gedeeltelijk zelf op zich te nemen, waardoor het in 2010 toch lukte om NS-treinen uit te rusten met gratis wifi. In eerste instantie was het onzeker of treinreizigers op een latere datum toch zouden moeten betalen voor de wifidienst, maar in 2014 werd duidelijk dat treinreizigers tot minstens 2025 gratis kunnen blijven internetten. Of we volgend jaar wél moeten betalen voor wifi in treinen is nog onzeker; een woordvoerder die wij spraken had hierop nog geen antwoord.
Ook onzeker was de toekomst van Videoland in 2005. De Nederlandse videotheekketen stond flink onder druk, doordat veel films via het internet werden gedownload. Een plan om het illegaal downloaden tegen te gaan door legaal films ter download aan te bieden, strandde al snel. Verschillende Videoland-vestigingen waren daar namelijk niet blij mee, waarschijnlijk omdat ze vreesden voor hun bestaansrecht.
Twee jaar later speelden de zorgen van Videoland-vestigingen kennelijk geen rol meer, want toen werd er een nieuwe poging ondernomen met de introductie van Videoland on Demand, een online platform waarmee films van onder meer Sony en Warner Bros. digitaal werden verhuurd en verkocht. De films moesten toen nog worden gedownload, al werd het later mogelijk om ze via het internet te streamen. Videoland bleef nog jaren vooral bestaan als een pay-per-viewdienst, maar dat veranderde toen RTL Videoland in 2013 overnam. De nieuwe eigenaar wilde naar eigen zeggen 'het eerste all-you-can-watchabonnement' in Nederland uitbrengen, maar die primeur werd net een paar maanden eerder weggekaapt door de Nederlandse introductie van Netflix.
:strip_exif()/i/1266919241.jpeg?f=imagenormal)
15 jaar geleden: Contactloos betalen, opkomst van PlayStation Plus en naderend einde van LimeWire
Waar Netflix de populairste abonnementendienst is voor films en series, is PlayStation Plus dat voor games. Sony kondigde deze dienst aan op de E3-beurs van 2010. In eerste instantie kregen PS Plus-abonnees voor 50 euro per jaar maandelijks enkele gratis downloadbare games en wat andere extra functies, zoals de optie om de PlayStation 3 automatisch updates te laten installeren. Later werd daar cloudopslag aan toegevoegd en vanaf de introductie van de PS4 werd de dienst ook noodzakelijk om online games te kunnen spelen. Xbox-spelers moesten voor laatstgenoemde functie al veel eerder de pas trekken.
Over passen gesproken: vijftien jaar geleden kwam men erachter dat je het contactloos betalen met een ov-chipkaart ook prima zou kunnen overdragen aan een reguliere betaalpas. ABN Amro beet in Nederland het spits af en introduceerde in 2010 een betaalpas met een NFC-chip, die daardoor 'net als een ov-chipkaart' langs een lezer gehaald kan worden. Dit werd gezien als de opvolger van de Chipknip, een prepaid verlengstuk van de bankpas voor het contactloos afrekenen van kleine bedragen.
:strip_exif()/i/2002332143.jpeg?f=imagenormal)
Het duurde alleen een tijdje voordat er weer iets werd vernomen van deze NFC-betaalpas. Pas eind 2012 kwam het bericht naar buiten dat ABN Amro samen met ING de bestaande passen geleidelijk wilde vervangen door varianten met rfid-functionaliteit. Niet dat je er al veel aan had, want de betaalautomaten ondersteunden de techniek nog niet.
Gek genoeg was de NS hierbij de trendsetter, want de eerste plekken in Nederland waar je in 2014 contactloos met de pinpas kon betalen waren NS-stations. Wel werd dat al in razend tempo uitgebreid naar meer betaalautomaten en winkels; volgens MasterCard was Nederland begin 2015 het snelstgroeiende Europese land wat betreft de invoering van contactloos betalen. Inmiddels verloopt maar liefst 94 procent van de pinbetalingen contactloos, aldus de Betaalvereniging Nederland.
In België verliep de transitie een stuk trager; begin 2015 was het een van de enige Europese landen waar contactloos betalen nog helemaal niet mogelijk was. KBC begon pas in de loop van dat jaar als eerste Belgische bank met het aanbieden van NFC-betalingen. In 2019 bleek uit onderzoek dat slechts 37 procent van de Belgen vertrouwen had in contactloos betalen, hoewel het gebruik van deze betaalmethode door de coronapandemie wel flink is toegenomen.
Wat juist met de jaren is afgenomen, is het gebruik van p2p-diensten voor het illegaal downloaden van muziek. Jarenlang was het gebruik van diensten als LimeWire om het ene na het andere mp3-bestand binnen te halen de normaalste zaak van de wereld, maar in 2010 kwam er een einde aan dit 'gouden' tijdperk voor de piraterij. De RIAA, een Amerikaanse organisatie die optreedt namens de vier grootste platenmaatschappijen, was allesbehalve blij met LimeWire en vroeg de rechtbank dan ook om de stekker uit de p2p-dienst te trekken. Volgens de RIAA faciliteerde LimeWire op grote schaal auteursrechteninbreuk.
Hoewel de dienst kort na de aanklacht 'toevallig' met de mogelijkheid kwam om tegen betaling legaal muziek te downloaden, mocht dat niet baten. De wens van de platenmaatschappijen werd enkele maanden later verhoord: LimeWire moest van de rechter per direct offline en betaalde uiteindelijk meer dan 100 miljoen dollar schadevergoeding aan de muziekindustrie. Aangezien LimeWire in 2010 de populairste p2p-dienst was, daalde het p2p-gebruik na de stopzetting aanzienlijk.

Een andere reden voor deze daling was waarschijnlijk ook de opkomst van muziekstreamingdiensten als Spotify. Daardoor kwam er voor veel piraten een toegankelijke manier beschikbaar om grote hoeveelheden muzieknummers legaal te beluisteren. Diensten als Apples iTunes, waarbij je per nummer moest betalen, wisten illegale methodes eerder immers niet zo hard terug te dringen. Toch hield de iPhone-fabrikant nog jarenlang vast aan deze archaïsche muziekdienst …
10 jaar geleden: Apple Music, einde roamingtarieven en Facebook-rechtszaken
… tot tien jaar geleden althans, toen Apple eindelijk ook op de proppen kwam met een muziekstreamingdienst: Apple Music. Hoewel het bedrijf relatief laat was ingestapt, probeerde het meteen een inhaalslag te maken door een lange proefperiode van drie maanden aan te bieden. Apple wilde artiesten echter niet betalen voor muziek die gedurende die proefperiode werd beluisterd, maar kwam daarop al vóór de release van zijn muziekdienst terug na een klacht van Taylor Swift.
Dat Apple alles op alles zette om het te kunnen 'winnen' van Spotify, bleek wel uit het feit dat Apple Music de eerste échte dienst was die het bedrijf ook voor Android-apparaten beschikbaar maakte (naast overdrachtsapp Move to iOS). Hoewel Apple geen recente gebruikersaantallen van Music heeft gedeeld, wordt geschat dat de dienst momenteel zo'n 80 miljoen mensen abonnees telt. Spotify heeft volgens de laatste cijfers ongeveer het driedubbele aantal betalende gebruikers.
Van de muziekdiensten over naar een onderwerp dat vast als muziek in de oren klinkt voor de privacyminnende lezer: Meta Facebook werd in juni 2015 in België aangeklaagd voor het schenden van de privacy van gebruikers. De privacytoezichthouder van het land had een probleem met het feit dat Facebook 'datr'-trackingcookies plaatste bij niet-ingelogde gebruikers om hun internetactiviteiten te volgen voor het tonen van gepersonaliseerde advertenties. Ingelogde gebruikers geven daarvoor toestemming in de gebruikersvoorwaarden, maar dat geldt niet voor mensen die geen Facebook-account hebben of bewust niet ingelogd zijn.
De Belgische Privacycommissie (inmiddels 'Gegevensbeschermingsautoriteit' genoemd) spande daarom een rechtszaak aan tegen Facebook, die de commissie in eerste instantie won. De kortgedingrechter eiste dat het socialemediaplatform niet langer data van zijn bezoekers uit België zou verzamelen zonder dat zij daarvoor expliciete toestemming hadden verleend. In hoger beroep werd dit besluit echter teruggedraaid om procedurele redenen. Het plaatsen van datr-cookies gebeurde al jaren en was daarom niet dringend genoeg voor een kort geding, oordeelde de rechter.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen: in dezelfde maand kreeg Facebook ook een juridische procedure in Nederland aan de broek. Die zaak draaide om een vrouw uit Werkendam, die slachtoffer was van wraakporno. Eerder dat jaar werd een pikante video van haar op Facebook geplaatst. Zij wilde graag weten wie dat op zijn geweten had en vroeg de gegevens op van het account. Facebook weigerde die echter te verstrekken, waarna de vrouw (bijgestaan door misdaadverslaggever Peter R. de Vries) naar de rechter stapte.
:strip_exif()/i/2000618826.jpeg?f=imagenormal)
De rechter stelde de vrouw in het gelijk: Facebook moest binnen twee weken de naam, het e-mailadres, het mobiele nummer, de geboortedatum en het IP-adres dat was gebruikt voor het aanmaken van het betreffende account verstrekken. De zaak kreeg veel media-aandacht, want het was voor het eerst dat werd bepaald dat Facebook op verzoek persoonsgegevens moet afstaan van daders van wraakporno en andere online criminaliteit.
Toch bleek het verstrekken van die gegevens niet zo makkelijk als verwacht. Facebook gaf aan dat de gegevens permanent waren gewist, waarna er een onafhankelijk onderzoek werd gestart om de identiteit van de gebruiker toch boven water te krijgen. Na maanden werd er weliswaar een IP-adres gevonden, maar daaruit bleek dat de video vanuit een onderwijsinstelling werd geplaatst en dus niet vanaf een huisadres. De nog altijd ongeïdentificeerde dader heeft nooit de prijs hoeven te betalen voor het delen van de wraakpornobeelden.
Betalen hoeven wij met zijn allen sinds 2017 ook niet meer voor het bellen, sms'en en internetten in andere EU-landen. Het afschaffen van deze roamingtarieven werd precies tien jaar geleden beklonken door de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad. Daaraan ging jaren aan gebakkelei vooraf. De EC vond de tarieven voor roaming (soms wel een euro per minuut of sms) veel te hoog en wilde er al veel eerder voorgoed vanaf, maar lidstaten waren huiverig en providers waren bang dat dat ze veel geld zou gaan kosten.
Het akkoord uit 2015 over gratis roaming zou in 2022 aflopen, maar een jaar eerder werd een nieuw akkoord bereikt. Daardoor hoeven we in ieder geval tot 2032 geen roamingkosten te betalen binnen de EU. Dat nieuwe akkoord bracht ook enkele andere voordeeltjes voor consumenten, zoals de verplichting dat de verbindingskwaliteit in het buitenland niet lager mag zijn dan in het thuisland en dat iedere EU-burger gratis toegang krijgt tot noodcommunicatie.