'Schoenmaker, blijf bij je leest', is een mantra waar grote techbedrijven weinig mee hebben. Giganten als Google, Amazon, Apple, Microsoft en Facebook werden groot met een product, software of dienst, maar doen er alles aan om hun ecosysteem zoveel mogelijk uit te breiden en de touwtjes in eigen hand te nemen. Een van de rigoureuze stappen die ze daarbij zetten, is het ontwikkelen van eigen processors.
Steeds meer techgiganten nemen geen genoegen meer met wat bijvoorbeeld Intel, AMD, Qualcomm of MediaTek te bieden hebben en slaan hun eigen weg in. Dat gebeurt zowel bij consumentenproducten als bij servers. Daarnaast is er veel te doen rondom Arm. De processorarchitectuur wordt steeds meer ingezet als alternatief voor x86, dat al decennia de pc-markt domineert. Bovendien wil Nvidia het bedrijf dat de Arm-licenties uitgeeft overnemen en dat kan verstrekkende gevolgen hebben. De chipmarkt is dus volop in beweging en daar komt voorlopig geen verandering in. In dit artikel zetten we op een rij wat er allemaal speelt.
Apple maakt langverwachte overstap naar Arm
Dat Apple zou overstappen naar eigen processors in zijn Macs stond al jarenlang min of meer vast; de vraag was alleen nog wanneer dit zou gebeuren. Een half jaar geleden kondigde Apple de transitie officieel aan en werd duidelijk dat die eind 2022 afgerond moet zijn. Alle Apple-hardware heeft dan een processor met Apples eigen Arm-ontwerp.
De overstap van Apple is niet alleen een verandering van leverancier, maar ook van architectuur. Apple maakt al jarenlang Arm-socs voor zijn smartphones en tablets en schaalt die nu op voor gebruik in pc's. Daarmee zegt Apple de x86-architectuur definitief vaarwel. Vooralsnog lijkt de overstap positief uit te vallen. De eerste MacBooks met Apples M1-soc zijn snel en zuinig en dat belooft veel goeds voor toekomstige chips.
Apples huidige M1-soc voor Macs heeft maximaal acht cpu-cores en evenveel gpu-cores. De komende jaren zullen er waarschijnlijk diverse M-varianten volgen, met meer cores en grotere gpu's, voor in de duurdere MacBooks, iMacs en de Mac Pro. Volgens geruchten werkt Apple aan een variant met 32-cpu-cores en 128-gpu-cores. Dat zou het topmodel zijn voor in een Mac Pro.
Apple zal zijn processors waarschijnlijk niet aan andere fabrikanten gaan verkopen en in dat opzicht vormen de chips van het bedrijf dus geen bedreiging voor bijvoorbeeld AMD en Intel. Toch zal het interessant zijn om te zien hoe de Apple-processors het in de komende jaren tegenover de chips van de gevestigde orde zullen doen. Als de Arm-chips een voorsprong weten te behalen op diverse fronten, zal dat andere fabrikanten aan het denken zetten over hun toekomstplannen.
De volgende stap voor Apple: eigen modems
Het maken van eigen socs heeft Apple al jaren onder de knie en dus heeft de iPhone-fabrikant zijn zinnen gezet op het volgende onderdeel: modems. In 2019 nam Apple de smartphonemodemdivisie van Intel over voor een miljard dollar en in 2020 zou Apple begonnen zijn aan het ontwikkelen van eigen modems. Apple zou zijn eigen modems kunnen integreren in zijn socs, iets dat Qualcomm, Samsung en MediaTek al doen. Over het algemeen is een soc met geïntegreerd modem zuiniger dan de combinatie van twee losse chips.
Het kan nog wel jaren duren voordat Apple zijn eigen modems gaat gebruiken. De iPhone-fabrikant was lange tijd verwikkeld in rechtszaken met Qualcomm, maar de twee kwamen uiteindelijk tot een schikking. Onderdeel van die schikking is de afspraak dat Apple tot 2024 5G-modems van Qualcomm in iPhones blijft gebruiken.
Microsoft kan meeliften op Apples overstap
Microsoft heeft al jaren eerder geprobeerd de overstap van x86 naar Arm te maken. Dat gebeurde rond 2012 met Windows RT en de bijbehorende Surface RT-tablets. Dat werd geen succes; de hardware wist niet echt te overtuigen en het ecosysteem kwam niet van de grond. Software geoptimaliseerd voor de Arm-versie van Windows bleef uit. Het hele RT-project werd na een aantal jaar dan ook afgeblazen.
Apples overstap naar Arm is geen proefballonnetje maar een vastberaden beslissing. Binnen afzienbare tijd weer terugkeren naar x86 is geen optie en goede softwareondersteuning is daarom van groot belang. Apple heeft uiteraard al zijn eigen software geoptimaliseerd, maar ook diverse andere partijen zover gekregen om Arm-versies van hun software te maken. Adobe en Microsoft behoren tot de eerste die dat doen.
Die Arm-versies van bijvoorbeeld Photoshop en Office, zijn uiteraard ook geschikt voor Windows-apparaten met Arm-hardware. Microsoft stopte dan wel met Windows RT, maar er bestaat nog altijd een Arm-versie van Windows en met de Surface Pro X heeft Microsoft recent ook zelf weer Arm-hardware uitgebracht. Die Arm-tablet werd - wederom door het ontbreken van software - nog geen groot succes, maar nu steeds meer software geoptimaliseerd wordt om op Arm-hardware te draaien, ziet de toekomst er rooskleuriger uit.
Eigen Arm-chips voor Microsoft Azure lijken op komst
In zijn Surface Pro X-tablets gebruikt Microsoft al 'eigen' socs. De eerste versie kreeg de naam SQ1 en er kwam een opvolger met de SQ2. Het gaat niet om eigen ontwerpen; de socs zijn gebaseerd op Qualcomms 8cx en 8cx Gen 2 5G. De Microsoft-versies zijn wat hoger geklokt en hebben een iets snellere gpu, maar wat techniek betreft zijn ze niet anders dan de Qualcomm-socs die ook voor andere fabrikanten beschikbaar zijn.
Microsoft werkt volgens een gerucht wel aan nieuwe eigen Arm-chips. Die zouden in de eerste plaats voor Azure-servers ontworpen worden, maar mogelijk komen er ook varianten voor Surface-apparaten. Dat de techgigant aan eigen chips werkt, bevestigt het bedrijf, zonder daar verdere details over te geven: in een reactie op die geruchten zei Microsoft 'te blijven investeren in het ontwerpen en produceren van chips'. Of we daar op korte termijn wat van te zien krijgen, is nog onduidelijk.
Google-chips in Pixel-telefoons en Chromebooks
Ook Google zet flink in op eigen chips. In de afgelopen jaren heeft de zoekgigant vier generaties van zijn Tensor Processing Unit voor machinelearning gemaakt. Bovendien is het sinds Google zijn eigen Pixel-smartphones maakt, al duidelijk dat het bedrijf plannen heeft om daarin eigen chips te gebruiken. Er zijn inmiddels vijf generaties van Pixel-smartphones uitgekomen en die hebben allemaal nog socs van Qualcomm, maar in de Pixel 2 introduceerde Google al zijn eigen Pixel Visual Core voor verwerking van camerabeelden en de Google-telefoons hebben een Titan M-beveiligingschip, die ook in eigen huis is ontworpen.
Achter de schermen is Google al jaren bezig met het ontwikkelen van een eigen soc voor smartphones. In 2016 zei een topman van Google dat het plan was om steeds minder componenten van anderen te gebruiken en dat er op den duur een eigen soc in Pixel-telefoons moet komen.
Hoe de ontwikkeling van de eigen soc er precies voorstaat, is niet duidelijk. In 2017 bleek dat de prominente chipontwerper Manu Gulati, die acht jaar bij Apple aan chips werkte, in dienst was als Lead SOC Architect bij Google. Twee jaar later verliet Gulati Google alweer, om een eigen chipbedrijf op te richten.
Het hardwareteam van Google staat echter niet stil en hoewel er geen officiële details bekend zijn, komen er volgens geruchten vanaf 2021 Pixel-telefoons met een eigen Google-soc. Vanaf 2022 zou Google een eigen chip in Chromebooks stoppen. De eerste Google-soc zou door Samsung geproduceerd worden op een 5nm-procedé en de codenaam Whitechapel dragen.
Samsung stopt juist met eigen microarchitectuur
Samsung maakt al jarenlang zijn eigen Exynos-socs en daarin gebruikte de Zuid-Koreaanse techgigant zijn eigen Mongoose-cores: Arm-ontwerpen met een aangepaste microarchitectuur. De Exynos 990-soc, die in de Samsung Galaxy S20-toestellen zit, heeft bijvoorbeeld M5-cores, de vijfde generatie van die Mongoose-cores.
Met zijn eigen ontwerpen heeft Samsung nooit potten kunnen breken. De Exynos-socs waren niet beter dan vergelijkbare Qualcomm Snapdragon-varianten. Dat werd pijnlijk duidelijk doordat Samsung zijn high-end Galaxy-telefoons in verschillende regio's met verschillende socs verkoopt. De Amerikaanse varianten met Snapdragon-soc presteerden veelal beter dan de Europese Exynos-uitvoeringen.
Eind 2019 maakte Samsung bekend te stoppen met het ontwerpen van eigen microarchitecturen voor Exynos-processors. Het bedrijf blijft wel eigen Exynos-chips maken, maar baseert die op bestaande architecturen. In de praktijk zal dat erop neerkomen dat Samsung de Cortex-ontwerpen van Arm overneemt, in plaats van daar aanpassingen aan te maken.
Samsung had nog M6-cores in ontwikkeling, maar die zijn geschrapt. De komende Exynos 2100-soc, die zijn weg zal vinden naar de Galaxy S21-serie, heeft voor zover bekend een cluster met een Arm Cortex-X1-core en drie A78-cores. Dat zijn de nieuwste ontwerpen van Arm, zonder verdere aanpassingen. Ook Qualcomms Snapdragon 888-soc gebruikt die cores. De Exynos 2100-soc is nog niet officieel aangekondigd; Samsung presenteert de chip op 12 januari.
AMD-gpu's in Samsung Exynos-socs
Ook voor de gpu van Exynos-socs put Samsung uit bestaande ontwerpen. Halverwege 2019 maakten Samsung en AMD bekend samen te werken aan zuinige gpu's voor smartphones. Onderdeel van die samenwerking is dat Samsung een licentie krijgt op de RDNA-architectuur voor gpu's. Na de aankondiging van de deal sprak Samsung de verwachting uit dat er twee jaar later socs met AMD-gpu's uit zouden komen. Als dat uitkomt, zou in 2021 de eerste Exynos-chip met AMD-gpu kunnen verschijnen, maar het zou ook weleens langer kunnen duren.
De Exynos 2100 voor de Galaxy S21-serie heeft nog geen AMD-gpu en volgens geruchten heeft Samsung nog twee opvolgende Exynos-socs in ontwikkeling, waarvan één model een AMD-gpu zou hebben. Als Samsung zijn jaarlijkse cadans van één high-end soc per jaar aanhoudt, zou het kunnen betekenen dat die chip pas in 2023 uitkomt.
Dat Samsung stopt met eigen microarchitecturen en bij AMD aanklopt voor gpu's, betekent niet dat de fabrikant zelf niets meer bijdraagt aan zijn Exynos-socs. Samsung maakt nog altijd de bijbehorende of geïntegreerde modems en socs bevatten veel meer onderdelen, zoals de neural processing unit en image signal processor.
Chipnaam | Marketingnaam | Cpu | Gpu | Jaar |
Exynos9830 | Exynos 990 | Mongoose-cores | Arm Mali-G77 | 2020 |
Exynos9840 | Exynos 2100 | Arm Cortex-cores | Arm Mali-G78 | 2021 |
Exynos9855 | Exynos ? | Arm Cortex-cores? | Arm Mali? | 2022? |
Exynos9925 | Exynos ? | Arm Cortex-cores? | AMD? | 2023? |
Huidige en komende high-end-socs voor smartphones van Samsung
Ook Oppo wil eigen chips
Naast Apple en Samsung maakt ook Huawei eigen socs voor in smartphones. Xiaomi heeft dat ook gedaan, maar is daar naar verluidt weer mee gestopt. Er is wel een andere Chinese fabrikant die het voornemen heeft om eigen chips te maken: Oppo. De fabrikant schreef begin 2020 in een interne memo dat het nog wel lang kan duren voordat het zover is. Het team dat Oppo heeft samengesteld om zijn eigen chips te maken, is recent opgezet. De Chinese fabrikant heeft veel mensen aangenomen die eerder voor MediaTek en Unisoc aan Arm-socs hebben gewerkt.
Oppo lijkt wellicht niet zo'n grote speler te zijn op de smartphonemark, maar het merk valt onder het Chinese BBK Electronics, dat ook merken als OnePlus, Vivo en Realme bezit. Het marktaandeel van die merken opgeteld, komt overeen met dat van grote spelers als Samsung en Huawei. Vooralsnog is alleen bekend dat Oppo de chips wil maken. Of de dochterbedrijven die ook zouden gaan gebruiken, is nog niet bekend. Gezien de vroege fase van de plannen, kan het bovendien nog jaren duren voordat het zover is.
Arm-chips in servers en supercomputers
Bedrijven als Apple en Samsung maken Arm-chips voor hun consumentenhardware en door de jarenlange ontwikkeling zijn Arm-chips steeds efficiënter geworden. Daarmee zijn ze ook interessant geworden voor servers, datacenters en supercomputers. Bij dergelijke toepassingen is veel rekenkracht nodig, maar ook het energieverbruik is belangrijk.
Er wordt al jarenlang gewerkt aan Arm-serverprocessors, maar aanvankelijk leken zowel processormakers als klanten de kat nog uit de boom te kijken. Qualcomm begon in 2014 met het maken van Arm-serverprocessors onder de naam Centriq. Er verschenen een aantal chips, maar die werden niet grootschalig ingezet. In 2018 zei Qualcomm dat er maar weinig bedrijven in staat waren om x86 achter zich te laten en over te stappen op Arm-serverhardware. De chipontwerper zette daarop zijn serverdivisie op een laag pitje.
Qualcomm zag zijn Centriq-processors niet van de grond komen, maar dat wil niet zeggen dat er geen toekomst zit in Arm-serverprocessors. Er zijn diverse andere bedrijven die er meer brood in zien en blijven investeren in de techniek. Amazon is een van die partijen. Bij het grote publiek is Amazon bekend als webwinkel, maar de meeste omzet haalt de techgigant uit AWS, de Amazon Web Services. De datacenters voor die diensten draaien nog voornamelijk op x86-hardware, maar Amazon heeft hiervoor ook zijn eigen Arm-serverchips ontwikkeld.
Eind 2019 presenteerde Amazon zijn Graviton2-soc, de tweede generatie van zijn eigen chip, met 64 Arm Neoverse N1-cores en een derde versie is in ontwikkeling. Dat een techgigant als Amazon zijn eigen chips ontwikkelt, moet fabrikanten als Intel en AMD zorgen baren. De server- en datacenterindustrie zijn markten waar veel geld in omgaat en als een bedrijf als Amazon niet meer aan hoeft te kloppen bij externe leveranciers, betekent dat een flinke klap voor hen.
Het voormalige Cavium, een processorontwerper die in 2017 werd overgenomen door Marvell, maakt ook al jaren Arm-serverprocessors. De nieuwste generatie daarvan is de Marvell ThunderX3, die tot aan 60 cores per die bevat en waarvan volgend jaar versies met 96 cores op twee dies komen. In grote lijnen zijn de ThunderX3-processors vergelijkbaar met Amazons Graviton2-chips, maar Marvell past SMT4 toe. Met die variant van simultaneous multi-threading kan één core aan vier threads tegelijk werken.
Snelste supercomputer heeft Arm-processors
De snelle ontwikkelingen op het gebied van Arm-serverprocessors zijn ook terug te zien in supercomputers. In 2020 behaalde de Japanse Fugaku-supercomputer met Arm-processors de eerste plek in de top500-lijst. Het systeem is uitgerust met A64FX-processors van Fujitsu en heeft in totaal 7,3 miljoen Arm-cores, goed voor een piek van 513 petaflops aan rekenkracht.
Toch hebben Arm-processors de x86-architectuur nog niet definitief van de troon gestoten in dit segment. Er zijn diverse exaflopssupercomputers in aanbouw, op basis van x86-processors. Vooral AMD doet goede zaken. De EPYC-serverprocessors, die per stuk momenteel maximaal 64 cores hebben, worden veelvuldig gebruikt. AMD heeft al een opdracht in de wacht gesleept voor een Amerikaanse supercomputer met een rekenkracht van 2,2 exaflops, die rond 2023 operationeel moet zijn. Die zal draaien op toekomstige Zen 4-processors.
:strip_exif()/i/2003594012.jpeg?f=imagearticlefull)
Nieuwe kapers op de kust: Nuvia, Ampere en SiPearl
Als prominente chipontwerper kun je vermoedelijk kiezen uit tal van aanbiedingen van techbedrijven, maar sommigen kiezen ervoor om zelf aan de slag te gaan. Zo werd eind 2019 de start-up Nuvia opgericht door drie chipontwerpers die jarenlang bij bedrijven als Apple, Arm, Google en Broadcom hebben gewerkt. Nuvia wil zuinige Arm-serverprocessors maken en haalde zo'n 300 miljoen dollar binnen van investeerders.
In 2020 gaf het bedrijf voor het eerst details over zijn Phoenix-cores. Volgens cijfers van de start-up presteren die Arm-cores beduidend beter dan x86-cores voor laptops. De Arm-serverprocessors moeten het opnemen tegen AMD's en Intels serverprocessors, maar zullen ook moeten concurreren met de vergelijkbare Arm-serverchips van bijvoorbeeld Amazon en Marvell.
Ampere is een ander jong bedrijf dat Arm-serverchips maakt. Onder de leiding van voormalig Intel-topvrouw Renee James startte Ampere in 2018 de levering van zijn eerste chip en in 2020 presenteerde het bedrijf een tweede variant, met 80 cores. Ampere gebruikt dezelfde Arm Neoverse N1-cores als Amazon in zijn Graviton2-soc.
Ook in Europa wordt er gewerkt aan een Arm-processor die geschikt is voor supercomputers. Dat wordt gedaan door het Franse SiPearl, met financiële steun van het European Processor Initiative. Er is nog niet veel over de processor bekend, maar het gaat om een Arm-chip met 72 cores en ondersteuning voor Hbm2e-geheugen en DDR5. SiPearl wil in 2021 zijn eerste processor uitbrengen voor high performance computing. Een jaar later moet een chip volgen die gebruikt kan worden in exascalesupercomputers.
Controversiële overname: Nvidia wil Arm inlijven
Het mag inmiddels duidelijk zijn: Arm is in trek. Niet langer zijn Arm-processors alleen interessant voor mobiele apparaten; ze winnen ook aan terrein in pc's en servers. Het is betrekkelijk eenvoudig voor fabrikanten om Arm-processors te maken. Het bedrijf Arm, dat nu in handen is van het Japanse SoftBank, maakt chipontwerpen en stelt die onder licentie beschikbaar. Fabrikanten kunnen vervolgens met die bouwstenen hun eigen chips maken. Er zijn honderden bedrijven die Arm-licenties afnemen.
Sommige klanten gebruiken de kant-en-klare ontwerpen van Arm, zoals de Cortex-cores en Mali-gpu's. Anderen bouwen hun processors en socs vrijwel volledig zelf op, maar gebruiken wel de Arm-microarchitectuur en hebben dus ook een licentie nodig. Arm maakt enkel chipontwerpen en geeft licenties uit. Het bedrijf verkoopt of produceert zelf geen producten.
Huidige licentiemodellen van Arm
Die huidige situatie dreigt te veranderen, want Nvidia heeft een akkoord bereikt om Arm over te nemen voor 40 miljard dollar. Nvidia gebruikt al Arm-cores voor bijvoorbeeld zijn socs en doet goede zaken in de markt voor gpu's. Door Arm in te lijven, zou het bedrijf complete systemen kunnen maken, zoals servers en blades voor supercomputers. Die maakt Nvidia nu ook al, maar dan met Intel- en AMD-processors.
Als Nvidia Arm in handen krijgt, kan de gpu-maker zich richten op complete zelfgemaakte systemen, zonder afhankelijk te zijn van derden of het afnemen van licenties. Nvidia ziet dat uiteraard zitten, maar andere fabrikanten die nu Arm-licenties afnemen, zullen daar minder blij mee zijn.
Bij een overname door Nvidia is Arm niet langer alleen een licentieverstrekker, maar ook een directe concurrent van de licentieafnemers. De overname ligt dan ook onder de loep bij toezichthouders wereldwijd en die moeten daar nog goedkeuring voor geven. De bedrijven zelf denken dat de overname in het eerste kwartaal van 2022 rond kan zijn.
Volgens geruchten hebben Chinese techbedrijven bij hun regering erop aangedrongen om de overname te blokkeren, of om op zijn minst strenge voorwaarden te stellen. Fabrikanten als Huawei zouden ervoor vrezen dat ze na een overname door Nvidia geen toegang meer te hebben tot de Arm-chiparchitectuur. Nvidia is een Amerikaans bedrijf en de Amerikaanse overheid zou Nvidia kunnen dwingen om de banden met Chinese bedrijven te verbreken.
Hermann Hauser, een medeoprichter van Arm, die inmiddels niet meer bij het bedrijf werkt, heeft zich kritisch uitgelaten over de geplande overname. Hauser schreef een open brief aan de Britse premier Boris Johnson waarin hij stelt dat de verkoop aan Nvidia funest is voor het bedrijfsmodel van Arm. Hauser noemt Arm nu het 'Zwitserland van de halfgeleiderindustrie', die de ruim vijfhonderd afnemers van licenties evenwichtig behandelt. Hij vreest dat Nvidia na de overname een voorkeursbehandeling zou krijgen.
Nvidia zegt dat het na de overname van Arm licenties beschikbaar blijft stellen aan derden en claimt dat klanten voordeel krijgen uit innovaties die Nvidia door kan voeren. Als de mededingingsautoriteiten de overname goedkeuren, zal dat waarschijnlijk onder voorwaarden zijn die de concurrentie moeten waarborgen. Toezichthouders in het Verenigd Koninkrijk, China, Europa en de Verenigde Staten moeten nog oordelen over de deal.
Stoelendans van chipontwerpers
Het maken van een eigen chip is niet voor ieder techbedrijf weggelegd. Het is een complex proces waar jarenlang onderzoek en ontwikkeling bij komt kijken en waarvoor een leger aan knappe koppen nodig is. Dat alles kost veel geld en het is dan nog maar de vraag of het lukt om iets neer te zetten dat beter is dan de concurrentie. Het zijn dus alleen de grote spelers die zich in deze strijd wagen.
Wie het nieuws rondom chipontwerpen volgt, ziet vaak dezelfde namen terugkomen. Er is een aantal chipontwerpers dat een soort rocksterrenstatus heeft. Ze werken steeds voor een relatief korte periode bij een chipontwerpteam van een bedrijf, om vervolgens weer door te gaan naar een volgende uitdaging.
:strip_exif()/i/2001952305.jpeg?f=imagenormal)
Een goed voorbeeld daarvan is Jim Keller, die een indrukwekkend portfolio op zijn naam heeft staan. Zo werkte hij in de jaren negentig van de vorige eeuw bij AMD aan de K7- en K8-architecturen, die de basis vormden voor de Athlon-processors waarmee AMD het vuur aan de schenen van Intel wist te leggen. Nadat die missie geklaard was, ging hij in 2004 aan de slag bij P.A. Semi, een start-up die zuinige processors voor mobiele apparaten ontwikkelde.
Begin 2008 vertrok Keller naar Apple en nog datzelfde jaar werd heel P.A. Semi door Apple overgenomen. De iPhone-fabrikant maakte toen nog geen eigen chips, maar onder leiding van Keller werden de A4- en A5-socs ontwikkeld. Daarmee stond hij aan de wieg van het succes van Apples eigen chips.
AMD verkeerde ondertussen in zwaar weer; de glorietijden van het Athlon-tijdperk waren voorbij en de processors op basis van de Bulldozer-architectuur konden niet goed concurreren met het aanbod van Intel. Keller keerde in 2012 terug bij AMD en tot 2016 werkte hij daar aan de Zen-architectuur, die de basis vormt voor de Ryzen-processors. Zo wist Keller voor de tweede keer ervoor te zorgen dat AMD weer kan concurreren met Intel.
Na zijn tweede periode bij AMD ging Keller aan de slag bij Tesla, waar hij twee jaar aan chips voor kunstmatige intelligentie werkte. In 2018 volgde een opmerkelijke aankondiging: de befaamde chipontwerper kreeg een hoge functie bij Intel. Inmiddels is hij daar weer vertrokken wegens persoonlijke omstandigheden en het is niet bekend waar hij precies aan heeft gewerkt bij Intel, maar het mag duidelijk zijn dat Keller de afgelopen decennia veel invloed heeft gehad op de chipindustrie.
De loopbaan van Keller is opvallend, maar soortgelijk 'jobhoppen' tussen concurrenten komt veel voor bij prominente chipontwerpers. Zo nam Intel in 2017 Raja Koduri in dienst om gpu's te maken. Hij was daarvoor vier jaar lang de topman van de AMD Radeon-afdeling en werkte voor die tijd bij Apple aan grafische chips.
AMD floreert en wil verbreden
We hebben het tot dusver vooral gehad over techbedrijven die hun eigen chips maken, maar dat wil niet zeggen dat de gevestigde orde stilstaat. De pc-markt wordt nog altijd gedomineerd door de x86-processors van Intel en AMD.
Sinds de komst van de Zen-architectuur in 2016 zit AMD weer flink in de lift. De Ryzen- en EPYC-processors vinden gretig aftrek en in 2020 zette AMD met zijn RX 6000-videokaarten voor het eerst in jaren ook weer stevige concurrentie neer voor Nvidia in het high-end-segment van videokaarten.
De technische vooruitgang is ook te zien in de financiële resultaten van AMD. Het bedrijf noteerde in de afgelopen jaren meerdere malen een recordomzet. Dat was ook het geval bij de meest recente kwartaalcijfers eind oktober, toen AMD 2,8 miljard dollar kon bijschrijven.
Nu AMD zijn cpu's en gpu's weer op de rails heeft, wil het bedrijf verbreden. Want hoewel AMD de technische concurrentie met Intel prima aankan, is AMD nog altijd vele malen kleiner dan Intel. In oktober bereikte AMD een overeenstemming met fpga-fabrikant Xillinx voor een overname. AMD betaalde 35 miljard dollar voor het bedrijf.
Xilinx maakt fpga's, ofwel field-programmable gate arrays. Deze programmeerbare chips raken steeds meer in trek voor gebruik in datacenters en AMD wil met de overname meeliften op deze groeimarkt. Met de overname wakkert AMD de strijd aan met Nvidia en Intel in het segment voor datacenters en supercomputers. Intel deed in 2015 een vergelijkbare overname: het bedrijf kocht toen fpga-fabrikant Altera voor 16,7 miljard dollar.
Intel in zwaar weer, maar nog altijd de grootste
Intel heeft het op technisch vlak zwaar de afgelopen jaren, met name door de strubbelingen bij de overstap van het 14nm-procedé naar 10nm. Dat komt maar niet van de grond en daardoor blijft Intel processors maken op zijn bestaande procedé, terwijl de concurrentie wel vooruitgang boekt.
Het 10nm-procedé wordt al wel gebruikt voor laptopprocessors en er komen Xeon-processors die op 10nm worden gemaakt, maar in het desktopsegment is daar nog niets van terug te zien. Pas in de tweede helft van 2021 komen er 10nm-processors uit voor desktops.
Intel heeft zijn zinnen inmiddels gezet op 7nm en wil daarmee de kopzorgen van 10nm vergeten. Ook bij zijn 7nm-procedé heeft Intel echter met tegenslagen te maken: 7nm-processors komen pas eind 2022 of begin 2023 uit en de geplande 7nm-gpu's voor datacenters moet Intel bij derde partijen laten produceren, als die tijdig op de markt moeten komen.
Het gebrek aan vooruitgang en de slechte vooruitzichten van de afgelopen jaren hebben Intel geen goed gedaan. Met Apples overstap naar eigen Arm-chips heeft het bedrijf een grote klant verloren en de concurrentie van Arm-processors in het lucratieve segment voor servers neemt flink toe.
Ondanks al die tegenslagen is het goed om te beseffen dat Intel nog altijd de grootste chipproducent ter wereld is, als het om omzet draait. Dat becijferde onderzoekbureau IC Insights recent in zijn jaarlijkse rapportage. In 2020 haalt Intel volgens het onderzoek een omzet van 73,9 miljard dollar uit de leveringen van chips. Dat is 4 procent meer dan vorig jaar. AMD staat op de laatste plek van de top 15, met een omzet uit chips van 9,5 miljard dollar in 2020. Hoewel dat veel minder is dan wat Intel binnenhaalt, groeit AMD wel hard. De omzet was 41 procent hoger dan een jaar eerder.
Intel heeft dus nog altijd een enorm marktaandeel en genoeg reserves om op te teren, maar het bedrijf zal zijn tegenslagen moeten overwinnen om zijn koppositie te behouden in de toekomst. Als Arm-chips steeds meer in trek raken voor datacenters en servers, kan dat Intel zwaar raken.