De VLC-applicatie voor de iPhone en iPad is uit de App Store verwijderd. Dat lijkt te zijn gebeurd op aandringen van VLC zelf, omdat het opnemen van de app in de iOS-applicatiewinkel in strijd met de gpl-licentievoorwaarden zou zijn.
VLC-ontwikkelaar Rémi Denis-Courmont maakte dat bekend op het groepsweblog van de populaire mediaspeler, zonder er al te veel over uit te weiden. "De incompatibiliteit tussen de GNU General Public License en de App Store-voorwaarden is hierdoor opgelost", schrijft hij. "Dit zou voor niemand als een verrassing moeten komen, gezien de ontwikkelingen."
Denis-Courmont, die overigens tevens hoofdontwikkelaar van Nokia's MeeGo is, klaagde eind oktober al over de frictie tussen de gpl en Apples gebruiksvoorwaarden. De gpl dicteert dat software die onder de licentie valt, vrijelijk mag worden gebruikt in andere software, mits er geen restricties worden gesteld aan de verspreiding van die software.
Apple doet dat echter wel. Zo moet een gebruiker gebruiksvoorwaarden accepteren om applicaties uit de App Store te kunnen installeren. Ook mag een gebruiker een applicatie met hetzelfde account op maximaal vijf apparaten installeren. Dat laatste is overigens weinig relevant, omdat het om een gratis app gaat. Daarnaast bevatten apps uit de App Store een drm-beveiliging die verdere verspreiding aan banden legt.
Daardoor moest Apple kiezen tussen het versoepelen van de gebruiksvoorwaarden en het verwijderen van de VLC-app, waarbij het bedrijf dus voor de laatste optie heeft gekozen. Gebruikers die de app al hebben gedownload, kunnen deze blijven gebruiken. Bovendien zou de applicatie nog wel via Cydia zijn te downloaden, de applicatiewinkel voor gejailbreakte iOS-apparaten.
Een vergelijkbare kwestie speelde eerder rond het spel GNU Go, dat eveneens onder de gpl-voorwaarden wordt verspreid. Ook toen besloot Apple de applicatie te verwijderen. Het gebeurt vaker dat bedrijven zich niet aan de gpl houden: zo publiceerde HTC de broncode van de Hero-smartphone pas na druk van gebruikers.