GroenLinks wil van sociale media als Facebook en Twitter weten hoe vaak ze persoonsgegevens aan de autoriteiten verstrekken en of gebruikers daar achteraf over worden geïnformeerd. De regering weigert hierover duidelijkheid te geven.
Omdat staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie weigert toe te lichten hoe vaak sociale media gegevens moeten afstaan aan de opsporings- en veiligheidsdiensten, en zegt niet te kunnen aangeven of burgers daarover achteraf worden geïnformeerd, gaat GroenLinks-Kamerlid Arjan El Fassed zelf contact opnemen met onder meer Facebook, Twitter en Google.
"Gebruikers moeten weten waar ze aan toe zijn", zegt El Fassed tegen Tweakers.net. El Fassed wil van de sociale netwerken weten hoe vaak ze gegevens verstrekken aan de overheid en of gebruikers daarvan op de hoogte worden gesteld. Hij hoopt dat de sociale netwerken hem dat, al dan niet in vertrouwen, kunnen vertellen.
Volgens de wet moeten gebruikers van wie gegevens zijn afgetapt achteraf worden geïnformeerd, voor zover het onderzoek dat toelaat. Het is nu dus onduidelijk of dat daadwerkelijk gebeurt. "Misschien kun je je de zaak van Twitter en Rop Gonggrijp nog herinneren, waarbij Twitter Gonggrijp op de hoogte stelde dat zijn gegevens door de Amerikaanse justitie werden opgevraagd. Dat lijkt me een goede gang van zaken."
Het Kamerlid roemt ook Google, dat al enige tijd bekendmaakt hoe vaak gegevens door de overheid worden opgevraagd. Uit de Google-cijfers blijkt dat de Nederlandse overheid in de eerste helft van vorig jaar 64 keer informatie van Google-gebruikers heeft opgevraagd; in bijna de helft van de gevallen werden gegevens overhandigd.