De Japanse telecomprovider NTT DoCoMo heeft een telefoon voor zijn derde generatie netwerk FOMA uitgebracht, die ook gebruikt kan worden in een draadloos netwerk. Met de N900iL kunnen zowel gesprekken worden gevoerd via het UMTS-netwerk FOMA als via WLAN door middel van VoIP. De gebruiker heeft de mogelijkheid via slechts een van de twee netwerken bereikbaar te zijn of via beide netwerken tegelijk. NTT levert aan bedrijven een systeem dat die mogelijkheid vanuit het draadloze netwerk moet regelen. Gebruikers binnen hetzelfde draadloze netwerk kunnen onderling berichten uitwisselen en gesprekken voeren, zonder tussenkomst van de telecomprovider. De N900iL is gemaakt door NEC en ondersteunt het 802.11b-protocol en VPN. Het platform waarop het apparaatje draait, is een door NEC en Panasonic ontwikkeld Linux-systeem. Vorig jaar al werd de telefoon aangekondigd.
The Buddy is ontwikkeld door het Amsterdamse bedrijf Blue-Comm. Telfort zegt momenteel de enige te zijn die een dergelijke dienst aanbiedt: T-Mobile en Vodafone hebben al wel telefoons waarmee doven over het internet kunnen e-mailen, maar tekstchatten zoals bij The Buddy was nog niet mogelijk. Op dit moment is The Buddy alleen nog te koppelen aan de Sagem My-X1w, een combinatie die samen 499 euro moet opleveren. Deze combinatie is gratis bij Telfort te verkrijgen wanneer daar een tweejarig abonnement wordt afgesloten. 
Intel ziet de toekomst in het opereren op vier platformen, mobiel gebruik, thuisgebruik, bedrijfsgebruik en handhelds. De stap van losse processors naar platformen, zoals bijvoorbeeld het nu populaire Centrino-platform, ziet Otellini als een groot voordeel voor Intel. Concurrenten als AMD missen die stap volgens hem. Wat
Deze citaties zijn dan, zowel uit online als offline content, direct te bekijken. Ars Technica ziet echter maar een beperkte markt voor de nieuwe zoekmachine. Ten eerste zijn er al meerdere zoekmachines op de markt, die zoeken in academische literatuur of verwijzingen. Ten tweede wordt het doel van de zoekmachine, het voor eenieder toegankelijk maken van de wetenschappelijke literatuur, bemoeilijkt door het feit dat veel papers achter betaalsites, zoals 
