Uit een test van Surfnet en ProRail blijkt dat internet in de trein voorlopig nog niet haalbaar is. Een WiFi-verbinding tijdens een treinrit is moeilijk omdat de onvangst via de richtantennes sterk van kwaliteit wisselt. De afstand tot de antennes waarbij de verbinding nog goed werkt, bedraagt gemiddeld 850 meter. Ook de snelheid neemt af naarmate de afstand groter wordt. Op de stations is de ontvangst wel goed, bij het verlaten van het perron wordt de verbinding echter direct verbroken. Naast de wisselende ontvangst is er ook een probleem met Windows: het besturingssysteem is te traag om een complete TCP/IP-verbinding met een access point op te zetten. Op het moment dat de verbinding tot stand komt, heeft de trein het dekkingsgebied alweer verlaten.
Uit de pilot, onderdeel van het ICT Breedspoor-innovatieprogramma, is gebleken dat een breedbandnetwerk voor het spoor haalbaar is. In november wil de directie van ProRail een analyse en een voorstel voor een draadloos breedbandnetwerk rond het spoor op tafel hebben. Voor de test werd er een treinrit gemaakt van Hengelo via Enschede Drienerlo naar Enschede. Aan het project werd behalve door Surfnet en ProRail ook meegewerkt door de Universiteit Twente, CapGemini en Volker Stevin. Studenten konden tijdens de treinreis verbinding maken met het netwerk van de universiteit.
