Het is oplettende surfers wellicht al opgevallen aan het plaatje dat momenteel op de Google-hoofdpagina prijkt: het bedrijf viert vandaag zijn 7-jarig bestaan. Wat in 1996 begon als informaticaproject op de universiteit van Stanford en in 1998 leidde tot de stichting van het bedrijf Google, is inmiddels uitgegroeid tot de populairste zoekmachine, die momenteel tegen de negen miljard pagina's op het web heeft geïndexeerd en meer dan een kwart miljard queries per dag afhandelt. Het informaticaproject waarmee Google in feite begon, presenteerde een nieuwe manier om zoekresultaten te rangschikken, waarvan in essentie nog steeds gebruik wordt gemaakt. Kort gezegd wordt een link naar een pagina opgevat als een stem voor die pagina, en wordt de pagina met de meeste stemmen bovenaan in de rangschikking gezet. De eerste versie van Google draaide via de Stanford-universiteitssite en maakte gebruik van een cluster van servers die opgestapeld stonden in de slaapkamer van een van de oprichters van het bedrijf.
In eerste instantie hadden de oprichters Larry Page en Sergey Brin weinig trek om zelf een bedrijf op te richten rond de technologie die ze hadden gebouwd. Ze richtten zich onder andere tot Yahoo, waar ze te horen kregen dat ze maar eens terug moesten komen als de technologie geperfectioneerd was, en tot Sun. Andy Bechtolsheim, mede-oprichter van Sun. Laatstgenoemde was zó onder de indruk van de demo van het tweetal, dat hij meteen een cheque voor 100 duizend dollar aan 'Google' uitschreef, waarmee ze voor het probleem kwamen te staan dat er geen bedrijf was dat 'Google' heette en Bechtolsheims cheque dus niet verzilverd kon worden. Page en Brin besloten dat ze nu wel moesten; aldus werd het bedrijf gesticht en naar meer inversteerders gezocht. Uiteindelijk wisten ze een miljoen dollar aan startkapitaal op te bouwen.
In de herfst van 1998 verwerkten de Google-servers circa tienduizend query's per dag. Google was op dat moment nog in het bètastadium, maar het journalistieke wereldje begon de zoekdienst in de gaten te krijgen en er volgden enige artikelen in de Amerikaanse pers. Een paar maanden later, begin 1999, had dit tot gevolg dat er een half miljoen query's per dag verwerkt moesten worden. Ook het aantal werknemers groeide, naar verluidt was er een periode waarin werknemers niet van hun plek op konden staan zonder dat er eerste een paar collega's op moesten schuiven. In die periode werd er verhuisd naar het huidige hoofdkwartier Googleplex in Mountain View, Californië. Enige tijd later werd Googles zoekmachine door AOL/Netscape als standaard uitverkoren en kreeg het bedrijf drie miljoen query's per dag voor zijn kiezen. Google vond kennelijk dat het teststadium daarmee officieel voorbij was en schrapte in de herfst van 1999 het bèta-labeltje van de website. Het daarop volgende voorjaar werd Google de grootste zoekmachine ter wereld met een miljard pagina's in de index. In de zomer van 2000 verwerkte het bedrijf achttien miljoen query's per dag.
Eind 2000 werd AdWords geïntroduceerd, een van Googles grote inkomstenbronnen. De aantrekkingskracht van de zoekmachine ligt weliswaar in de eenvoud van de presentatie van de zoekresultaten, maar het gros van de gebruikers tolereert een aantal gesponsorderde links op de resultatenpagina's. Adverteerders kunnen deze advertentieruimte bij opbod kopen, de hoogste bieder krijgt de hoogste plek toegewezen. Google voegde drie jaar later het AdSense-programma toe, waarmee vergelijkbare advertenties op andere sites kunnen worden getoond. In 2001 breidde het bedrijf zijn zoekfaciliteiten uit tot het zoeken naar afbeeldingen, en een jaar later volgde het zoeken in nieuwsberichten. In dat jaar volgde tevens Froogle, een dienst om naar producten te zoeken. Vanaf 2003 kunnen gebruikers ook hun eigen computer met behulp van Googles technologie doorzoeken.
De laatste tijd lijkt het bedrijf zich steeds meer toe te leggen op activiteiten die in toenemende mate buiten het oorspronkelijke zoekspectrum lijken te vallen. Zo werd vorig jaar GMail aan het dienstenpakket toegevoegd, en kwam het bedrijf onlangs met de chat- en telefonieapplicatie Google Talk. Ten slotte lijkt het erop dat het bedrijf een toekomst als WiFi-provider ambieert. Dit maakt de vraag interessant wat de volgende zeven jaren zullen brengen; gezien het succes van het bedrijf tot nu toe ligt het niet in de lijn der verwachtingen dat dat zeven magere jaren zullen worden.