Ook in 2008 joeg de Riaa weer met volle kracht op filesharers, maar het liep niet altijd even soepel. In 2005 had de organisatie Tanya Andersen aangeklaagd wegens filesharing, maar ze werd vrijgesproken omdat er onvoldoende bewijs was. De rechter stond haar toe om haar advocaatskosten op de Riaa te verhalen, en een beroep tegen deze uitspraak werd begin dit jaar afgewezen.
Andersen diende een rekening in van bijna 300.000 dollar, een bedrag dat de Riaa veel te hoog vond. Volgens de muziekorganisatie was een tiende deel van dat bedrag wel genoeg. De rechter stelde de kosten vervolgens vast op ruim 100.000 dollar. De Riaa ging hier tegen in beroep, maar verloor. Uiteindelijk koos de organisatie eieren voor zijn geld en betaalde Andersen.
De ontwikkelingen in de zaak tegen Jammie Thomas waren evenmin erg gunstig voor de Riaa. In 2007 was zij de eerste persoon die ooit door een jury werd veroordeeld omdat zij aan filesharing had gedaan. De jury had weinig moeite om haar te veroordelen omdat de rechter de instructie had gegeven dat het beschikbaar stellen van muziek moest worden beschouwd als het verspreiden ervan, wat verboden is volgens de copyrightwet.
De instructie van de rechter aan de jury kwam al snel bloot te staan aan stevige kritiek. De rechter zelf begon er ook aan te twijfelen en vroeg advies aan deskundigen. Negen professoren op het gebied van auteursrecht oordeelden dat het beschikbaar stellen van muziek beslist niet hetzelfde was als het verspreiden ervan. De meningen van de Motion Picture Association of America en de Electronic Frontier Foundation waren niet erg verrassend. De Mpaa vond dat beschikbaar stellen wel moest worden opgevat als verspreiden, de EFF juist niet.
Rechter Michael Davis begon er toen serieus over te denken om Thomas een nieuw proces te geven en hield in augustus een hoorzitting over de zaak. Niet verwonderlijk wilde de Riaa beslist geen nieuw proces en de advocaat van Thomas juist wel. In september oordeelde de rechter dat zijn instructie aan de jury inderdaad verkeerd was geweest en hij besloot dat Thomas een nieuw proces moet krijgen. Dit moet nog plaatsvinden, maar de overwinning van de Riaa is hiermee voorlopig ongedaan gemaakt.
Overigens zijn er ook rechters die van mening zijn dat aanbieden van muziek wel degelijk moet worden beschouwd als verspreiden. Rechter Kenneth Karas oordeelde in de filesharingzaak tegen Denise Barker dat zij schuldig was aan auteursrechtschending, ondanks dat er alleen maar was bewezen dat zij muziek had aangeboden. Rechter Xavier Rodriguez was in de zaak tegen Whitney Harper dezelfde mening toegedaan. Het lijkt erop dat de knoop uiteindelijk zal moeten worden doorgehakt door het Hooggerechtshof.
Natuurlijk kon de Riaa ook wel eens flink incasseren. De wegens filesharing aangeklaagde Jeffrey Howell, die van de rechter de opdracht had gekregen om zijn harde schijf over te dragen aan deskundigen van de Riaa, had deze eerst grondig schoongepoetst met allerlei uitwisprogramma's. De rechter concludeerde hieruit dat hij kennelijk iets te verbergen had en veroordeelde hem tot het betalen van 40.000 dollar aan de Riaa.
In maart werden James Lewis en Abner Anderson beiden veroordeeld wegens filesharing. Lewis was niet komen opdagen en werd bij verstek veroordeeld tot het betalen van 3000 dollar schadevergoeding en 420 dollar aan gerechtelijke kosten. Andersen verweerde zich wel, maar werd eveneens schuldig bevonden. Hij moest 23.250 dollar schadevergoeding en 420 dollar aan onkosten betalen.
Onlangs heeft de Riaa overigens aangekondigd te zullen stoppen met rechtszaken tegen filesharers. In plaats daarvan zal de organisatie proberen er via de providers een eind aan te maken. Waarschijnlijk hebben het moeizame verloop van vele zaken, de hoge kosten en de negatieve reactie van het publiek hierbij een rol gespeeld.
