Een federale rechter in de Verenigde Staten heeft bepaald dat de Riaa de van filesharing vrijgesproken Tanya Andersen een vergoeding van 107.834 dollar voor haar proceskosten moet betalen.
Andersen werd in 2005 aangeklaagd door de Riaa omdat zij muziek zou hebben aangeboden via Kazaa. Ze ontkende dit en weigerde een schikking te treffen, waarop de muziekorganisatie haar voor de rechter daagde. Na veel juridisch gekrakeel bleek het bewijs tegen Andersen uiteindelijk te mager, zodat de Riaa vorig jaar de aanklacht introk. Hierna stond de rechter Andersen toe om haar juridische kosten op de verliezende partij te verhalen.
Over de hoogte van het bedrag konden de beide partijen geen overeenstemming bereiken. Lory Lybeck, de advocaat van Andersen, diende een rekening in van 298.995 dollar, maar de Riaa vond dat excessief en wilde niet meer dan een tiende deel daarvan betalen. De hoogte van de schadevergoeding moest daarom door de rechtbank worden vastgesteld, en rechter John Acosta stelde deze vast op 107.834 dollar. De Riaa kon hier nog wel bezwaar tegen aantekenen en dat deed de organisatie dan ook.
Deze week heeft rechter James Redden beslist dat een schadevergoeding van 107.834 dollar op zijn plaats is. Evenals zijn collega Acosta keurde Redden het uurtarief van Lybeck wel goed, maar de verdubbeling ervan niet. Lybeck had een beroep gedaan op een wetsartikel in Oregon dat advocaten toestaat hun tarief te verdubbelen in een extreem moeilijke zaak, maar de rechter was het met zijn collega eens dat daar geen sprake van was. Hij oordeelde dat rechter Acosta de vergoeding correct had vastgesteld op 103.175 dollar voor advocaatskosten en 4.659 dollar voor overige kosten. Het proces dat Andersen tegen de Riaa heeft aangespannen wegens schending van privacy, laster en bedrog, loopt overigens nog steeds.