Volgens een rapport van de Britse Open Rights Group zal de door de Europese Commissie voorgestelde verlenging van de muziekauteursrechten de meeste artiesten weinig tot niets opleveren.
Eerder dit jaar kwam Eurocommissaris voor de interne markt Charlie McGreevy met het voorstel om het auteursrecht op muziekuitvoeringen te verlengen van 50 naar 95 jaar, met als argument dat dit veel artiesten, die in hun jonge jaren musiceerden maar nu niet meer, van een redelijk pensioen zou voorzien. De Britse regering, die eerder een dergelijk voorstel in eigen land van de hand wees, heeft via het Intellectual Property Office verzocht om commentaar op deze zaak, om te bepalen welke positie de Britten in Europa moeten innemen ten aanzien van de copyrightverlenging.
De Open Rights Group, een groepering die zich in zet voor burgerrechten in het digitale tijdperk, is van oordeel dat het voorstel van McGreevy niet ingevoerd moet worden. In een rapport stelt de groep dat de meeropbrengsten vooral naar de platenmaatschappijen en goed verdienende artiesten zullen gaan. Volgens het rapport gaat 90 procent naar de platenmaatschappijen, 9 procent naar het vijfde deel van de artiesten met de hoogste inkomens, terwijl de overige 80 procent van de artiesten slechts 1 procent van de extra inkomsten te verdelen heeft. De artiesten met de laagste inkomens zouden er minder dan 30 euro per jaar aan overhouden.
McGreevy verklaarde bij de lancering van zijn voorstel nog nadrukkelijk dat het niet bedoeld was om succesvolle artiesten zoals Cliff Richard of Charles Aznavour te verrijken, maar juist om onbekende sessiemuzikanten van een redelijk pensioen te voorzien. Het rapport van de ORG stelt echter dat het voorstel het gewenste doel niet bereikt en de organisatie spreekt zich dan ook ten sterkste uit tegen een verlenging van het auteursrecht op muziekuitvoeringen.
