Charlie McCreevy, Europees Commissaris voor de interne markt, heeft voorgesteld om het auteursrecht op muziekuitvoeringen te verlengen van 50 naar 95 jaar. Volgens hem is dit nodig om muzikanten een goed pensioen te bezorgen.
Het werk van componisten wordt tot 70 jaar na hun dood door auteursrecht beschermd, maar de rechten van de uitvoerende muzikanten verlopen 50 jaar na de uitvoering. Veel muzikanten die meespeelden in succesvolle nummers uit de jaren '50 en '60, dreigen daardoor binnenkort hun inkomsten uit de rechten hierop te verliezen. Omdat deze inkomsten vaak hun enige pensioen vormen, wil McCreevy de duur hiervan verlengen. Hij benadrukt dat hij het hier niet heeft over beroemde artiesten als Cliff Richard of Charles Aznavour, maar over de anonieme sessiemuzikanten die meespeelden op de opnamen.
Volgens een studie van de Europese Commissie beginnen de meeste sessiemuzikanten op hun zeventiende jaar met spelen, zodat ze tegen de tijd dat de rechten verlopen zijn in de pensioenleeftijd zitten maar gemiddeld nog vele jaren te leven hebben. De verlenging van de rechten is volgens McCreevy noodzakelijk om hen voor de rest van hun leven van inkomen te voorzien. Volgens de Eurocomissaris zal het voorstel niet leiden tot hogere prijzen voor consumenten, omdat de ervaring leert dat voor auteursrechtvrije muziek vaak evenveel moet worden betaald als voor muziek waar wel rechten op rusten.