Rechter Michael Davis, die de rechtszaak leidde waarin Jammie Thomas werd veroordeeld tot het betalen van 222.000 dollar wegens het aanbieden van muziek, denkt erover om haar een nieuw proces te geven.
Jammie Thomas werd in oktober 2007 veroordeeld tot het betalen van 222.000 dollar schadevergoeding omdat ze via een filesharingprogramma 24 muzieknummers op internet had aangeboden . De jury has slechts vijf minuten nodig om haar schuldig te verklaren aan auteursrechtschending, omdat rechter Davis op aandringen van de Riaa de instructie had gegeven dat het aanbieden van de nummers moest worden gezien als het verspreiden ervan. Dat laatste wordt verboden door de copyrightwet; over aanbieden wordt hierin niets gezegd. Omdat de Riaa geen bewijs had dat de muziek ook daadwerkelijk was gedownload door iemand anders dan de onderzoekers van de organisatie zelf, kon het verspreiden ook niet bewezen worden.
Maanden na de uitspraak, nadat veel deskundigen kritiek hadden geleverd op zijn instructie aan de jury, begon rechter Davis toch aan zijn beslissing te twijfelen. Hij besloot een hoorzitting over de zaak te houden, die maandag plaatsvond. Donald Verrilli, de advocaat van de Riaa, drong er bij de rechter op aan om de eerdere beslissing overeind te houden. Hij verwees naar de zaak tegen Napster, dat aansprakelijk werd gehouden voor auteursrechtschending, ondanks dat nooit bewezen werd dat er ook daadwerkelijk muziek werd verspreid via de dienst. Volgens Verrilli was daadwerkelijke verspreiding vrijwel niet te bewijzen, en zouden filesharers vrijuit gaan als het aanbieden niet als auteursrechtschending zou worden gezien.
Brian Toder, de advocaat van Jammie Thomas, dacht er anders over. Volgens hem komt het aansprakelijk stellen wegens het aanbieden van muziek neer op het laten betalen van schadevergoeding voor een daad die niet bewezen is. Hij vond ook dat de downloads die de onderzoekers van de Riaa zelf uitvoerden, niet konden worden aangemerkt als auteursrechtschending, omdat iemand moeilijk zijn eigen copyright kan schenden.
Rechter Davis gaf aan dat hij 'hopelijk voor eind september' uitspraak zal doen, maar hij liet al doorschemeren dat hij Thomas hoogstwaarschijnlijk een nieuw proces zal geven, zo bericht Wired. Wat de uitspraak ook moge zijn, beide partijen hebben al aangegeven dat ze bij verlies in hoger beroep zullen gaan. De zaak is van fundamenteel juridisch belang omdat het de eerste keer is dat een jury zich uitspreekt over filesharing. Alle andere zaken op dit gebied zijn geschikt of door de Riaa gestaakt, of ze lopen nog.