De Amerikaanse regering heeft bij de rechtbank een verklaring ingediend waarin ze de Riaa steunt in de zaak tegen Jammie Thomas. Volgens Thomas is de haar opgelegde schadevergoeding van 222.000 dollar ongrondwettig.
In oktober van dit jaar werd Thomas door een jury schuldig bevonden aan het aanbieden van 24 muzieknummers op internet en veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 9250 dollar per nummer. Deze vergoeding was niet gebaseerd op de werkelijk geleden schade, maar forfaitair. Volgens de wet mag een schadevergoeding van tussen de 750 en 150.000 dollar per nummer worden opgelegd, ongeacht de werkelijke schade.
Omdat de platenmaatschappijen aan het verkopen van een nummer op internet slechts ongeveer 70 cent overhouden, betoogde Thomas dat de schadevergoeding zo excessief is, dat deze in strijd is met de grondwet. Volgens de Riaa is een eigenschap van een forfaitaire schadevergoeding nu eenmaal dat hij geen relatie hoeft te hebben met de werkelijke schade. Ook vond de muziekorganisatie dat Thomas de eventuele ongrondwettigheid van de schadevergoeding al bij het vaststellen van de instructies aan de jury ter sprake had moeten brengen.
Het ministerie van Justitie is het hiermee eens, zo blijkt uit de verklaring. Volgens het ministerie is de werkelijke schade door het aanbieden van de muziek niet te bepalen en is de enige mogelijke schadevergoeding een forfaitaire. De regering raadt de rechtbank aan om niet te oordelen over de grondwettigheid van de schadevergoeding. Mocht de rechter dit toch willen doen, dan zou hij de schadevergoeding niet in strijd met de grondwet moeten verklaren.
Uiteindelijk beslist niet de regering, maar de rechter over de zaak. Omdat de forfaitaire schadevergoedingen een heel belangrijk wapen van de Riaa in de strijd tegen filesharing zijn, wordt het oordeel van de rechter door alle betrokken partijen met spanning tegemoet gezien.