Jammie Thomas, de vrouw die begin deze maand werd veroordeeld wegens het aanbieden van 24 muzieknummers op internet, vindt de schadevergoeding van 222.000 dollar ongrondwettig. Op grond hiervan gaat zij in beroep.
Thomas was eerst van plan om het vonnis aan te vechten op grond van de instructie aan de jury dat het voor een schadevergoeding al voldoende was als werd bewezen dat ze de bestanden had aangeboden. De Riaa hoefde niet te bewijzen dat iemand ze ook daadwerkelijk had gedownload. Inmiddels is ze van gedachten veranderd en gooit ze het erop dat de schadevergoeding dusdanig excessief is dat deze ongrondwettig is.
Thomas wil een nieuw proces, waarbij de schadevergoeding alleen nog maar gebaseerd is op de feitelijke schade die de platenmaatschapijen hebben geleden. Deze zal hooguit 70 dollarcent per gedownload bestand bedragen, want dat is het bedrag dat de rechthebbenden krijgen voor een online verkocht nummer. Bij de eerste rechtszaak werd overigens al duidelijk dat de Riaa niet weet hoe vaak de door Thomas aangeboden nummers zijn gedownload.
In het beroepschrift stelt Thomas dat de platenmaatschappijen zelf toegeven dat de werkelijke schade eerder in de buurt van 20 dollar ligt. Ze wil hierom dat de schadevergoeding wordt teruggebracht tot 151,20 dollar. Haar advocaat Brian Toder haalt zaken aan waarin werd gesteld dat een forfaitaire schadevergoeding niet meer mag bedragen dan tien maal de werkelijk geleden schade. Een hogere schadevergoeding zou ongrondwettig zijn.
Wanneer de rechtbank haar verzoek om een nieuw proces afwijst, kan Jammie Thomas nog altijd proberen het vonnis ongeldig te laten verklaren op grond van de gewraakte instructie aan de jury dat het beschikbaar stellen van de nummers al auteursrechtschending inhield. Of dit ook een juiste interpretatie van de Amerikaanse auteurswet is, is nog een open vraag.