De Electronic Frontier Foundation stelt dat de Riaa in een piraterijzaak niet kan bewijzen dat bestanden onrechtmatig zijn verspreid op basis van downloads die de muziekbranche zelf uit de sharefolder van een vermeende uploader heeft geplukt.
De EFF spreekt zich uit naar aanleiding van een zaak die de muziekindustrie heeft aangespannen tegen Jeffrey en Pamela Howell omdat ze geripte cd's in hun gedeelde Kazaa-folder hadden staan. De claim luidt dat ze elf nummers beschikbaar hadden gesteld aan het publiek en dat het verspreiden een inbreuk op auteursrechten vormde. Het enige bewijs dat de Riaa aandroeg was het feit dat de bestanden in de gedeelde map stonden en dat piraterijspeurder Safenet, het voormalige Mediasentry, deze gedownload had.
De EFF doet geen uitspraak over de schuldigheid van de twee aangeklaagden, maar claimt wel dat er op basis van het aangeleverde bewijs niet automatisch gesteld kan worden dat er daadwerkelijk inbreuk op auteursrechten is gepleegd, zo schrijft Ars Technica.
Aangezien Safenet in opdracht van de rechthebbende handelt, vormt het uploaden naar deze organisatie geen illegale handeling. De muziekindustrie gaat ervan uit dat als zij de bestanden kunnen downloaden, ieder ander dat ook kan, maar bewijst niet dat anderen dit ook daadwerkelijk gedaan hebben, aldus de privacywaakhond.
Aangezien het ook nog een populair album betrof en er op moment van delen 2,2 miljoen Kazaa-gebruikers online waren, is de kans volgens de EFF bovendien klein dat de elf nummers daadwerkelijk door anderen vanaf de computer van het duo zijn gedownload.