De rechter in de filesharingzaak tegen Jammie Thomas heeft het verweer van haar advocaat dat het bewijs tegen zijn cliënt onrechtmatig vergaard zou zijn, verworpen. De informatie van MediaSentry mag op het proces dan ook gewoon gebruikt worden.
Jammie Thomas, die in 2007 door de RIAA werd aangeklaagd wegens filesharing, kreeg in de zaak vorige maand een nieuwe advocaat, Kiwi Camara. Hij stelde dat het bewijs tegen zijn cliënt door het onderzoeksbedrijf MediaSentry op onrechtmatige wijze was vergaard, en vroeg de rechter om dit niet in het proces toe te laten. De RIAA was het hiermee niet eens en heeft nu van rechter Michael Davis gelijk gekregen, zo meldt Ars Technica.
Davis wees de beschuldiging van de hand dat MediaSentry in de staat Minnesota zonder vergunning als privé-detective optrad, omdat het bedrijf niet in Minnesota werkzaam was. Ook het verweer dat er illegaal telecommunicatie zou zijn afgetapt haalde hij onderuit: de bewuste communicatie vond plaats met MediaSentry, dat hierdoor het recht had om deze te analyseren en op te slaan.
Op advies van zijn mentor Charles Nesson had Camara ook aangevoerd dat het aanbieden van de muziek door Thomas neerkwam op fair use, maar dit verweer werd door Davis op technische gronden verworpen. De rechter vond dat Thomas hier eerder mee had moeten komen, en oordeelde dat het niet eerlijk zou zijn om deze verdediging te elfder ure nog toe te staan, zonder dat de aanklager zich hierop zou kunnen voorbereiden.
Het proces, dat komende week van start zal gaan, zal zich dan ook concentreren op de vraag waar het werkelijk om gaat, namelijk of het aanbieden van muziek ook moet worden gezien als het verspreiden ervan. Alleen het verspreiden is namelijk verboden, terwijl alleen het aanbieden is bewezen. Omdat verspreiding niet makkelijk bewezen kan worden, zal het moeilijk worden om filesharers nog te vervolgen als het aanbieden hier niet mee gelijkgesteld wordt.