Jammie Thomas, die vorige maand wegens filesharing werd veroordeeld tot het betalen van 1,92 miljoen dollar, is tegen dit vonnis in beroep gegaan. Ze eist een nieuw proces of in ieder geval een substantiële verlaging van de schadevergoeding.
Vorige week kondigde Thomas al aan in beroep te zullen gaan, en inmiddels hebben haar advocaten de daad bij het woord gevoegd. Maandag dienden zij een beroepschrift in bij de rechtbank, waarin ze betogen dat hun cliënt recht heeft op een nieuw proces, of in ieder geval een aanzienlijke vermindering van de schadevergoeding. Deze schadevergoeding fungeert tevens als boete; het Nederlandse rechtsstelsel kent dergelijke punitive damages niet.
Als eerste voeren de advocaten aan dat de opgelegde schadevergoeding veel te hoog is in verhouding tot de werkelijke schade. De 24 liedjes kunnen op iTunes worden gekocht voor 1,29 dollar per stuk, zodat de vergoeding 62.015 maal zo hoog is als de werkelijke schade. Het zou ook nog mogelijk zijn om uit te gaan van de waarde van 24 albums waarop de liedjes staan, die voor 15 dollar per stuk te koop zijn. In dat geval is de schadevergoeding nog altijd 5333 maal hoger.
Volgens de Amerikaanse grondwet heeft iedereen recht op een eerlijk proces, en daarom zijn excessieve en onvoorspelbare schadevergoedingen verboden. Volgens de advocaten zijn civiele schadevergoedingen, die ook als boete dienen, zeer afhankelijk van de luimen van de jury en daardoor compleet onvoorspelbaar. Ze wijzen erop dat de eerste jury in de zaak slechts een bedrag van 222.000 dollar oplegde voor precies dezelfde feiten.
Het Hooggerechtshof heeft nooit precies willen vastleggen hoeveel hoger dan de werkelijke schade een schadevergoeding mag zijn om nog in overeenstemming te zijn met de grondwet, maar heeft er wel eens op gewezen dat een schadevergoeding van meer dan tien keer de werkelijke schade meestal niet door de beugel zal kunnen. De advocaten vragen de rechter dan ook om Thomas een nieuw proces te geven. Mocht hij dit niet willen, dan verzoeken ze hem om zijn bevoegdheid te gebruiken om de schadevergoeding te verminderen.
Verder voeren de advocaten nog aan dat het door MediaSentry aangedragen bewijs op onwettige wijze is vergaard, en daarom niet tot het proces had mogen worden toegelaten. Al eerder hadden ze aangevoerd dat het bedrijf geen vergunning bezat om in Minnesota als privé-detective op te treden, maar de rechter wees dit argument af, omdat MediaSentry volgens hem ook niet in Minnesota aan het werk was gegaan, maar vanuit New Jersey en Maryland. De advocaten wijzen erop dat de wet in deze staten ook een vergunning verplicht stelt voor privé-detectives, terwijl MediaSentry deze niet bezit. Het bewijs van dit onderzoeksbedrijf zou volgens hen dan ook moeten worden verworpen.
Overigens hebben de platenmaatschappijen eveneens een verzoek ingediend bij rechter Michael Davis om het vonnis te veranderen. Zij willen graag dat de rechter Thomas verbiedt om ooit nog inbreuk te maken op hun auteursrechten, zo meldt Ars Technica.