Drie maanden en acht release candidates na de laatste kernelrelease heeft Linus Torvalds zijn zegen gegeven aan kernel 2.6.30. De nieuwe kernel moet onder andere het nieuwe ext4-bestandssysteem veiliger maken en biedt twee nieuwe filesystems.
Kernel 2.6.30, die de obscure codenaam 'Man-Eating Seals of Antiquity' heeft meegekregen, moet onder andere de beveiliging van data verbeteren die in ext4-bestandssystemen staan opgeslagen. Ext4-ondersteuning werd ingevoerd bij de release van kernel 2.6.29. Daarnaast ondersteunt de verse kernel twee nieuwe bestandssystemen: Nilfs2, een filesystem dat met een logstructuur werkt, en het object-geörienteerde Exofs-bestandssysteem. Ook worden NFS 4.1 en FS-Cache, een cachingmechanisme voor bestandssystemen op netwerkniveau, ondersteund.
Versie 2.6.30 moet het herconfigureren van bestaande software-raidarrays verbeteren. Zo kan er tussen raid-5 en raid-6 worden geswitched. Ook de code voor het geheugenmanagement van Linux heeft de nodige wijzigingen gekregen. Verder is er gesleuteld aan het energiebeheer, waardoor de hibernation-modus weer wat betrouwbaarder zou werken, en moet door enkele optimalisaties in het bootproces het opstarten van het besturingssysteem worden versneld. De kernelimage kan dankzij de nieuwe lzma- en bzip2-algoritmen met 10 tot 30 procent worden verkleind. Ten slotte is ook Tux weer terug. De bekende Linux-mascotte was op vakantie gestuurd zodat de Tasmaanse duivel Tuz tijdelijk het gezicht van het opensource-OS kon zijn.