De Linux-gemeenschap viert zaterdag het vijftienjarige bestaan van kernelversie 1.0. Linus Torvalds, de grondlegger van het huidige Linux, kondigde op 14 maart 1994 in een nieuwsgroep aan dat de release van kernel 1.0 een feit was.
De Linux-goeroe kondigde zijn plannen voor de bouw van een op Unix-gelijkend opensource-OS oorspronkelijk aan in augustus 1991, waarna al snel een grote groep ontwikkelaars Linux-code begon te produceren of aan het debuggen sloeg. In de posting, met de titel Linux 1.0-A better UNIX than Windows NT in de nieuwsgroep comp.os.linux.announce, liet Torvalds op 14 maart 1994 weten dat de kernel 1.0 na een langdurige bètafase weliswaar een jaar of twee te laat klaar was, maar dat dit in de markt voor besturingssystemen geen onoverkomelijk probleem zou zijn. Linux 1.0.0 besloeg 176.250 regels aan code. Op de broncode werden de GPL-voorwaarden van toepassing verklaard.
In 1996 kwam kernelversie 2.0 uit, waarin het aantal coderegels bijna was verdubbeld. In datzelfde jaar werd ook de Linux-mascotte Tux aan het publiek voorgesteld. Een viertal jaar verder was de Linux-kernel zo ver gerijpt, dat de eerste hardware op de markt verscheen die het opensource-OS als basis gebruikte. De daaropvolgende jaren zou Linux steeds vaker in met name embedded devices te vinden zijn.
Een andere belangrijke mijlpaal was de introductie van kernel 2.6 in december 2003. De 'Linux-motor', die inmiddels een omvang had van bijna zes miljoen regels aan code, bevatte features als preemptive multitasking, een solide geheugenmanagement, uitgebreide netwerkmogelijkheden, een stringent gebruikersbeheer en een groeiend aantal drivers. Hoewel Linux als server-OS zijn sporen al had verdiend, begon het besturingssysteem langzaam maar zeker ook de desktopmarkt te veroveren.
Vijftien jaar later is Linux, met de momenteel als stable betitelde kernelversie 2.6.28.7, uitgegroeid tot het belangrijkste opensource-OS. Mede dankzij het feit dat de kernel ook op andere platformen draait dan x86-hardware, is het besturingssysteem inmiddels te vinden in apparatuur als mobiele telefoons, mediaspelers, netbooks en e-book-readers. Wereldwijd leveren duizenden ontwikkelaars - met zowel een commerciële als een vrijwillige achtergrond - op dagelijkse basis nieuwe code aan, en talloze developers bouwen hun eigen totaalpakketten op basis van de kernel en de enorme hoeveelheid applicaties die beschikbaar is.